Nadja’s partner werd doodgestoken door een psychotische man
17 oktober 2022
Op 29 december 2015 werd Jeroen Ensink (41) vlakbij zijn Londense huis doodgestoken door een psychotische man. Jeroen liep even naar buiten om de geboortekaartjes van dochtertje Fleur op de bus te doen. Zijn weduwe Nadja (43) schreef een boek over haar man: Dag lieverd, tot zo.
Nadja: “Vanaf dag één was mijn verdriet over Jeroen zó groot dat ik dacht: ik moet hier een boek over schrijven. Nooit eerder las ik een boek over iets dat in de buurt kwam van wat ik heb meegemaakt. Als ik daar ook maar één iemand mee kan helpen, is dat me veel waard. Het schrijfproces duurde twee jaar en werkte als therapie voor mij. Ik huilde tranen waarvan ik dacht dat ik ze al gehuild had. Ik beleefde alles weer opnieuw, maar het heeft me wel verder gebracht. Het is nu zes jaar geleden gebeurd en ik besefte tijdens het schrijven welke stappen ik al heb gezet. Dat vond ik een mooi besef. Ik ben er trots op dat ik nu een goed leven leid, samen met Fleur, mijn dochter. Een leven dat volledig anders is dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Zo ben ik kort na de crematie met Fleur vanuit onze woonplaats Londen terug verhuisd naar Nederland. Ik wilde niet elke dag langs de plek lopen waar Jeroen is vermoord. Ik denk elke dag aan hem, ik mis Jeroen nog elke dag, maar ik ben tevreden met wat ik heb. Als iemand mij dat zes jaar geleden had verteld, had ik diegene waarschijnlijk voor gek verklaard.
29 december 2015 was de normaalste dag die je maar kunt bedenken. Mijn ouders waren de dag daarvoor teruggegaan naar Nederland. Ze waren op kraamvisite geweest, onze dochter Fleur was elf dagen daarvoor geboren. ’s Middags om twee uur zouden er vrienden langskomen. Jeroen had die ochtend postzegels gekocht voor de geboortekaartjes voor Fleur. Na de lunch wilde hij om kwart voor twee nog even de kaartjes op de bus doen. Ik vroeg of hij het niet later samen wilde doen, want ik gaf Fleur net een flesje. Maar hij zei dat hij zo terug zou zijn. “Dag lieverd, tot zo,” zei hij. En hij ging naar buiten. Ons appartement grensde aan een binnentuin. Ik kon niets zien of horen van wat er daarna op straat gebeurde.
Unheimisch gevoel
Jeroen had zijn telefoon op de salontafel laten liggen. Typisch Jeroen, dacht ik nog, die vergeet altijd alles. Toen zag ik dat onze vrienden hadden geappt. Dat er iets op straat was gebeurd en dat ze niet bij onze voordeur konden komen. Ik besloot om met Fleur in mijn armen naar beneden te gaan. Er zou vast wel een manier zijn waardoor ik ze toch binnen kon laten. Ik deed de voordeur open en zag meteen politie, een ambulance en zo’n vierkante witte tent. Er was veel drukte, en tegelijk was het oorverdovend stil. Ik klampte een politieagent aan en zei: “Ik zoek mijn man, hij is net weggegaan. Mag ik hem even zoeken? Hij moet hier ergens zijn.” Dat ik hier eigenlijk was om onze vrienden te zoeken, was ik volledig vergeten.
De agent vroeg of ik een beschrijving kon geven, want ik stond daar met mijn pasgeboren baby, en dan zouden zij hem wel zoeken. Ik zei dat hij lang en knap was. Met een unheimisch gevoel ging ik weer naar binnen. Nog geen vijf minuten laten ging de voordeurbel. Er stonden drie agenten voor de deur. De achterste hield Jeroens werkbadge omhoog – Jeroen gaf les aan de universiteit – en vroeg of dat mijn man was. Dan weet je het meteen. Ik dacht niets. Ik viel alleen door dat zwarte gat. Alles stortte in. Als ik er nu over vertel, ben ik weer terug in dat moment en voel ik nog van binnen hoe ik me toen voelde. Dat ik trilde.
In overlevingsstand
Jeroen bleek te achterna te zijn gezeten door een psychotische man met stemmen in zijn hoofd die zeiden dat hij iemand moest doodsteken. Het was domme pech, een kwestie van op het verkeerde moment op de verkeerde plek zijn. Als er een andere man had gestaan, was die vermoord. Jeroen had geen schijn van kans, die man rende hem achterna met een mes van dertig centimeter lang. Die film speelt nog altijd door in mijn hoofd. Samen met dat ene zinnetje van mij: “Ga niet nu, we doen het later samen.” Heb ik iets gevoeld? Had ik hem moeten tegenhouden? Maar Jeroen was zó trots op zijn dochter. Hij wilde ook iets doen. Ik had Fleur gebaard, veel komt bij zo’n zwangerschap en bevalling op de moeder terecht. Alles wat hij kon doen, heeft hij gedaan. Daar hoorde de geboortekaartjes op de post doen bij, zodat iedereen zo snel mogelijk van ons geluk zou weten.
Ik schoot meteen in de overlevingsstand. Ik maakte een kopje thee voor de politie: hoe haalde ik dat in mijn hoofd? Ik was scherp, ik dacht aan de mensen die ik moest bellen, de dingen die ik moest doen. Jeroen heeft een mooi afscheid gekregen. Ik heb iedereen gevraagd om een herinnering aan Jeroen op te schrijven. Voor Fleur, zodat zij zich later een beeld kon vormen van wie haar papa was. Ik heb zulke mooie reacties gekregen. In oktober het jaar daarna is zijn moordenaar veroordeeld. Ik weet nog dat ik hem aankeek en dacht: mij ga jij niet klein krijgen, ik ga hier níet aan onderdoor. Fleur heeft haar vader al verloren, ze gaat mij niet verliezen aan haat en woede, dat gaat niet gebeuren. Dat was zo’n sterk gevoel. Alle energie die naar hem toe zou gaan, zou niet naar Fleur gaan. Hij heeft mij ook niet klein gekregen.
Levenslustig en charmant
Jeroen was niet alleen lang en knap, hij was ook een heel fijn iemand. Een allemansvriend, levenslustig en charmant. Ik wens iedereen toe dat hij ooit zo’n liefde ervaart. Hij was zo’n puur persoon. Toen wij elkaar ontmoetten, was Jeroen 37. Wij hadden allebei op veel plekken op de wereld gewoond en gewerkt, we wisten beide precies wat we zochten in een partner en we pasten zo perfect bij elkaar. We ontmoetten elkaar via een Engelse datingsite, op een moment dat ik wel een beetje klaar was met dat online daten en dacht dat het niet meer ging gebeuren. Dus ik ging gewoon in mijn korte broek, een hemdje en mijn Birkenstocks – het was een stikhete dag – naar mijn date. Als Jeroen iets verschrikkelijk vond, waren het wel Birkenstocks, maar dat wist ik toen nog niet. Ik zie hem daar nog staan. Hij had een geblokt overhemd aan en een tas om zijn schouders geworpen. Hij zag er zelfverzekerd uit. We hadden na het werk buiten bij een café afgesproken om daar een biertje te drinken. Vanaf het moment dat we elkaar ontmoetten, praatten we non-stop. We waren twee Nederlanders in Londen, het was vanaf het eerste moment een gevoel van thuiskomen.
In Londen gaan om elf uur ’s avonds de kroegen dicht. Toen zei hij: “Opbreken, we gaan naar huis.” Dat klinkt als een commando, maar het voelde liefdevol, en ook als het meest natuurlijke om te doen. Het was gewoon liefde op het eerste gezicht. Twee dagen later vloog ik naar Nederland. Ik weet nog dat ik tegen mijn moeder zei: “Ik ga trouwen met deze man.” Ze vroeg hoe ik dat wist, ik zei dat dat gewoon zo was. En zo is het ook gebeurd. Ik zie wat ik heb verloren, maar ik zie ook wat heb gehad: zo’n diepe liefde. Met het mooiste cadeautje ooit: Fleur. Daar ben ik heel dankbaar voor. Tegelijk mis ik Jeroen met mijn hele zijn. We wilden zo graag samen zijn, en nu ben ik alleen met Fleur.
Op reis
Na zijn overlijden viel niet alleen Jeroen zelf weg, dat gold ook voor al onze dromen. We zouden een reis naar Nepal maken, we wilden andere reizen maken – met z’n drieën, vieren of vijven – en voor zijn werk zouden we een tijdje in Malawi gaan wonen. Maar niets was meer zoals het was. Reizen was een van mijn grootste passies. Nadat ook mijn moeder overleed op mijn 39ste, voelde ik me op een dieptepunt. Op een gegeven moment stond ik in mijn garage, ik was jarig, maar degenen door wie ik het liefste wilde worden gefeliciteerd, waren er niet meer. Opeens voelde ik de aanwezigheid van mijn moeder achter mij. “Ga op reis, meid,” zei ze.
Ik heb zonder te twijfelen besloten om het te doen, om naar de landen te gaan waar Jeroen en ik heen hadden willen gaan en waar hij bezig was met projecten voor zijn werk. Ik was te moe om in beperkingen te denken: dat het te moeilijk of te duur zou zijn. Ik probeerde te bedenken hoe het wel zou kunnen. Ik verhuurde mijn huis, nam wat spaargeld op en we verbleven in heel basic accommodaties. Dat reizen is voor mij een livesaver geweest. Ik weet nog dat we in een hutje ergens op het strand zaten. Je bent de hele dag lekker buiten en dan voelde ik me zo alive. Zo had ik me lang niet gevoeld. Het reizen was mijn manier om terug te komen naar het leven. Al was het ook confronterend. Vooral als ik onderweg gezinnen tegenkwam. Ik had dit graag met Jeroen willen delen.
Leven in het nu
Nu, zes jaar later, gaat het goed met mij. Dat is bizar om te zeggen. Soms voelt het alsof het gisteren is gebeurd, soms voelt het als veel langer geleden. Ik sta veel sterker in mijn schoenen nu. Ik ben rustiger geworden, positiever, en er is nog weinig waar ik van in paniek raak. Ik heb sinds een jaar een vriend. Het was een heel proces voordat daar ruimte voor ontstond, en voordat hij zichzelf kon zijn zonder dat ik hem met Jeroen vergeleek. Het is niet zo dat een nieuwe partner een pleister is waardoor je een nieuw leven kunt beginnen. Een nieuwe relatie aangaan heeft mij bijna nog dieper geraakt dan het rouwproces van geen partner meer hebben. Want dan zie je je nieuwe vriend hand in hand over de markt lopen met je dochter. Dat is niet zijn plek, dat had de plek van Jeroen moeten zijn, dacht ik in het begin. Totdat ik besefte dat Fleur hem die ruimte kon geven, en dat dat ook prachtig is. Hij is wie hij is, hij is niet Jeroen. Daar vergelijk ik hem inmiddels ook niet meer mee.
Hoe ik de toekomst zie? Dat zien we wel. Natuurlijk heb ik dromen en maak ik plannen, maar ik ben me er zo van bewust dat het enige wat we hebben nu is. Door Jeroens dood ben ik me daar veel bewuster van geworden. Als ik iets wil, moet ik het nu doen. Je weet niet of er een later is, je moet je kansen pakken als ze er zijn. De toekomst ziet er toch waarschijnlijk anders uit dan je denkt. En als er iets gebeurt dat moeilijk is, kom ik daar ook wel weer uit, dat weet ik inmiddels. Want het zijn vaak niet de omstandigheden, maar de manier waarop je er zelf mee omgaat. Het enige wat ik moeilijk vind, is als er met Fleur iets gebeurt. Of erger nog: als er met mij iets gebeurt, want dan is Fleur alleen. Maar daar heb ik geen invloed op. Ik heb er wel invloed op hoe ik in het leven sta, wat ik denk en wat ik aanga. Dat vind ik ook mooiere lessen voor Fleur.”
Tekst: Ella Mae Wester
Foto: privébezit
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.