Ontwerp Zonder Titel 2020 08 28t145033.970

Saskia werd op haar 43ste moeder dankzij eiceldonatie

Vanaf haar 17e kreeg Saskia (51) meerdere keren van haar gynaecoloog te horen dat ze nooit moeder zou worden. Tot een andere arts haar op haar 40e wees op eiceldonatie. “Sophia is ons wonder. Ik vind het krijgen van een kind het mooiste wat er is.”

Saskia: “Ik was als meisje een echt poppenkind, een moedertje. Dat zorgende zit in mij: ik heb veel liefde te geven. Lange tijd kon ik dat niet kwijt aan eigen kinderen, maar wel aan de mensen om me heen. Mijn moeder schreef mij jaren geleden een briefje voor Moederdag. Er stond op: ‘Voor mij is het ook Moederdag voor jou, want jij geeft net zo veel liefde als een moeder.’ Dat vond ik zo lief en bijzonder. Ze vond het heel erg voor me dat ik nooit moeder zou worden.
Op mijn zeventiende kreeg ik te horen dat ik geen kinderen kon krijgen. Ik ging met mijn moeder naar de gynaecoloog, omdat ik nog steeds niet ongesteld was geweest. Al mijn vriendinnen waren wel al ongesteld en op die leeftijd is dat toch wel belangrijk. Tijdens een kijkoperatie aan mijn eierstokken bleek dat ik geen enkele eicel had. Daardoor zou ik nooit een eisprong krijgen en werd ik dus ook niet ongesteld. Voor mijn gezondheid en om botontkalking tegen te gaan was het wel goed een maandelijkse bloeding te krijgen, daarom moest ik hormonen gaan slikken. Ik was nog hartstikke jong en op dat moment nog helemaal niet met een kinderwens bezig. Halverwege mijn twintigste begon het idee van moeder worden op te spelen en ben ik weer naar de gynaecoloog gegaan. Opnieuw kreeg ik de bevestiging dat zwanger worden er niet in zat. Toen heb ik de knop omgezet. Ik wilde genieten van het leven. In mijn omgeving kregen steeds meer mensen kinderen: mijn vriendinnen, mijn broer. Jaloers was ik niet, dat zit niet in me. Ik vond het heerlijk om die kleintjes om me heen te hebben. Als ik een baby mocht vasthouden, vond ik dat geweldig. Maar aan de andere kant sloot ik me er ook deels voor af. Zo wilde ik altijd graag kleuterjuf worden, maar dat heb ik niet aangedurfd. De hele dag voor andermans kinderen zorgen zonder ooit zelf moeder te worden, dat was te confronterend.”

Droom in duigen

“Op mijn 29ste leerde ik mijn man Henk kennen. Hij is zeventien jaar ouder dan ik. Zijn zoon Bas was destijds acht jaar oud. Ik heb nooit geprobeerd om Bas’ moeder te zijn, maar ik kon in de weekenden dat hij bij ons was wel voor hem zorgen en dat vond ik heerlijk. Mijn man spoorde me aan om toch nog een keer naar mijn gynaecoloog te gaan. Misschien was de medische wetenschap inmiddels zo ver dat er toch nog iets mogelijk was. Door de stap naar het ziekenhuis had ik toch weer een beetje hoop gekregen, maar mijn arts was heel duidelijk: het was volgens hem onmogelijk om kinderen te krijgen. Mijn droom lag in duigen. Tegenwoordig zou je vervolgens eindeloos googlen naar andere mogelijkheden, maar die mogelijkheid was er toen nog niet. Ik was verdrietig, maar wilde me er niet meer door laten raken. Daarom trok ik een schild op. Mijn insteek was: ik geloof de gynaecoloog en klaar. Dat hij een ouderwetse man was met ouderwetse ideeën, daar kwam ik pas veel later achter. Hij wees me niet op andere mogelijkheden om zwanger te raken en achteraf gezien is dat raar. Ik heb me er zelf ook niet meer in verdiept. Ik wilde geen wanhopig type worden en ik wilde ook niet dat mijn onvervulde kinderwens mijn leven zou gaan bepalen. Ik was gelukkig met Henk en we leefden een fijn leven met werk en mooie vakanties.”

Kippenvel

“Tien jaar geleden kreeg ik totaal onverwachts toch weer hoop. Ik was veertig en een vriendin van mij raakte in de overgang. Ik wilde weten hoe dat bij mij zou verlopen en maakte een afspraak bij mijn gynaecoloog. Mijn eigen gynaecoloog bleek afwezig en ik kwam tegenover een vervangster te zitten, een Vlaamse arts. Ze wilde me nader onderzoeken en deed een inwendige echo. Ik realiseerde me: zo gaat dat dus als je zwanger bent. Toen ik op het scherm mijn lege baarmoeder zag, kwamen de tranen. Het voelde als een soort afscheid. De gynaecoloog vroeg waarom ik huilde. Ik vertelde dat ik nooit moeder zou worden en zij zei met Vlaams accent: ‘Allee, maar er zijn toch genoeg mogelijkheden?’ Ik krijg nóg kippenvel als ik daaraan denk. Ze vertelde me over de mogelijkheid om zwanger te worden via eiceldonatie. Huilend ben ik naar huis gereden. Er was dus tóch een mogelijkheid om moeder te worden; hoe kón dit? De deur stond weer op een kiertje, maar ik was zo bang voor teleurstelling.”

Traject

“Henk vond het ondanks zijn leeftijd gelijk geweldig. We maakten een afspraak bij vruchtbaarheidskliniek Nij Geertgen. De arts vertelde dat ik bij deze kliniek een eicel van een donor zou kunnen krijgen als Henk zaadcellen zou doneren. Het idee van een anonieme donor sprak ons aan en Henk had geen bezwaar om donor te zijn. Een vriendin van mij bood ook aan een eicel af te staan, maar ik wilde niet het risico lopen dat zij zou zeggen: ‘Je doet de opvoeding niet goed.’ Of dat ons kind op haar zou lijken. Na een aantal gesprekken, waaronder met een psycholoog, zijn we het traject ingegaan. Ik moest heel veel hormoonmedicatie slikken en inwendig inbrengen om ervoor te zorgen dat een embryo in mijn baarmoeder kon innestelen. Zodra er een donoreicel beschikbaar was, moest die in het laboratorium met sperma van Henk worden bevrucht. Daarna volgde een terugplaatsing in mijn baarmoeder. In totaal hebben we in drie jaar tijd vijf pogingen gedaan. Het was een zwaar traject. Na iedere terugplaatsing vroeg ik me constant af: voel ik me anders? Zijn mijn borsten gespannen? Iedere test die we deden was ongelooflijk spannend. Drie jaar lang ben ik alleen maar bezig geweest met zwanger raken. Daardoor stond eigenlijk mijn hele leven on hold. Iedere keer als het misging, was de teleurstelling enorm. Ik kan me van die periode ook niet veel meer herinneren. Henk was een grote steun. Hij is de meest onbaatzuchtige man die er bestaat. Ik had het ook begrepen als hij had gezegd: ‘Ik heb al een kind en ik ben zestig. Dit gaan we niet meer doen’, maar het enige dat hij wilde, was mij gelukkig maken. Na de vijfde poging was ik er zelf klaar mee. Ik wilde mijn leven weer oppakken, weer mezelf zijn. Tijdens een vakantie in Mexico heb ik tegen Henk gezegd: ‘We doen nog een terugplaatsing en dan stoppen we ermee.’ En toen bleek ik zwanger. Ik was zo blij. Ik besloot om niet langer bang te zijn, maar om te genieten. Alle druk viel weg.”

Genieten

“Mijn zwangerschap was de mooiste tijd van mijn leven. Ik ben negen maanden zo gelukkig geweest. Een kind in mijn buik voelen vond ik het mooiste wat er is. Ik heb er alles aan gedaan om zo gezond mogelijk te leven, terwijl ik normaal dol ben op friet en frikandellen. Mijn buik was enorm, maar ik vond mezelf prachtig. Mijn moeder is mee geweest naar iedere controle, iedere afspraak. Ze was zo blij voor me. Het was een en al genieten, tot ik zwangerschapsvergiftiging kreeg en de baby met spoed gehaald moest worden met een keizersnee. Toen sloeg de angst toe. Ik was zo bang dat het alsnog mis zou gaan en ik mijn kind nooit zou kunnen vasthouden. Maar ik voelde ook dankbaarheid: dit had ik in ieder geval mee mogen maken. Het moment dat ik Sophia in mijn armen kreeg, was onbeschrijfelijk. In de kraamtijd deed ik geen oog dicht. Ik vond alles prachtig: ieder huiltje, alles. Het heeft heel lang geduurd voor ik echt kon geloven dat ik moeder was. De eerste vijf jaar ben ik iedere ochtend wakker geworden met het gevoel van: ik heb dit gedroomd. Maar het was echt mijn leven.”

C’est la vie

“Moeder zijn is zo veel meer dan ik had kunnen denken. Alles met Sophia vind ik leuk. Mijn dag begint en eindigt met een smile, al kan ik haar ook weleens achter het behang plakken. Er zijn bij ons thuis altijd kinderen over de vloer. Ik doe alles mee en maak het graag gezellig thuis. En mijn moeder geniet intens met ons mee. Ze is 81, Sophia ophalen van het schoolplein gaat niet meer, maar Sophia logeert wel bij haar.
Ik ben minder onbevangen dan moeders van dertig, merk ik. Ik ben denk ik te beschermend en doe alles voor haar. Tegelijkertijd ben ik het met Sophia’s juf eens, die zegt altijd: ‘Met liefde kun je niet veel kapotmaken’. En bij ons draait alles om liefde. Sophia is dol op haar ‘grote broer’ die inmiddels dertig is en ik heb ook nog steeds een hechte band met hem. Ik had het heerlijk gevonden een groot gezin te hebben, maar zo is het niet gelopen. C’est la vie. Ik heb een kind en ik ben blij met mijn gezin zoals het is.
Dat we al wat ouder zijn, brengt soms angsten met zich mee. Ik ben 51, Henk 68. Over een paar jaar komt Sophia in de puberteit. Soms vraag ik me af: wat doet dat met haar? Zal ze zich tegen me gaan afzetten en zeggen: ‘Jij bent mijn moeder niet?’ Omdat ze is geboren uit een eicel van een donor? Tegelijkertijd weet ik: het heeft geen zin om zo te denken. Het loopt toch zoals het loopt.”

Gelijkenissen

“Toen Sophia een baby was, zeiden mensen vaak: ‘Ze lijkt op je!’ Terwijl dat natuurlijk helemaal niet kan. Ik zie wel veel gelijkenissen tussen Sophia en haar halfbroer, zowel uiterlijk als innerlijk. Sophia weet al van jongs af aan over de eiceldonatie. Vanaf dat ze klein is heb ik haar voorgelezen uit een speciaal kinderboekje over eiceldonatie. We hebben haar verteld dat ik naar het ziekenhuis ben geweest en dat een andere vrouw me heeft geholpen om zwanger te worden. Maar ze weet nog niet waar kinderen precies vandaan komen en is er ook nog niet aan toe om dat zo expliciet te horen, denken wij. Zodra het zover is, zullen we haar vertellen hoe het zit. Als Sophia achttien is, heeft ze recht om de gegevens van de donor op te vragen. Ik heb ook alles voor haar vastgelegd: iedere echofoto, alle informatie heb ik bewaard. Ik hoop dat ze altijd zal weten hoe welkom ze is geweest in ons leven. Ze is ons alles.”

Lees ook: Janke: ‘Mijn man hoopt dat zijn moeder geen honderd wordt…’

Lees Vriendin digitaal

Voor €6,50 per maand

Ja, dit wil ik!

042020 Digitaallezen Hp

Wist je dat je Vriendin ook digitaal kunt lezen? Bestel ‘m hier.