Ontwerp Zonder Titel 2023 04 13t113826.867

Nicolette (53) en Sylvia (53) zijn al 35 jaar beste vriendinnen

Nicolette (53) en Sylvia (53) zijn al 35 jaar beste vriendinnen. Hun kinderen groeiden samen op. Toen Nicolettes dochter Danielle overleed, was Sylvia er. En toen tweeënhalf jaar de zoon van Sylvia stierf, was dat andersom ook het geval. “We hebben allebei onze eigen manier om ermee om te gaan, maar kunnen er ook voor elkaar zijn.”

Sylvia: “Nicolette en ik ontmoetten elkaar 35 jaar geleden tijdens onze stage bij een instelling voor mensen met een verstandelijke of meervoudige beperking. We woonden daar samen in de zusterflat. Een ongelooflijke leuke tijd: na een late dienst bakten we pannenkoeken of tosti’s, we vierden samen Sinterklaas. Na onze opleiding ben ik naar Drenthe verhuisd, Nicolette bleef in Noord-Holland. Toch is die tweehonderd kilometer nooit een belemmering geweest voor onze vriendschap.”

Nicolette: “Toen ik beviel van mijn oudste dochter Danielle, was Sylvia een van de eersten die er was. Ze heeft bij mij thuis gekraamd en twee jaar later opnieuw. Toen was ze zelf ook zwanger: haar oudste en mijn tweede dochter schelen slechts drie maanden. Uiteindelijk kreeg ik vier kinderen: Danielle, Maaike, Wessel en Ilse. Sylvia kreeg er drie: Renate, Patrick en Erwin.”

Sylvia: “De kinderen zijn ook samen opgegroeid. Soms gingen we met z’n allen weekendjes weg. De kinderen van Nicolette noemen mij zelfs ‘Mama Twee’. Ik ga ook weleens een dagje winkelen met Ilse en Renate doet dat met Nicolette. Soms belt mijn dochter Nicolette om haar hart te luchten, in plaats van mij. Andersom gebeurt dat ook. Dat vinden we allebei prima.”

Het telefoontje

Nicolette: “Had Danielle één van ons maar in vertrouwen genomen, want helaas hebben we nooit een vermoeden gehad dat ze drugs gebruikte. Dat ontdekte ik pas op 23 juli 2016, toen ik gebeld werd dat het niet goed met haar ging. Ze was toen 21 jaar. In het ziekenhuis zag ik haar liggen met schuim om haar mond en weggerolde ogen. Ze lag met haar hoofd te schudden, maakte wolfachtige geluiden. Of mijn dochter weleens drugs gebruikte, vroeg de arts. ‘Nee, dat doet ze niet’, zei ik stellig. Twee weken daarvoor had ik haar dat namelijk nog gevraagd. Boos sloeg ze toen met haar hand op tafel: ‘Jezus mam! Ikke niet!’ Vervolgens noemde ze een aantal namen op van jongens en meiden die dat wel deden. Ze was zo overtuigend dat ik zelfs nog sorry zei omdat ik haar daarvan had verdacht. Een verpleegster stak een thermometer in Danielles oor en keek verschrikt naar haar collega. Ze had 42,7 graden koorts! Even later kwam de uitslag van de bloedtest: er zat MDMA en amfetamine in haar lijf. En dat gewoon op een zaterdagmiddag: ze had die avond ervoor gewerkt, geen feestje gehad. Achteraf heb ik, met behulp van een privédetective, ontdekt bij wie Danielle drugs had gekocht. Misschien gebruikte ze al langer, maar dat zal ik helaas nooit weten. Danielle is meteen in ijsklontjes gelegd, met natte lakens en ventilatoren om haar lijf te koelen. Het leek zondag even beter te gaan, maar maandagochtend bleek dat haar lever ermee gestopt was. Mijn gevoel was toen al dat ze dood zou gaan, maar de artsen wilden nog een levertransplantatie proberen. Ze werd op nummer 1 op de Europese wachtlijst voor een donor geplaatst. Die donor kwam er, maar tijdens de operatie bleek dat al haar organen door de hoge temperatuur waren aangetast. Ze was niet meer levensvatbaar.”

Sylvia: “Ik was op dat moment al bij Nicolette. Meteen toen ze belde dat het niet goed ging met Danielle, was ik al naar haar toe gegaan om de kinderen op te vangen. Ik zat er dus letterlijk middenin, maar tegelijkertijd stond ik erbuiten. Want hoewel ik Danielle ook al van kleins af aan kende, was ik geen onderdeel van het gezin. Ik heb dus vooral geprobeerd er zo goed mogelijk voor Nicolette, Peter en de kinderen te zijn.”

Samen op reis

Nicolette: “Ik heb die dagen, maar ook in de periode erna, veel steun gehad aan Sylvia. Overigens niet alleen aan haar, ik heb nog twee beste vriendinnen, maar Sylvia is echt als een zus voor me. Leuke dingen doen, vond ik lange tijd moeilijk. Tweeënhalf jaar na het overlijden van Danielle, was ik er eindelijk weer aan toe om op vakantie te gaan. Op de avond van 20 november 2018 sliep Sylvia bij mij, de volgende ochtend om zeven uur zouden we samen naar Tenerife vliegen.”

Sylvia: “Omdat ik bij Nicolette logeerde en mijn man late dienst had, was onze jongste zoon Erwin die avond alleen thuis. Dat kon prima, hij was net twee weken 17. ’s Avonds hebben we nog geappt: hoe de handbaltraining was, of het eten dat voor hem klaarstond lekker was. Ik herinnerde hem eraan dat hij nog naar de chiropractor moest. Dat was hij vergeten, zei hij. ‘Als je nu op je fiets stapt, ben je nog op tijd’, stuurde ik. Ik kreeg een duimpje terug. De volgende ochtend stonden we al voor dag en dauw op Schiphol. Aan boord raakte Nicolette nog aan de praat met een vrouw die ook haar kind was verloren. Ik mengde me bewust niet in hun gesprek, ik had tenslotte niet zoiets meegemaakt. Niet wetende dat mijn zoon op dat moment ook al niet meer leefde…”

Nicolette: “We vlogen nog boven het water van Tenerife toen ik mijn telefoon pakte om te kijken of er al bereik was. Ik zag meteen allemaal berichtjes van Peter. ‘Er is iets ergs gebeurd met Erwin’, appte hij. ‘Hij heeft zelfdoding gepleegd’. Ik vroeg of hij nog leefde en het antwoord was ‘nee’. Op dat moment zag ik Sylvia naar haar telefoon reiken. Ik wist wat het met je doet als je hoort dat je kind dood is en ik wilde voorkomen dat zij dat middenin een vol vliegtuig moest meemaken. Ik vroeg daarom of ik haar telefoon even mocht hebben, maar ze had meteen door dat er iets was en eiste dat ik het zou vertellen. Uiteindelijk heb ik dat dus maar gedaan. Waar ik bang voor was gebeurde: ze schreeuwde het hele vliegtuig bij elkaar. Zweten, gillen, huilen… Zelf bleef ik redelijk rustig, ik ben meteen in de regelmodus geschoten. We moesten immers zo snel mogelijk weer naar Nederland.”

Sylvia: “Die drieënhalf uur terug naar huis, zonder bereik, waren verschrikkelijk. Ik bleef me maar afvragen wat er gebeurd was als ik die avond niet was weggegaan. We vermoeden dat Erwin bewust heeft gewacht op dit moment, zodat ik hem niet zou vinden. Dat heeft zijn vader gedaan, de volgende ochtend. Waarom hij het heeft gedaan, blijft gissen. Erwin ging bijna fluitend naar school, handbalde vijf keer in de week en had een druk sociaal leven. Ik heb geen enkele foto gevonden waarop hij het niet naar zijn zin leek te hebben. Wel had hij een paar weken eerder tegen een vriend gezegd dat hij niet lekker in zijn vel zat. Hij voelde zich eenzaam, sinds zijn broer en zus uit huis waren. Op aanraden van die vriend heeft hij dat met ons gedeeld en we hebben er een goed gesprek over gehad. Niemand, ook zijn vrienden niet, wist dat hij nadacht over zelfdoding. Het blijft moeilijk te accepteren, maar toch heb ik meteen toen ik thuis was gezegd dat dit zijn keuze was. Er was blijkbaar iets waar Erwin mee worstelde waar hij hier niet mee kon dealen…”

Uitvaart voor een tiener

Nicolette: “Ik zag het verdriet van mijn vrienden en wist tot in detail wat hen nog te wachten stond. Voor Danielle had ik bewust een afscheidsdienst geregeld die bij haar paste: een knalroze kist, de uitvaartbegeleiders op sneakers. Het leek me vreselijk als Erwin zo’n grijzepakkenuitvaart kreeg. Daarom heb ik meteen aan Sylvia en haar man gevraagd of ze het goed vonden dat ik alles zou regelen. Ik ben nog steeds blij dat ik dat voor ze heb kunnen doen, al heb ik het wel onderschat. Terwijl ik achterin de coulissen stond, zag ik namelijk in de zaal mijn eigen kinderen breken. Zij hadden ook verdriet, en ik kon ze op dat moment niet troosten. Ik heb me toen wel gerealiseerd dat ik er niet voor iedereen tegelijkertijd kon zijn. Ik zat immers ook nog middenin mijn eigen rouwproces, ik kon dat van Sylvia er niet bijhebben. Daarom heb ik tegen haar gezegd dat ik het helaas nog niet kon opbrengen om elke week naar haar toe te komen.”

Sylvia: “Dat is de rode draad van onze vriendschap: we kunnen alles tegen elkaar zeggen. Ik vond het fijn dat ze dit gewoon benoemde en begreep het ook. Ik had nog een vriendin die wél om de hoek woonde, daar kon ik altijd terecht. En als ik Nicolette nodig had, was zij er ook. Ik hoefde maar een berichtje op Facebook te posten en ze hing al aan de telefoon, omdat ze tussen de regels door las dat ik het zwaar had. En andersom was dat ook zo. We weten precies van elkaar wanneer we het extra moeilijk hebben en dan sturen we een kaartje of bellen we even.”

Als een amputatie

Nicolette: “Een kind verliezen is als een beenamputatie: je bent een deel van jezelf kwijt en moet zoeken naar een manier om weer te leren lopen. Sylvia en ik doen dat allebei, maar de manier waarop komt niet overeen. Zelf heb ik bijvoorbeeld meteen hulp gezocht om mijn trauma’s te verwerken. Ook heb ik een stichting opgericht, Team Danielle, waarmee ik presentaties geef op onder meer scholen en bij verenigingen en bedrijven. Op die manier wil ik mensen bewust maken van de gevolgen van het gebruik van xtc. Ik ben ook na vijf weken alweer aan het werk gegaan, omdat ik meer wilde zijn dan alleen die moeder van dat meisje dat aan drugs overleden was. Sylvia deed dat allemaal anders. Zij ging niet meer naar haar werk, was het eerste jaar alleen maar met haar verdriet bezig. Ik wilde haar graag uit die put halen, maar wist niet hoe ik dat moest aanpakken. Gelukkig kwam ze uiteindelijk ook zelf tot de conclusie dat ze hulp nodig had.”

Sylvia: “Ik heb veel gehad aan gesprekken met een rouwtherapeut, nog steeds ga ik daar weleens heen. Ze heeft me geleerd dat er geen goed en geen fout is als het gaat om rouw. Iedereen doet het op zijn eigen manier. Nicolette heeft bijvoorbeeld stickers gemaakt met ‘kusje van Daan’, die zij en haar ‘team’ op zoveel mogelijk plekken achterlaten, zodat Danielle toch nog een beetje de wereld over reist. Dat vind ik heel mooi en ik verspreid ze zelf ook, maar ik heb dan geen behoefte om Erwin ernaast te plakken. Dit is háár stuk en dat ga ik niet kopiëren. Wat we wel gemeen hebben, is dat we allebei regiocoördinator – ik Drenthe, zij Noord-Holland – zijn van stichting OOK, Ouders Overleden Kind, waarbij we andere ouders begeleiden.”

Nicolette: “Hoe het is om een kind te verliezen, kun je alleen begrijpen als je het zelf meemaakt. Die pijn gaat tot diep in je vezels. Iedere moeder is weleens heel even haar kind kwijt geweest. Vermeng dat gevoel van paniek met het diepste liefdesverdriet dat je ooit hebt gekend, zeg ik als mensen me vragen uit te leggen wat ik ervaar. Aan Sylvia hoef ik niets uit te leggen en dat is fijn. Zij weet bijvoorbeeld hoe belangrijk het is om de naam van je overleden kind te blijven noemen, of om foto’s te delen. We zijn nog steeds trots op onze kinderen. Sylvia was erbij toen ik die trots voor het eerst voelde, vlak na de geboorte. En zij was, samen met mijn andere beste vriendin, ook de laatste die in de aula zat bij haar afscheid. Dat zegt wel iets over hoe diep onze vriendschap is.”

Sylvia: “Mensen zeggen vaak: ‘Wat fijn dat jullie dit met elkaar kunnen delen’. Maar dat is helemaal niet fijn. Je wilt als vriendinnen niet dat de ander zoiets moet meemaken. En omdat we ook veel hielden van elkaars kinderen, is de rouw alleen maar dubbel zo groot geworden. Maar het is zoals het is, het verlies van onze kinderen is verweven met ons leven, én met onze vriendschap. Gelukkig is dat niet het enige wat we delen. Laatst zijn we bijvoorbeeld weer samen op vakantie geweest, naar Zakynthos. Natuurlijk hebben we daar in een kerk even een kaarsje voor Danielle en Erwin gebrand, maar we hebben vooral ook veel plezier gemaakt. Want dat kunnen we samen gelukkig óók nog steeds.”

Tekst: Marion van Es
Foto: Amaury Miller
Visagie: Lisette Verhoofdstad

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een abonnement op Vriendin.