Canva1 2024 05 17t105559.686

Nadeche kreeg op Koningsdag een auto-ongeluk

Ze keek heel even naar de tulpen en het volgende moment lag haar auto op z’n kop. Twee jaar na het ernstige auto-ongeluk dat zij en haar gezin kregen blikt Nadeche (37) terug. “Ik luister nu veel beter naar mijn gevoel.”

Nadeche: “‘Kijk eens wat een mooie tulpen!’ Ik knikte van achter het stuur naar de bollenvelden naast de snelweg. Naast mij zat mijn toenmalige man Peter en achterin onze zoon Mats (toen vier) en de tweeling Finn en Luuk (toen drie). De jongens tuurden vanuit hun autostoeltjes naar de bloemen. ‘Dat is gek, allemaal gele rijen en maar één rode!’ riepen ze. We reden verder en even later zag ik verderop een auto op onze rijstrook. Wacht even, dacht ik, rijdt die wel? Tijd om me dat af te vragen was er niet meer. ‘Shit!’ riep ik terwijl ik met honderd kilometer per uur naderde en me realiseerde dat het voertuig niet bewoog. ‘Hij staat stil!’ Ik gooide direct mijn stuur naar links, maar kon niet voorkomen dat de rechterachterkant van onze auto de stilstaande auto schampte. We begonnen te tollen en vlogen zijwaarts meerdere keren over de kop. Dit was het, schoot het door mijn hoofd, daar gaan we. Alles piepte en kraakte, de ramen sprongen. Seconden later kwamen we op de weg tot stilstand – ondersteboven. Ik opende mijn ogen en dacht: ik leef nog. Daarna hoorde ik één kind huilen en de ander schreeuwen, maar de derde was doodstil…”

Wereld op z’n kop

“Het had een feestelijke dag moeten zijn, Koningsdag. Met een graad of twaalf was het fris, maar we genoten in de lentezon van een dagje Dolfinarium. De jongens waren er nog nooit geweest en keken hun ogen uit. Moe maar voldaan kropen ze aan het einde van de middag de auto in om weer naar huis te gaan. We gingen op weg naar de cheeseburger met zoete aardappel frietjes, wortels en gemixte ketchup met mayo: de oranje maaltijd die we ieder jaar traditioneel op Koningsdag eten. Maar nog geen kwartier na vertrek zag ik de wereld op z’n kop. Mijn hoofd duwde tegen het dak van de auto. Vanuit mijn ooghoeken zag ik Peter zijn gordel losmaken. ‘Niet doen!’ riep ik. Ik herinnerde me de slipcursus die we ooit hebben gevolgd. Daarbij hingen we in een simulator ondersteboven in een auto en leerden we dat je nooit meteen je gordel moet losmaken, omdat je dan met je hele gewicht op je nek valt en die waarschijnlijk breekt. Beter kun je eerst één hand en je voeten op het plafond zetten, zodat je jezelf kunt opvangen als je de gordel los klikt. Maar Peter was helemaal niet bezig met de cursus. Hij dacht alleen maar: we moeten hier zo snel mogelijk uit. Hij klikte zichzelf los en daarna Mats, die achter hem zat, waarna hij hem door het gesprongen raam naar buiten zette. Ook Finn en Luuk bleken goddank bij bewustzijn. Peter maakte ook hen los en hielp mij met mijn gordel, waarna we allemaal naar buiten kropen.”

We zijn er nog

“Gedesoriënteerd stonden we naast onze auto, die volledig in de kreukels lag. Om ons heen was het al snel een drukte van jewelste. In de file die was ontstaan, kwamen mensen uit hun auto’s en naar ons toe, om ons te begeleiden naar de vangrail. Daar omhelsde ik de kinderen. Zij waren zo geschrokken, dat ze geen woord konden uitbrengen. Zelf dacht ik alleen maar: we zijn er nog. Op wat schrammen na – mijn hand bloedde en er zat een bult op mijn voorhoofd – waren we alle vijf zelfs ongedeerd. Hoe was het mógelijk? Ambulancepersoneel dat snel ter plaatse was en ons onderzocht, concludeerde dat we niet naar het ziekenhuis hoefden. De kinderen kregen van hen een knuffel en medaille, die ze bibberend aannamen – niet omdat ze het koud hadden, maar omdat de shock begon in te dalen. Toen al het papierwerk was ingevuld reed een sleepwagen ons samen met onze auto naar een sleepbedrijf. Later op de avond werden we van daaruit naar huis gebracht. Tegen half tien kwamen we thuis en lagen de zoete aardappel frietjes, die ik ’s ochtends al gemaakt had, in de oven te wachten om te worden afgebakken. De jongens hadden er geen trek in, ze wilden alleen een cheeseburger. Na een douche kropen ze in bed en vielen ze gelukkig snel in slaap. Bij ons kwam op dat moment pas het besef wat er gebeurd was. We belden met familie en realiseerden ons dat we door het oog van de naald waren gekropen. De adrenaline waarop ik de hele avond gefunctioneerd had, zakte. Ineens voelde ik hoe moe ik was en kwamen de tranen.”

Ballonnen en slingers

“Twee dagen later stond ik ballonnen te blazen en slingers op te hangen. Nogal een omschakeling, maar Mats was jarig. Familie en vrienden zeiden er begrip voor te hebben als we het niet zouden vieren, maar wij wilden er júíst een feestje van maken. Ten eerste omdat hij er zelf al het hele jaar naar uitkeek, maar ook omdat het weinig gescheeld had of hij zou zijn vijfde verjaardag niet hebben gehaald. We voelden heel sterk: het leven is niet vanzelfsprekend, dus laten we dankbaar zijn en vieren dat we er nog zijn. Ik heb een eigen bedrijf in kinderfeestjes en bakworkshops. Daarom maak ik altijd zelf onze verjaardagstaarten, maar dit keer heb ik er last minute een besteld, want ik had er de energie niet voor. Bovendien kampte ik met hoofdpijn en duizeligheid. Onze zoons hadden geen klachten, maar Peter voelde ook pijn in zijn lichaam. Later bleek in het ziekenhuis, waar de huisarts ons naar doorverwees, dat Peter gekneusde ribben had en ik een hersenschudding. Achteraf gezien is het dus opmerkelijk dat het ambulancepersoneel ons na het ongeluk niet heeft meegenomen naar het ziekenhuis voor een extra controle.”

Koprollen

‘‘Dat is de auto van het ongeluk, toch mam?’ Dat zeggen de kinderen nu nog wel eens als ze dezelfde auto zien rijden als die wij hadden. Daarvan hebben we trouwens nog wel ‘afscheid’ genomen. Een week na het ongeluk zijn we met de jongens naar het bergingsbedrijf geweest. Dat wilden ze zelf graag en het zou voor ons allen goed zijn voor de verwerking. Toen ik zag hoe weinig er over was van onze vertrouwde Volkswagen, vond ik dat behoorlijk confronterend. Was dit allemaal echt gebeurd? Het voelde onwerkelijk. ‘De auto is gaan koprollen’, zei Mats. Precies dat vertelde hij ook op school, toen de meivakantie voorbij was. Ze moesten in de klas een tekening maken van wat ze in de vakantie hadden gedaan en daarbij tekende Mats een auto op z’n kop. Hij en de tweeling waren natuurlijk nog erg jong. Flexibel als ze zijn, ging het leven voor hen al snel gewoon weer door, met school, sporten en andere dingen. Wel schrokken ze ’s nachts geregeld wakker door een nachtmerrie. Waarschijnlijk herbeleefden ze het ongeluk, ook al konden ze dat niet uitleggen. Ze hebben een tijdje EMDR-therapie gevolgd. Daarmee werden de nachtmerries minder en leerden ze te verwoorden wat er gebeurd was. Zelf heb ik er vooral over gesproken met Peter, familie en vrienden en naar mate de tijd verstreek kon ik het steeds beter een plek geven.’

Zie je wel

“In onze nieuwe auto zit ik ontspannen achter het stuur. Ik ben gelukkig niet bang geworden in het verkeer, maar schrik wel als er bijvoorbeeld een rukwind opzet en de auto beweegt. Dat herinnert me aan het rollen. Ook voel ik nog altijd spanning als ik langs de plek van het ongeluk rijd. In het begin heb ik enorm aan mezelf getwijfeld: waarom heb ik die stilstaande auto niet eerder gezien? Oké, ik had even naar de tulpenvelden gekeken, maar dat was echt een split second geweest. De auto zou ik daarvóór al opgemerkt moeten hebben, want de weg was vlak – toch? Niet dus. Een maand na het ongeluk zijn we teruggegaan naar de plek en ontdekten dat precies daar een kleine helling in de weg zit. Meteen daarachter stond de bewuste auto stil. Het is dus logisch dat ik die pas op het allerlaatste moment opgemerkt heb. Dat gaf een gevoel van opluchting: zie je wel, het was inderdaad niet mijn fout. De reden dat de auto stilstond is trouwens absurd. Het waren Spaanse toeristen die foto’s wilden maken van de bollenvelden… ja, echt waar. De weg heeft geen vluchtstrook, dus je rijdt aan de rechterkant langs de vangrail. Wie bedénkt het om zijn auto dan stil te zetten op de rijstrook om foto’s te maken van bloemen? Ik ging me bijna afvragen of zoiets in Spanje misschien de normaalste zaak van de wereld is. De toeristen waren een stel met een jong kind en zij zaten op het moment van het ongeluk in hun auto. Wonderbaarlijk genoeg bleven ook zij ongedeerd, maar het had dus dubbel zo fout kunnen aflopen als wij ze vol geraakt hadden. Na het ongeluk voelden ze zich heel schuldig en hebben ze hun excuses aangeboden. Terecht, maar daar kopen we natuurlijk helemaal niets voor.”

Vijf engeltjes

“Inmiddels zijn we bijna twee jaar verder. Het gaat goed met ons, maar er is wel veel veranderd. Ik ondervind nog steeds gevolgen van de hersenschudding. Zo heb ik moeite met concentreren en vergeet ik veel. Vroeger onthield ik alles tot in detail – dat mensen zeiden: ‘Hoe wéét jij dat?’ Tegenwoordig moet ik alles opschrijven. Ik verkoop brownies op festivals en evenementen door het hele land, maar kan die niet meer bakken zonder het recept ernaast. Ook een hele dag in de keuken staan is er niet meer bij, want na een paar uur is mijn energie op. Dat is frustrerend, maar ik hou vast aan het vertrouwen van mijn ergotherapeut dat het in de toekomst beter zal gaan. Tot die tijd verdeel ik mijn energie en probeer ik zo goed mogelijk voor mezelf te zorgen. Door het ongeluk ben ik bewuster keuzes voor mezelf gaan maken. Voorheen was ik makkelijk beïnvloedbaar en ging ik snel mee in de beslissingen van anderen om die tevreden te houden. Nu luister ik naar mijn gevoel en vraag ik me bij alles af: word ík er gelukkig van? De band tussen mij en Peter is ook veranderd. Na een relatie van twintig jaar is onze toekomst niet meer samen. Dat is niet leuk, maar ik blijf positief en leg de focus nu bij mezelf. Als ik iets wil, laat ik me niet meer tegenhouden door drukte of een ander excuus. Zo ben ik begonnen met sporten en veertien kilo afgevallen. Ik zit lekker in mijn vel en geniet nog meer van de kleine dingen in het leven, want het kan zomaar voorbij zijn. Deze Koningsdag ga ik dus heerlijk met mijn zoons over de vrijmarkt struinen en eten we ’s avonds onze vertrouwde cheeseburger. Dit keer mét zoete aardappel frietjes, zoals het hoort. Natuurlijk zullen we ook even stilstaan bij wat er twee jaar geleden is gebeurd. Op mijn telefoon bekijk ik sowieso nog geregeld de foto van onze auto die ik direct na het ongeluk heb gemaakt. Waarom, geen idee. Misschien als een soort bevestiging: we mogen zo dankbaar zijn dat we het kunnen navertellen. Ik ben heel nuchter, maar geloof wel dat er meer in het leven is dan wat we kunnen zien. Veel mensen in mijn familie zijn overleden en dat is triest, maar ergens is het ook fijn dat er zoveel mensen op de wolk zitten die ons hebben geholpen. Want zo voelt het echt: we hebben vijf engeltjes op onze schouders gehad.”

Tekst: Tessa Heselhaus
Foto: Mariel Kolmschot
Visagie: Wilma Scholte

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.