begrafenis

Robine: ‘Aan het graf van mijn vader ontmoette ik ineens mijn halfbroer’

Alsof de dood van haar vader nog niet pijnlijk genoeg was, ontmoette Robine (28) op de begrafenis een puber die haar halfbroer bleek te zijn. “Het voelt alsof ik jarenlang in de maling ben genomen.”

Robine: “De aanwezigheid van mijn halfbroer en zijn moeder, op de uitvaart van mijn vader, was een grote verrassing voor mij. Of beter gezegd: een schok. Ik had überhaupt géén idee van hun bestaan. Maar daarin was ik kennelijk een van de weinigen. Achteraf bleek mijn halve familie van het verhaal af te weten: mijn moeder, haar zussen, andere tantes, ooms, opa en oma van moeders kant, zelfs mijn oudste nicht. Ze hadden allemaal hun mond gehouden. Officieel om mij leed te besparen – al vind ik dat gek bij een volwassen vrouw die best weet wat er te koop is in de wereld. Ik denk eerder om mijn vader de hand boven het hoofd te houden. Ik was altijd zijn oogappel, hij mijn held. Volgens mijn moeder wilde hij bij mij niet ook van zijn voetstuk vallen. Dat was hij immers al bij de rest van de familie het geval die hem afkeurden vanwege zijn langdurige affaire met daaruit voort gekomen ‘bastaardzoon’.”

Schaduwgezin

“Tot een half jaar terug zou ik het gezin waarin ik ben opgegroeid omschrijven als ‘hecht, warm en close’. Met een vader, moeder en ik als enig kind, tenminste dat dacht ik.  Het huwelijk van mijn ouders zou ik ook bestempelen als erg goed. Er waren wel af en toe wat woordenwisselingen, maar die ontaardden nooit in een stevige ruzie.
Ik heb ook nooit iets gemerkt van een crisis, terwijl mijn ouders die wel degelijk hebben doorgemaakt. Zeker rond 2009 hebben ze op het punt gestaan uit elkaar te gaan. Mijn vader heeft toen een aantal weken niet thuis geslapen. Ik was toen een jaar of tien en kan me nog vaag herinneren dat mijn vader destijds voor zijn werk naar het buitenland moest. Maar ik kan me geen heibel herinneren. Mijn moeder was gewoon haar lieve zelf.
Ze zegt nu dat ze best verdrietig en boos is geweest, maar dat ze toen de schijn ophield, ze wilde niet dat ik eronder moest lijden. En ook toen mijn vader na een aantal weken terugkeerde en ze nog flink wat strijd onderling hadden, is dat langs mij heen gegaan.
Terwijl er flink wat gaande was. Bijna drie jaar lang heeft mijn vader er een compleet ‘schaduwgezin’ op na gehouden. Hij had een affaire met Sylvia, een vrouw van zijn werk op wie hij gek was geworden. Dat mocht hij van mijn moeder gaan ‘uitzoeken’. Ze waren op dat moment al bijna twintig jaar samen. Zij accepteerde zijn verliefdheid op Sylvia en gaf hem alle ruimte om te daten met deze dame. Mijn moeder dacht door hem in alle rust te laten kijken of het wat met die vrouw kon worden, hij weer bij haar en mij zou terugkeren.  Ze wilde hem absoluut niet kwijt.
Ongelofelijk als ik daar over nadenk, wat een actrice moet mijn moeder zijn geweest. Bewonderenswaardig knap. Ik heb haar nooit zien huilen. Ik zag ook niks aan mijn vader, maar zijn dubbelleven speelde zich voornamelijk af als ik op school was of al op bed lag. In mijn herinnering deden we elk weekend iets leuks met z’n drieën.
Toch heeft mijn vader een hele tijd geoorloofd van ‘twee walletjes’ kunnen eten. Volgens mijn moeder – ik kan het niet meer checken bij mijn vader – wilde hij net stoppen met Sylvia, toen ze plotseling zwanger bleek te zijn. Sylvia wilde het kind per se laten komen, ook al had mijn vader gezegd dat hij voor een leven met mijn moeder (en mij) koos.
Om alles netjes te regelen en is hij die zwangerschap ook nog actief in haar buurt geweest en hebben ze er na de geboorte van Noah samen een punt achter gezet. Sylvia zou volgens afspraak Noah alleen opvoeden, weliswaar met financiële steun van mijn vader. Mijn vader keerde definitief bij mijn moeder en bleef daar tot aan zijn overlijden, afgelopen januari.”

Allemaal geheimen

“Om mij te beschermen werd me niets verteld. Daar is op zich iets voor te zeggen, zeker omdat ik toen erg jong was. Maar wat ik kwalijk vind, is dat bijna alle andere familieleden, zowel van vaders als moeders kant – wél van het bestaan van de zoon van mijn vader wisten. Dat voelt met terugwerkende kracht alsof ik jarenlang in de maling ben genomen. Elk familiegebeuren hebben ze net gedaan alsof er niets aan de hand was. Pijnlijk als ik daarover nadenk.
Mijn ouders hadden me op z’n minst op mijn achttiende deelgenoot kunnen maken van hun geheim. Zeker omdat mijn vader nog wel iets van contact met zijn zoon had en er geen reden meer was om hem geheim te houden. Hij had me (desnoods op latere leeftijd) een keer mee kunnen nemen en me aan mijn halfbroer kunnen voorstellen.
Elk jaar in april, rond de geboortedag van Noah, bracht mijn vader een bezoekje aan zijn zoon. Het was de enige keer in het jaar dat hij zijn kind zag, zijn moeder vond Noah lang te jong voor meer contact, plus de situatie te ingewikkeld. Sylvia had inmiddels ook een nieuwe partner die de jongen opvoedde als zijn eigen kind. De rol van mijn vader was daardoor een soort suikeroom. Hij heeft die verjaardagsvisites volgehouden totdat de jongen naar de middelbare school ging. Daarna heeft hij geld gestort op de rekening van Noah. Dat deed hij naast de alimentatie die hij de moeder maandelijks overmaakte.
Ik wist daar dus niets van. Hoewel ik mijn vaders lieveling was en hij me elke dag vertelde hoe gek hij op me was, heeft hij nooit iets losgelaten over een halfbroer. Zelfs niet toen hij anderhalf jaar geleden alvleesklierkanker kreeg en een heftig, kortdurend ziekteproces inging. Zijn overlevingskansen waren al direct heel klein. Ik zegde mijn kamer op en trok weer bij mijn ouders in. In mijn ogen had hij in de weken die volgden álle kans zijn geheim met mij te delen, móéten delen zelfs, om zo met een schoon geweten te kunnen sterven.
Maar zelfs toen heeft hij me niks verteld. Iets wat ik erg verdrietig en jammer vind, want daardoor was de schok extra groot, toen ik mijn halfbroer voor het eerst zag. Op de uitvaart van mijn vader dus.”

Vreemde verrassing

“Die hele dienst is als een roes aan me voorbij gegaan. Ik heb nog wel een gedicht voorgelezen, maar het verhaal wat ik erna wilde vertellen, kon ik niet meer.  Pas bij het condoleren, werd ik weer wat rustiger. Het gevoel kwam terug dat ik ook had tijdens de euthanasie: gelukkig is hij van zijn helse pijnen af. Daardoor kon ik iedereen de hand schudden en een praatje maken. Ook mijn moeder had zich herpakt. Ze reageerde bijna verheugd toen ze twee mensen ontdekte die op ons afliepen. Ik had geen idee wie dat waren, maar dat werd me snel duidelijk.
Mijn moeder en de vrouw omhelsden elkaar, zeiden wat troostende woorden, daarna werd ik aan haar voorgesteld: ‘Robine, dit is, ja, hoe zal ik het zeggen? Nou eh, de moeder van jouw halfbroer Noah!’ Vervolgens werd deze Noah half in mijn richting geschoven en stond ik oog in oog met een puber die bijna een kopie was van mijn vader in zijn jonge jaren. 
Op dat moment schoten allerlei emoties door mij heen: ongeloof, ontroering, paniek, verslagenheid, maar ergens ook blijdschap. Dat klinkt misschien gek, maar het leek alsof ik iets terugkreeg van mijn vader, die ik net had begraven.
Het was niet de plek, noch het tijdstip om lang te praten, dus het bleef bij een kort ‘je hoort het nog wel’ van mijn moeder. En Noah mompelde iets als: ‘Leuk je te ontmoeten, ik heb altijd een grote zus willen hebben.’ Daarna gaf hij me een soort halve knuffel, lief bedoeld maar zeer awkward.
Met veel moeite doorstond ik de rest van de condoleances , maar eenmaal thuis stortte ik in. Alle emoties van de laatste weken plus de nieuwe door deze bizarre verrassing kwam eruit. Ook hoorde ik toen eindelijk de niet zo fraaie liefdesgeschiedenis van mijn vader.”

Band opbouwen

“We zijn nu een paar maanden verder en ik ben een stuk kalmer, maar ik heb enorm geworsteld met de hele situatie. Vrij snel na de begrafenis, ben ik met terugwerkende kracht eerst boos geworden op mijn vader. Ik vind het triest en oneerlijk dat hij me dit nooit heeft willen vertellen, het doet toch afbreuk aan de band die we hadden.
Maar ook mijn moeder gaat niet vrijuit. Zij had mijn vader niet alleen moeten pushen de waarheid te vertellen, ze had ook voor de begrafenis zelf het verhaal kunnen opbiechten. Zij heeft immers de rouwkaart geappt naar de moeder van Noah. Ze wist dat daarmee de kans zou bestaan dat ze kwam opdagen. Ik ben een aantal dagen pislink geweest op haar. Had ze me niet kunnen waarschuwen? Mijn moeder geeft toe dat ze hierin fout is geweest, maar gooit het op de wens van mijn vader, plus de emoties die volgden in de dagen erna. Ze had geen geschikt moment gevonden, beweert ze.
Ik betwijfel het, maar heb die boosheid dat nu losgelaten. Omzien in wrok heeft weinig zin en levert niets op. Ik wil mijn aandacht liever richten op positieve zaken, zoals een band opbouwen met Noah. Nu ik weet dat ik een halfbroer heb, wil ik hem ook leren kennen. Iets wat hij ook zegt te willen. Ook al is hij zestien, hij is erg volwassen voor zijn leeftijd.
Anders dan ik wist Noah wel dat zijn – onze – vader een ander gezin had. Zijn moeder is altijd eerlijk geweest over de situatie. Hij heeft geen echte vader-zoonband gekend, maar hij wist wel waar hij vandaan kwam en als dat nodig was, stond mijn vader hem bij, ook financieel.
Noah en ik hebben nu drie keer met elkaar iets gedaan: een keer geluncht, geskeelerd en op een terras gezeten. We proberen voorzichtig iets op te bouwen. Op zich vind ik het wel grappig dat ik nu een ‘broertje’ heb. Het is leuk om dingen bij elkaar te zoeken die we delen of karaktereigenschappen die hij heeft van mijn vader. Maar hij voelt nog niet als familie. Dat kan ook niet zo snel. Ik heb zestien jaar niet geweten dat ik nog een broer had, ik gun mezelf de tijd te wennen aan het idee. Het is in ieder geval mooi dat uit zoiets negatiefs als het overlijden van mijn vader, iets positiefs is gekomen.”

Tekst: Joan Makenbach. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​​
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.