Sacha kwam al op haar 26ste in de overgang
26 april 2023
Als Sacha (29) en haar man Leroy (35) aan kinderen willen beginnen, gaat dat niet vanzelf. De schok is groot als Sacha op haar 26ste in de vervroegde overgang blijkt te zijn. “De kans op een succesvol fertiliteitstraject was nihil, vertelde de arts ons.”
Sacha: “In 2019 gingen Leroy en ik ervoor: we wilden een kindje. Binnen vier maanden was ik zwanger. We waren dolblij, maar bij de eerste echo bleek het hartje niet te kloppen, een ‘missed abortion’ noemen ze dat. Ik kreeg eigenlijk meteen al een onbestemd gevoel. Er klopte iets niet. Ik werd in de weken daarna ook maar niet ongesteld. ‘Het duurt me allemaal te lang’, zei ik tegen de huisarts. Volgens hem was het heel normaal, mijn hormonen waren gewoon van slag door de zwangerschap. Ik werd na een tijdje inderdaad wel weer ongesteld, maar onregelmatig. Daarnaast zat ik niet lekker in mijn vel. Mijn lontje was kort en ik was snel op mijn tenen getrapt. ’s Nachts had ik last van opvliegers en ik had stemmingswisselingen. Mijn verdrietige gemoed paste niet bij me.
Het onbestemde gevoel bleef aanhouden, ook nog toen we al zes maanden verder waren. Omdat ik een familiair kankergen heb, dat een verhoogde kans geeft op baarmoeder- en eierstokkanker, heb ik bij mijn huisarts aangedrongen op verder onderzoek. Ik mocht naar een gynaecoloog toe, die al na een eerste bloedtest vaststelde dat ik in de overgang was. De luxaflex achter de arts begon te bewegen toen ik dat hoorde, zo duizelig werd ik. ‘Serieus?’ vroeg ik, misselijk en vol ongeloof. Ik had met álles rekening gehouden, behalve met die optie. Ik wist niet eens dat het kon…
Leroy was stil. We wisten allebei niet wat we ermee aan moesten. ‘Jullie kunnen een fertiliteitstraject in, maar de kans op succes is nihil’, kregen we te horen. Als je lijf geen eitjes meer aanmaakt, valt er ook niets te oogsten natuurlijk. We hadden zo veel vragen. Wat betekende dit nou precies voor onze kinderwens? En wat betekende een vervroegde overgang voor mijn lichaam?”
Andere toekomst
“De boodschap zette mij enorm aan het denken. Ik overwoog even om per direct te stoppen met mijn baan en te gaan reizen met Leroy. Ik werkte met het doel een gezin te onderhouden; wat als dat gezin er nooit zou komen? We waren getrouwd, onder meer om dezelfde achternaam te hebben voor onze kinderen. En we hadden een huis met meer dan voldoende ruimte gekocht. Onze hele toekomst zag er ineens anders uit.
De gynaecoloog had gezegd dat we, als we dat wilden, direct een fertiliteitstraject mochten starten. Iedere maand telde. We hebben er geen seconde over getwijfeld. Ik wist niet of en hoe lang ik nog vruchtbaar was. Ik kon het risico niet nemen een eventueel laatste goede maand te verspillen.
Ik kreeg hormonen om bij mezelf in te spuiten. Daar had ik amper last van, ik bleef gewoon werken en sporten. Na twee weken kreeg ik een echo om te kijken wat er gebeurde. Niets, er gebeurde niets. ‘Het houdt op voor jullie’, werd er gezegd. Ik heb gesmeekt om nog een poging, maar dat haalde niets uit. Er werd volgens protocol gehandeld. De, overigens heel lieve, gynaecoloog adviseerde ons na te denken over adoptie of eiceldonatie. Maar zover was ik nog niet, we hadden in mijn ogen slechts een halve, wat zielige poging gedaan. Daarnaast was ik één keer spontaan zwanger geworden; hoe groot was de kans dat dat destijds mijn allerlaatste eicel was geweest?”
We gaan ervoor
“We wendden ons tot een kliniek in Duitsland met een Nederlands team; dat was voor mij een vereiste, dat communiceert zoveel fijner. We konden er na een twee maanden al terecht. Ik was inmiddels gestopt met werken, emotioneel en lichamelijk was ik een wrak geworden door alles. De arts die we spraken gaf ons 5% kans. ‘Jullie zijn zo gedreven, je bent nog zo jong; we gaan ervoor’, zei hij. Wel werd ons op het hart gedrukt dat we er serieus rekening mee moesten houden dat het nooit zou lukken. Die eerlijkheid had ik nodig. Niemand hoefde het voor mij mooier te maken dan het was. We moesten soms wel vier keer per week naar Düsseldorf, maar met resultaat. Er was uiteindelijk een eicelrijping te zien!
Er volgde een punctie, die in Duitsland gelukkig onder algehele narcose plaatsvindt. Toen ik wakker werd, hoorde ik de vrouwen naast mij de uitslag al krijgen. De een na de ander kreeg het slechte bericht van nul eicellen. Dan zal het bij mij ook wel niet gelukt zijn, dacht ik. Maar tot mijn verbazing en blijdschap waren er twee eicellen geoogst. Eentje deelde door en zou worden teruggeplaatst. De avond voordat dit zou gebeuren, sliep ik bij mijn zusje, zij woonde dichterbij Duitsland. Ik stond onder de douche en had plotseling het gevoel dat ik moest bevallen. Ik had zoveel pijn. Er kwam een ambulance om mij naar het ziekenhuis te brengen. Daar bleek mijn eierstok gescheurd, dit was mogelijk tijdens de punctie gebeurd. Midden in de nacht werd ik geopereerd en na een dag herstel werd toch, op mijn verzoek, de eicel teruggeplaatst. Mijn lijf was daar helemaal niet klaar voor, de terugplaatsing mislukte.
Het was allemaal loodzwaar, ik wist niet of ik het nog eens aankon. Een van mijn beste vriendinnen, Anne-Fleur, was niet lang daarvoor op 28-jarige leeftijd aan eierstokkanker overleden. Zij was zo’n vechter, dat zorgde bij mij voor extra vechtlust. Anne-Fleur had de mogelijkheid niet meer een kind te krijgen, voor mij was die kans er nog wel. Ik was het haar verplicht het opnieuw te proberen, vond ik.”
Laatste poging
“Ik ging weer aan de hormonen en opnieuw werden er twee eicellen geoogst, waarvan er eentje door deelde. Ook die terugplaatsing mislukte, dat ging heel snel allemaal. Onthutst bleven we achter. Hoe vaak moet ik dit nog doen? dacht ik. De arts zei dat ik een maand verplicht rust moest nemen. Ik wilde dat niet, maar het was wel verstandig. Mijn lichaam was op. Samen met Leroy ben ik het Pieterpad gaan lopen. In vier dagen liepen we 100 kilometer. De tijd samen was fijn. We hebben eindeloos gepraat, je kunt niets anders. Het was ook fijn weer lichamelijk actief te zijn. Ik had de afgelopen maanden eigenlijk alleen maar depressief op de bank gezeten.
We kregen nog één IVF-poging vergoed. We besloten ervoor te gaan. Ik kreeg een nieuwe medicijncocktail en dit keer had ik niet twee, maar zes eicellen, waarvan er drie door deelden. Ik zat beter in mijn vel en voelde me fit. ‘Als dit niet lukt, stop ik’, zei ik tegen Leroy. Ik wilde weer leven, weer werken en mijn huis uit. Ik was er wel klaar mee dat mijn leven zo stil stond.
Kort na de terugplaatsing van de eerste eicel, verloor ik bloed. De volgende ochtend moest ik een test doen. Ik wilde het niet, ik kende de uitslag toch al. ‘Doe nou maar, ik moet zo naar mijn werk, anders wil je het over een uur toch en dan ben ik er niet’, haalde Leroy mij over. Ik deed de test en gooide ’m na een paar minuten achteloos over mijn hoofd richting prullenbak. ‘Niet zwanger’, zei ik – maar terwijl ik dat zei, zag ik ineens twee strepen in het scherm. De test lag inmiddels op de grond en ik werd helemaal gek. Leroy dacht dat ik zou flauwvallen, zo hysterisch was ik.”
Zoveel angst
“Ik was eindelijk zwanger en ik bleef zwanger. Mentaal was het ongelooflijk zwaar. Ik had zoveel angst en was voortdurend in paniek als ik de baby ook maar eventjes niet voelde. Met veertig weken zwangerschap wilde ik gestript worden. ‘Ze moet er nu uit, straks gaat ze alsnog dood’, heb ik gezegd. Mijn bloeddruk was torenhoog, waarschijnlijk door de stress, waarop ze besloten mij in te leiden. Zover kwam het niet. De ochtend van de inleiding braken spontaan mijn vliezen. Na acht uur werd onze dochter Maeve geboren. Mijn placenta kwam niet los, waardoor ik daarna naar de operatiekamer moest. Weer uit de narcose durfde ik niets. Ik was als de dood dat ik iets verkeerd zou doen. Ik durfde Maeve niet om te kleden, ik durfde haar niet eens vast te pakken. In de kraamweek heb ik mezelf echt even tot de orde moeten roepen. Pas toen ik met haar naar buiten kon, kwam mijn vertrouwen weer een beetje terug. Met Maeve ging het supergoed, ik heb die eerste periode – ook door de lockdown – als eenzaam ervaren. Er was natuurlijk ook zoveel gebeurd. Dat moest ik allemaal nog verwerken, denk ik.
Leroy en ik willen heel graag nog een tweede kindje. Het was het beste om met een nieuwe IVF-poging te wachten tot Maeve een jaar zou zijn, werd ons gezegd. Er liggen nog twee eicellen in de vriezer. ‘Probeer het maar alvast op de natuurlijke manier’, adviseerde de arts ons. En zo kwam het dat ik zes maanden na Maeves geboorte toch zwanger raakte. We waren vol ongeloof; hoe kón dit? Maar ook deze zwangerschap eindigde in een miskraam. Dat hakte er enorm in. Voor mijn gevoel is mijn enige kans op een natuurlijke zwangerschap mij ontnomen. Het maakte me ontzettend verdrietig. ‘Ik wil nooit meer kinderen krijgen’, heb ik in mijn eerste emotie gezegd. Maar die wens is er diep van binnen nog steeds, die raak je niet zomaar kwijt.”
Gezicht
“Afgelopen zomer waren we op vakantie, waar ik een baarmoederontsteking kreeg. Daar zat ik, in de schaduw aan de antibiotica… Terwijl Leroy zich over Maeve ontfermde, ontstond bij mij het plan iets te doen voor vrouwen met vruchtbaarheidsproblemen. Ik fotografeerde al hobbymatig en besloot het professioneel te gaan doen en dan alles rondom gezinsfotografie. Ik startte mijn eigen onderneming – In Veins Fotografie – en begon een prachtig project. In de serie ‘Als het niet vanzelf gaat’ portretteer ik zestien vrouwen die op een letterbord hun vruchtbaarheidstraject hebben staan. Ik wil deze vrouwen een gezicht geven. Vaak blijven die verhalen onverteld, er rust toch een taboe op. En omdat ik uit ervaring weet hoe heftig het is, gaat mijn luisterend oor verder dan: ‘O joh, wat erg’. Ik wil het verschil maken.
Een volgende miskraam kan ik niet aan. Althans, niet nu. De twee embryo’s liggen er over vijf jaar ook nog wel, we hebben geen haast. Wel is het zo dat, mochten die twee embryo’s niet tot een kindje leiden, de kans op een biologisch eigen kind verdwenen zal zijn. Dat we Maeve nu hebben, maakt het allemaal niet minder erg, dat verdriet is er nog steeds. Maar zij maakt wel dat ik weer kan genieten. Ik ging laatst shoppen voor de baby van een vriendin, zij liep acht weken voor op mijn laatste zwangerschap. ‘Wil je dat wel?’ vroeg Leroy bezorgd. Dat wilde ik zeker. Ik gun het mijn vriendin en bovendien heb ik nu óók een kindje om voor te winkelen. Ik ben niet meer die ‘vrouw-zonder-kind’.
Leroy en ik zijn alleen maar meer naar elkaar toegegroeid door alles wat er gebeurd is. We weten wat we aan elkaar hebben. Op momenten dat we het niet meer goed zagen komen, wisten we dat we ook samen oud zouden kunnen worden, maar dat Maeve er nu is, is wel het allermooiste dat ons kon overkomen.”
Tekst: Hester Zitvast
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.