Saskia verloor in één weekend haar beide ouders aan corona
8 april 2022
Op 19 en 20 december 2020 overleden de ouders van Saskia (54) aan de gevolgen van corona, 28 uur na elkaar. De leegte die ze achterlaten is immens. “Mijn ouders waren alles voor me, het gevoel wees te zijn, kan ik niet beschrijven.”
Saskia: ”Elke zaterdag als ik boodschappen doe, besef ik extra wat ik mis. Ik vul mijn kar voor mijn eigen gezin, maar niet meer voor mijn ouders. Zij overleden ruim een jaar geleden in hetzelfde weekend, na een kort en heftig ziekbed door corona. Het gevoel wees te zijn kan ik niet beschrijven. De leegte die mijn ouders achterlaten is enorm, het lukt me niet die op te vullen. Nog niet. Ik mis contact, even een praatje. Soms overvalt het me ineens, dan grijp ik al naar mijn telefoon om gewoon iets te vertellen. Maar dat kan niet meer, nooit meer. Het maakt me intens verdrietig.”
Op zaterdagochtend 5 december 2020 bracht Saskia – zoals altijd – boodschappen bij haar ouders, ze trof haar vader Wim van 84 in zijn pyjama aan. “Dat deed hij nooit, maar hij voelde zich niet lekker genoeg om zich aan te kleden. Op dat moment maakte ik me nog niet echt zorgen. Twee dagen later wel, toen hij me in de loop van de ochtend belde om te vertellen dat de huisarts zou komen omdat zijn situatie was verslechterd. Ik wilde mijn werk aan de kant schuiven en meteen in de auto springen, maar mijn schoonzus was inmiddels al gearriveerd. Fijn, want mijn moeder van 83 kon niet alleen zijn. Ze kampte haar leven lang al met psychische klachten en werd dag en nacht door mijn vader verzorgd. Hij ging met een ambulance naar het ziekenhuis en werd daar op corona getest. De eerste test was nog negatief, de tweede gaf een positieve uitslag.”
Ziek en verward
Haar moeder Wilma was op dat moment nog thuis. Saskia heeft vijf broers en de familie besloot gezamenlijk dat zij naar een zorghotel zou gaan, naast het ziekenhuis waar haar vader lag.
“Ondertussen werd mijn vader naar huis gestuurd. Onbegrijpelijk, dat was niet te doen. Hij was ziek, verward en had hulp nodig. Ik mocht niet naar hem toe omdat hij corona had, maar ging thuis ijsberend door de kamer terwijl de tranen over mijn wangen stroomden. Mijn vader was amper te bereiken, hij was te ziek om de telefoon op te nemen. Na twee dagen ging het zo slecht, dat mijn broertje samen met de huisarts naar hem toe is gegaan. Gelukkig werd mijn vader meteen weer opgenomen in het ziekenhuis. Ondertussen bleken mijn moeder en ik ook allebei positief te zijn. Ik had weliswaar geen klachten, maar moest natuurlijk wel thuisblijven. Ik deed alles voor mijn ouders, deed al jarenlang de boodschappen en verzorgde hen met liefde. Maar nu mocht ik bij geen van beiden langs. Dat vond ik hartverscheurend, zeker toen ik hoorde dat mijn moeder niet meer at. Op de laatste dag dat ze nog thuis was, ging dat ook al moeizaam, maar het was mij toch gelukt haar een boterham met aardbeien te geven. Daar smulde ze van. En nu stond ik machteloos. Dat mijn moeder niet is overgebracht naar het ziekenhuis, vind ik nog steeds onbegrijpelijk. En hoewel mijn vader heel benauwd was, werd hij niet beademd. Hij had een aantal jaar geleden al een document ondertekend dat hij niet aan de beademing wilde, mocht het ooit zover komen. Toen al heb ik met hem besproken dat ik dat lastig vond. Ik denk overigens niet dat beademing hem had kunnen redden, maar misschien had het zijn laatste dagen wel wat draaglijker gemaakt.”
Laatste keer samen
Na haar quarantaine mocht Saskia eindelijk naar haar ouders toe. Ze bezocht als eerste haar moeder. “Ik had haar een week niet gezien en herkende haar amper nog. Dat was echt schrikken: ze lag in bed naar adem te happen, kon niet meer praten en had al dagen niet gegeten. Ik was samen met een van mijn broers, wij vonden steun bij elkaar, het was heftig haar zo te zien. Ik denk dat ze me nog wel herkende, al kon ik haar niet echt bereiken. Zachtjes vertelde ik haar wat er die dagen allemaal was gebeurd, antwoorden lukte haar niet. Die avond is mijn vader vanuit het ziekenhuis heel even bij mijn moeder geweest. Ik was er niet bij en ze hebben me zelf niet meer kunnen vertellen hoe dat voor hen was. Maar de wetenschap dat ze elkaar nog hebben gezien, is fijn.”
De volgende dag ging Saskia naar haar vader en dat weerzien was eigenlijk nog heftiger. Hij was niet zichzelf, zo in de war dat ze hem niet kon bereiken. “Hij zei niets meer terug. Ik ben ervan overtuigd dat hij me op dat moment niet herkende. Ik ging elke dag naar mijn ouders, ’s middags naar mijn moeder en ’s avonds naar mijn vader. Hoop dat ze beter zouden worden, had ik niet. Als ik aan de rand van het bed zat, hield ik hun handen vast en vertelde ik rustig over mijn dag. Vaak was ik alleen en kon ik mijn verdriet daar met niemand delen.”
Pure paniek
Op zaterdag 19 december stond Saskia helemaal ingepakt klaar om bij haar moeder naar binnen te gaan. Ze was vijf minuten te vroeg en de verpleegkundige die haar zou ophalen bij de deur, was er nog niet. “Om vijf voor één besloot ik haar kamer alvast in te stappen. Net op tijd, ik zag meteen dat ze stervende was. Ze had het zo benauwd, ik heb door de gang staan gillen, op alle knoppen gedrukt. Om één uur overleed ze. Door mijn eigen tranen heen zag ik een traan in haar ooghoek zitten, toen ze ging. Pure paniek had zich daar van ons meester gemaakt. Er was niets vredigs aan dit sterven. Mijn broertje is meteen gekomen, zodat we samen naar mijn vader konden gaan. We hadden van tevoren afgesproken dat mijn broertje zou vertellen dat mijn moeder was overleden. Ik kreeg het niet over mijn lippen. Mijn vader was bij toen we het hem vertelden. Hij heeft zijn hoofd neergelegd, is in slaap gevallen en nooit meer wakker geworden. Ik denk dat hij het op dat moment opgaf. Mijn ouders waren 65 jaar samen, wat moest hij zonder haar? Hij had niet de kracht om te vechten voor een leven zonder haar.” In de uren daarna ging het steeds slechter met haar vader. In overleg met de artsen werd besloten hem morfine te geven om de pijn te verzachten. “Ik stond naast zijn bed en hield het kloppen van de slagader in zijn nek in de gaten. Soms bleef die stil. Nog geen uur nadat hij de morfine had gekregen, is ook mijn vader overleden.”
Samen opgebaard
In een weekend je beide ouders verliezen is onvoorstelbaar heftig. Op zondagochtend had de familie de uitvaart voor moeder geregeld, op maandag konden ze met dezelfde begrafenisondernemer om de tafel om alles voor hun vader te bespreken. “Mijn leven lang wist ik dat ik mijn ouders na hun dood zelf wilde wassen en aankleden, vanwege corona mocht dat niet. Dat is me ontnomen en vind ik vreselijk. Ze lagen samen thuis opgebaard, dat was mooi. Daar kon iedereen die dat wilde afscheid nemen. Ik heb die dagen in een roes beleefd. Door mijn tranen heen heb ik op de uitvaart gesproken. In die periode mochten er zestig mensen komen, dat was fijn. Het was mooi, maar zo heftig. Mijn moeder werd als eerste begraven. Ik kan geen woorden vinden voor wat ik voelde toen ik wegliep bij het graf. Terwijl wij met de familie de condoleances in ontvangst namen, werd de kist bedolven onder het zand zodat mijn vader een uur later in hetzelfde graf geplaatst kon worden. Voor mijn ouders hield ik me sterk, maar eigenlijk was het niet te doen.”
Herinneringen koesteren
“Mijn ouders waren alles voor me. Als het nodig was, bracht ik pannetjes met eten. Niets was me te veel. Dat heb ik van huis uit, van mijn vader meegekregen. Hij heeft mijn moeder meer dan veertig jaar verzorgd, ik ken mijn moeder niet anders dan ziek. Ze werd vaak opgenomen om behandeld te worden voor haar psychische problemen. Mijn vader werkte keihard, zorgde voor mijn moeder of bezocht haar en hield het gezin draaiende. De laatste jaren van haar leven was mijn moeder het liefst thuis. Soms ging mijn man even op pad met mijn vader om hem te ontlasten en bleef ik bij haar thuis. Dan zaten we samen lekker te kletsen. Met iets simpels als haar nagels lakken maakte ik haar al gelukkig.
Mijn moeder wilde altijd weten hoe het met mijn zoon is. Een paar maanden na hun dood ging hij samenwonen en volgend jaar gaat hij trouwen. Ik vind het moeilijk dat ik die prachtige hoogtepunten in het leven niet meer kan delen met mijn ouders. Soms proberen mensen me te troosten met uitspraken als ‘ze waren toch al op leeftijd’. Goed bedoeld, maar zo pijnlijk. Mijn ouders waren inderdaad op leeftijd, maar niet klaar om al te gaan en al helemaal niet op deze manier. Het is zo snel gegaan, dat ik het verlies nog geen plekje kan geven. Ik koester de herinneringen aan mijn ouders en de liefde die we voor elkaar voelden. We hebben altijd gepraat, zijn er voor elkaar geweest, hadden het goed samen. De liefde die ik van huis uit ken, geef ik door aan mijn eigen gezin. De kinderen en kleinkinderen zijn mijn hele leven. Soms nemen we de kleintjes – ze zijn nu één en vijf – op zaterdag mee op pad. Het vervangt niet de zorg voor mijn ouders, maar ik geniet er wel ontzettend van. Zij zijn de toekomst, voor hen gaat mijn hart open.”
Tekst: Yvonne Brok
Foto: Yasmijn Tan
Visagie: Lisette Verhoofstad
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.