Sita: ‘Mijn scheiding is het beste wat me is overkomen’

Als Sita (38) Suradj ontmoet, denkt ze dat ze haar droomprins heeft gevonden. Tot hij haar begint te slaan. Pas na acht jaar neemt ze de beslissing om bij hem weg te gaan. “Tegen beter weten in hoopte ik steeds maar dat het goed zou komen.”

Sita: “Als ik mensen vertel dat ik gescheiden ben, zie ik hun gezicht vaak betrekken. Wat rot voor je, lijken ze te denken. Soms zeggen ze het ook: ‘Dat zal niet simpel zijn als alleenstaande moeder met drie kinderen, wat vreselijk!’ Ik antwoord dan altijd laconiek: ‘Welnee, dat is helemaal niet erg! Ik ben nu al acht jaar heel gelukkig gescheiden. De jaren dat ik getrouwd was, tóen was ik pas zielig!’ Haast niemand wist het, maar ik leefde in een hel. Aan de buitenkant was dat niet te zien, mensen vonden ons een sprookjesstel. Nou, vergeet het maar. Mijn man mishandelde mij, en niet zo’n beetje ook. Mijn scheiding is echt het beste wat mij ooit is overkomen. Ik kreeg mijn vrijheid ermee terug en ik kon mezelf ontwikkelen. Niemand die mij er nog onder krijgt! Het oordeel dat mensen hebben, vind ik erger dan het medelijden. Zeker als ik vertel hoe mijn huwelijk was. Mijn man sloeg me, en ja, ik heb dat lang laten gebeuren. Ik weet dat veel mensen denken: dat zou mij nooit overkomen. Tja, dat dacht ik vroeger ook. Ik ben een slimme vrouw, goed opgeleid, ik wist altijd precies wat ik wilde in het leven. Maar dingen kunnen langzaamaan uit de hand lopen. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen in die val kan lopen. En zo erg is dat niet eens. Het gaat erom wat voor levensles je eruit haalt.”

Hartstikke spannend

“Ik was negentien toen ik Suradj ontmoette. Ik zag hem op een feest en vond hem leuk. Via mijn zus wist hij mijn nummer te achterhalen. Het was hartstikke spannend om af te spreken. Toch was ik nog niet verliefd. Ik voelde me ook nog te jong voor een vaste relatie. Pas twee jaar later, toen hij op mijn 21ste verjaardag onze hele tuin met bloemen en slingers had versierd, wist hij mijn hart te veroveren. Suradj had net als ik een Hindoestaanse achtergrond. Hoewel ik veel van onze cultuur en tradities heb meegekregen, ben ik ook vrij opgevoed. Bij ons thuis was altijd ruimte voor discussie en een eigen mening. En er was ruimte voor onze ontwikkeling. Mijn vader stimuleerde ons om te studeren. Hij benadrukte: ‘Je diploma is je eerste man, die zal je nooit in de steek laten!’ Ik heb mijn eigen keuzes gemaakt: zo zijn religieuze rituelen voor mij niet zo belangrijk en vier ik lang niet alle feestdagen die bij onze cultuur horen. Ook heb ik weinig met de beelden van ons geloof. Ik denk niet in hokjes en ik heb respect voor álle geloven. Al deze dingen wist Suradj. En het was geen enkel probleem voor hem. Hij zou mij alle vrijheid geven, beloofde hij. Ook heeft hij mij, voordat we trouwden, expliciet beloofd dat hij mij nooit zou slaan. Dit had hij namelijk thuis zelf meegemaakt, zijn vader sloeg zijn moeder. En hij wist één ding: zo zou hij nooit worden.”

Traditioneler dan gedacht

“Toen we trouwden, dacht ik echt dat ik mijn prins op het witte paard had gevonden. Suradj was zo zorgzaam, zo begripvol. Mijn hele familie vond dat ik in mijn handen mocht knijpen. Het was een prachtige bruiloft en het eerste jaar waren we samen heel gelukkig. Tot ik zwanger raakte. Toen bleek dat Suradj toch meer aan onze traditionele normen en waarden hechtte dan hij had doen voorkomen. En hij wilde ze ook aan mij opdringen. Zo kregen we ruzie om de naam van ons kindje, en of zijn moeder al dan niet bij de bevalling zou zijn. Ik wilde dat niet – áls er al een moeder bij zou zijn, wilde ik mijn eigen moeder naast me! Maar dat ‘hoorde niet’, volgens Suradj. Ik ontdekte toen pas wat een moederskindje hij eigenlijk was. Normale gesprekken konden we er niet over voeren, hij werd snel kwaad en was dan niet meer voor rede vatbaar. Hij riep dan vreselijk beledigende dingen. Op een dag hadden we weer ruzie over de aanstaande bevalling en toen gaf hij mij die eerste mep. Een duw eigenlijk. Ik schrok enorm, maar ik was ook zó ontzet dat ik hem direct een klap teruggaf.”

Niet te bevatten

“Ook Suradj schrok enorm, hij was meteen stil en had spijt. Hierna heeft hij ook lang zijn handen thuisgehouden. Wel ging ons huwelijk hard achteruit. Hij probeerde mij van mijn familie te isoleren en was heel onbeschoft tegen ze als ze langskwamen. Mijn familie merkte wel dat er dingen niet goed gingen, maar ik vertelde ze lang niet alles: ik wilde met mijn man een eenheid vormen. Maar intussen voelde ik me steeds eenzamer. Toen werd ik nog een keer zwanger. In die tijd begon het slaan. Het sloop er langzaam in. Een duw werd een klap, een klap werd een stomp. En dat ging over in keihard trappen. Erger nog waren de woorden. Hij kon echt vreselijk schelden: hij noemde me lui, dom, uitschot. Ik kon in zijn ogen niets goed doen. De fysieke pijn, die voelde ik op het laatst haast niet meer, hoe blauw ik ook was. Maar de vernedering, die bleef schrijnen. Ik had nooit gedacht dat mij dit kon overkomen. Ik had ook niet gedacht dat ik bij iemand zou blijven die me zou slaan. Ook ik oordeelde vroeger snel over dit soort situaties. Maar ik stond er toen niet bij stil dat het meestal pas na jaren begint, als je al op zo veel punten met elkaar verbonden bent. Door samen kinderen te hebben, een huis en veel wederzijdse vrienden. En de situatie is zo raar, zo niet te bevatten, dat je tegen beter weten in hoopt dat het het beter zal gaan. Dat beloofde hij toch? En vroeger ging het toch ook goed? Maar het werd niet beter, absoluut niet.”

Lees ook: Marijes man heeft losse handjes: ‘Huiselijk geweld sluipt erin’

Bont en blauw

“Als er geen ruzie was, leefden we volledig langs elkaar heen. Ik sliep met de kinderen in een kamer, hij in een andere. Lichamelijk contact was er niet meer tussen ons. Afgezien van de paar keer dat hij me ’s nachts overvallen heeft dan. Zo ben ik voor de derde keer zwanger geraakt. Niet lang daarna keek ik een keer goed naar mezelf in de spiegel. Suradj had me urenlang geslagen, ik weet werkelijk niet meer waarom. Ik was bont en blauw en zat onder het bloed. En toen wist ik: dit kan niet meer. Ik ben naar mijn ouders gegaan, op advies van de politie. Daar op het bureau was ik kind aan huis, het was zelfs zo dat als ik over straat liep, agenten altijd naar me zwaaiden. Ze kenden mij, want ik had ze al veel vaker gebeld als het uit de hand liep. Maar telkens dacht ik dat ik het zelf zou kunnen oplossen met Suradj, dus ik deed alleen melding van mishandeling en geen aangifte. Ik hoopte hem hiermee te kunnen afschrikken. Maar het hielp niet. In die tijd zag ik mijn familie haast niet meer, zo had Suradj hen geschoffeerd en mij geïsoleerd. De familie van mijn man wist wel wat er gebeurde. Maar zij lachten er alleen maar om, en gaven hem nota bene tips: dat hij mij alleen moest slaan op lichaamsdelen die niemand zou zien.”

Zo aardig mogelijk

“Uiteindelijk zette ik, zwanger van mijn derde, de stap om naar mijn ouders te gaan. Ik heb me een tijdje bij hen verscholen, samen met onze twee kinderen. Die deed Suradj trouwens nooit iets aan. Daar zorgde ik wel voor, ik hield ze altijd bij hem vandaan. Ik ben bij mijn ouders gebleven tot ik dacht: ben ik nu helemaal gek? Ik zit hier, opgesloten, en hij zit lekker in ons mooie huis, met al onze spullen. Dus ben ik teruggegaan. Néé, niet omdat ik hoopte dat het weer goed zou komen tussen ons, maar om alles op een rijtje te zetten en rustig onze echtscheiding voor te bereiden. Ik ben alles gaan verdelen en uitzoeken: wat waren mijn rechten en plichten? Ook oriënteerde ik me op een baan, zodat ik zelfstandig kon zijn. In die periode ben ik bevallen. Al die tijd probeerde ik de situatie rustig te houden. Ik was zo aardig mogelijk tegen Suradj, terwijl ik maar één ding wist: ik wil een scheiding. Maar daar had ik wél zijn handtekening voor nodig… Ik had gehoopt dat we hier samen rustig uit konden komen, maar helaas: op een dag was het geweld weer zo erg dat ik, samen met de kinderen, opnieuw ben weggelopen. Naar de politie, en van daaruit naar een blijf-van-mijn-lijfhuis. Na een paar dagen heeft de politie me geholpen om terug te gaan naar huis. Er waren andere sloten op het huis gekomen, waardoor Suradj er niet meer in kon. Hij heeft me nog maanden lastiggevallen op straat, maar ik heb telkens duidelijk gemaakt dat het over was.”

Nieuw begin

“Na een lange tijd kwam het tot een soort wapenstilstand. Hij stemde in met een scheiding, als hij de kinderen maar mocht blijven zien. Tja, die waren ook van hem, dus ik kon hem dat onmogelijk verbieden. Het moment waarop hij de papieren tekende, was het mooiste moment van mijn leven. Wat een opluchting! Het aparte is dat Suradj en ik na het tekenen toch allebei even moesten huilen en kort, hooguit een minuut, troost zochten in elkaars armen. Het was gewoon diep triest dat iets dat ooit zo mooi begon, zo smerig moest eindigen. Daarna droog de ik mijn tranen en kon ik wel juichen. Ik was vrij. Mijn leven kon opnieuw beginnen! Toch is het nog lastig geweest. Omdat Suradj de vader is van mijn kinderen, kon ik hem natuurlijk niet uit mijn leven bannen. Er zijn nog een hoop ruzies geweest – zo heeft hij nooit één cent alimentatie betaald en hield hij zich slecht aan de bezoekregeling – maar ik sloot me ervoor af. Ik was tenminste niet meer met hem getrouwd, dus hij kon mij niet meer raken. Ik heb me vol op mijn nieuwe leven gestort. En dat ging hartstikke goed. Ik kreeg steun van mijn ouders en broers en zussen, ze waren er altijd voor me, net als mijn vriendinnen. Ik voelde me ijzersterk. Erger dan wat mij de laatste jaren was overkomen, kon het nooit meer worden, dus ik kon voortaan álles aan. Ik werkte keihard als communicatiemedewerker en had het prima naar mijn zin met mijn collega’s. Ik haalde mijn rijbewijs en kocht een auto. Soms was de combinatie kinderen en werk lastig, maar dat kwam uiteindelijk altijd goed. Met hulp van de mensen om me heen, of door mijn kinderen alleen thuis te laten en op elkaar te laten passen. Natuurlijk waren ze toen al wel iets groter. Maar ik heb ze heel zelfstandig opgevoed: ik wil dat ook zij weten dat ze altijd op zichzelf kunnen vertrouwen. Dat ze kracht in zich hebben. En dat ze zich niets door anderen moeten laten wijsmaken. Vertrouw op je eigen visie en leer van je eigen fouten, vertel ik ze altijd.”

Lees ook: Emma: ‘Hij wil ook scheiden, maar ik ben de boosdoener’

Zo veel bereikt

“Spijt van mijn huwelijk heb ik niet. Ik heb er drie fantastische kinderen door gekregen, die nu veertien, twaalf en negen jaar zijn. Als ik zie wat ik allemaal heb bereikt in de afgelopen jaren, qua werk, warme contacten, een nieuw huis waarin ik zelf veel heb geklust. Ik kan boren en timmeren als een kerel! Zo heb ik veel mooie momenten met mijn kinderen meegemaakt en daar kan ik alleen maar trots op zijn. Ik leef weer, ik droom weer. En ik ga nog veel verder komen. Ook al ben ik op dit moment werkloos en is het lastig om in deze economische crisis een nieuwe baan te vinden. Het liefst zou ik voor mezelf beginnen: ik zou iets creatiefs willen doen, of mensen helpen en adviseren die in lastige situaties zitten, net als ik vroeger.”

Krachtige beslissing

“Een nieuwe liefde? Nee, die ben ik nog niet tegengekomen. Veel mannen van mijn leeftijd zijn nog zo onvolwassen, vind ik. Ze hebben dan al wel van alles meegemaakt, maar ze hebben daar vaak niets van geleerd. Maar het leven bestaat uit zo veel facetten, voor mij is het hebben van een man niet heilig. Sommige mensen vinden het stempel ‘gescheiden’ onprettig. Ze voelen het als een fout die ze hebben gemaakt. Ik zie dat anders: het is een krachtige beslissing waar je trots op moet zijn. Natuurlijk, iedereen wil het liefst een grote liefde die je hele leven bij je blijft. Maar zo werkt het nu eenmaal niet. Ik vind dat als je niet meer gelukkig bent in je relatie, je de stap moet durven nemen om verder te gaan. Het is net als een baan: je gaat ervoor, je kiest er voor, maar als het toch niet is wat je hoopte, vervolg je je pad. Zonder dat je dat dan als een mislukking gaat ziet.”