Placeholder

Ontvrienden

Knof besluit zijn werkster te ontslaan. Hij heeft alvast voor de spiegel geoefend, zodat er niets verkeerd kan gaan. Alleen is ze die ochtend te vroeg. Door deze onverwachtse wending loopt alles net even iets anders…

Knof besluit zijn werkster te ontslaan. Hij heeft alvast voor de spiegel geoefend, zodat er niets verkeerd kan gaan. Alleen is ze die ochtend te vroeg. Door deze onverwachtse wending loopt alles net even iets anders…

Om een uur of twaalf zal ze komen aanfietsen. Ze opent de voordeur, roept: ‘Alles goed?’ en legt sleutels op de keukentafel. Dan moet het gebeuren, dat is mijn moment.

Ik oefen het voor de manshoge, antieke spiegel die tegenover de trap hangt.

‘Luister,’ zeg ik rustig, maar dwingend. ‘Ik moet je iets vervelends vertellen.’ Ik geef haar de envelop met vertrekpremie en de afscheidskaart die de kinderen voor haar geschreven hebben en dan laat ik haar met rust. Ze zal van haar stuk gebracht zijn, verdrietig. Ze zal ruimte nodig hebben om het te verwerken.

Het gaat prima. Eigenlijk, doe ik het heel goed als baas. Op een vreemde manier begin ik er zelfs zin in te krijgen: wat volwassen zeg, iemand ontslaan.

Om kwart voor twaalf bedenk ik me dat ik om moet kleden: een SuperMario T-shirt geeft niet de uitstraling van warme zakelijkheid die voor deze gelegenheid nodig is.

Op onze slaapkamer trek ik mijn T-shirt uit. En ook maar meteen die afgetrapte spijkerbroek.

‘Hallo, alles goed?’ galmt het door de gang.

Stik! Ze is te vroeg. Haastig schiet ik het overhemd aan. De keukendeur gaat open, een sleutelbos rammelt.

‘Hé,’ roept ze. ‘Leuke kaart!’

‘Niet lezen!’ roep ik terug.

Even is het stil. Ik hol de trap gang op en ben halverwege de trap als ze begint te tieren in een taal die ze normaal alleen in haar mobieltje spreekt. Ze stampt de gang op en richt een woedende wijsvinger op mij. Altijd is ze vrolijk. Nooit eerder heb ik haar zonder glimlach gezien.

‘Luister,’ piep ik. ‘We moeten even praten.’

Dan breekt haar gezicht uit in een schitterende lach. Haar schouders schokken en ze houdt haar buik vast. Een shockreactie: het nieuws is te groot voor haar. Ik grinnik maar wat mee.

Als ze bijgekomen is, pakt ze haar mobieltje, houdt het apparaatje op armlengte voor zich uit en richt het.

‘Say cheese!’ zegt ze. Ik knipper met mijn ogen tegen de felle flits.

Lachend loopt ze terug de keuken in. Van haar vrolijke stortvloed aan woorden, versta ik alleen ‘facebook’.

Ik blijf alleen achter op de trap. Goh, dat was het dus.

Het is heel anders gelopen dan ik dacht, maar niet slecht. Toch? Ik daal de trap af. Als ik de spiegel passeer, zie ik wat zij zojuist zag. Een scheef dichtgeknoopt overhemd. Een boxershort met roze hartjes. Twee witte knieën op twee nog wittere benen.

Even aarzel ik: eerst een broek aandoen, of…? Dan trek ik een sprint naar de studeerkamer om haar te ontvrienden.

 

Wil je meer lezen van Knof? Bestel dit boek nu op ako.nl (zonder verzendkosten!)