Ontwerp Zonder Titel 2025 01 09t144048.298

Schipper Henk redde drie meisjes uit de Maas: ‘Ik, een held? Welnee joh’

Schipper Henk (75) is bijna klaar met zijn dienst op de veerpont als hij voor zijn ogen drie meisjes in nood ziet. Hij komt meteen in actie, redt het drietal uit het water en begint te reanimeren. “Het is een geluk dat ik aan de goede kant lag.”

12.30 uur

“Het is donderdag 25 juli, een zonnige, warme dag. Ik ben 75 en zou allang kunnen stoppen met werken. Ik ben al met pensioen, maar ik werk nog een aantal dagen per week als schipper op de veerpont van Grevenbicht in Nederland naar het Belgische Rotem. Voor mij is dit een goedbetaalde hobby: ik vind het veel te leuk om ermee te stoppen. En bovendien: anders ga je je maar vervelen. Mijn dienst is vanochtend om tien uur begonnen. Al de hele ochtend zet ik fietsers en voetgangers veilig naar de andere kant, de Maas over. Rond lunchtijd krijg ik trek. Ik eet de boterhammen die ik van huis heb meegenomen tussendoor op. Je laat de mensen op de wal toch niet wachten omdat je zit te eten? Zo heb ik het mijn hele leven gedaan. Ik heb veel op een schip gevaren, dan gingen we ook niet tussendoor naar de kant om te lunchen.”

18.20 uur

“Over een kleine drie kwartier zit mijn dienst erop. Straks, om zeven uur stap ik op de fiets om de achthonderd meter naar huis te fietsen, dan ga ik samen met mijn vrouw eten. Maar nu nog even niet. Ik ben met mijn veerpont in Grevenbicht als ik drie meisjes vlakbij een eilandje lekker in het water zie spelen. De meisjes zijn tussen de acht en tien jaar oud, denk ik. Tussen het eiland en de oever is het vrij laag water. Het water stroomt er wel, maar je kuiten worden alleen nat als je je best doet, zal ik maar zeggen. Tenzij de stuwdam een stuk verderop in Borgharen water laat lopen. Dat gebeurt nu ook, maar die meisjes hebben dat niet in de gaten. Opeens gaat het water harder stromen. Als je het eiland dan voorbij bent, is het water ineens diep. Over het water hoor je de geluiden heel goed. Plotseling hoor ik kinderen paniekerig naar elkaar schreeuwen. Blijkbaar kunnen deze meisjes niet zwemmen: ze hebben moeite om boven water te blijven. Een van de meisjes is vlakbij. Het lukt me om haar op mijn veerpont te trekken. Daarna maak ik de veerpont los van de steiger en vaar ik voorzichtig achteruit, naar de andere twee meisjes. Eentje zie ik er niet meer. Het andere meisje houdt haar onder water vast. Ik zeg tegen dat meisje dat ze zich vast moet houden aan de pont. Eerst til ik het kind op de boot dat in het water heeft gelegen, dan het andere. Het kind op de vloer van mijn bootje beweegt niet meer, ze ademt niet en ik voel geen hartslag. Ik begin haar meteen te reanimeren en geef haar mond-op-mondbeademing, op de manier zoals ik het heb geleerd op de BHV-cursus die ik heb gevolgd. Intussen zie ik de oppas van de kinderen op de oever, of in ieder geval iemand die op de kinderen zou letten. Zij is in paniek en blijft maar steeds vragen of het meisje wel blijft leven. Ze voelt zich vast schuldig dat ze niet goed genoeg heeft opgelet. Ik heb een hekel aan mobiele telefoons, iedereen zit daar maar op tegenwoordig, persoonlijk contact heb je nauwelijks meer. Maar nu komt het wel goed uit dat ze er zijn. Ik zeg tegen de oppas dat ze 112 moet bellen. Het meisje is inmiddels weer bij bewustzijn. Binnen de kortste keren zijn er twee ambulances, een brandweerwagen en vier politieauto’s. Het ambulancepersoneel neemt het van mij over en geeft het meisje zuurstof en een injectie. Daarna nemen ze alle drie de meisjes mee naar het ziekenhuis in Maastricht. Daar zit een team dat gespecialiseerd is in hulp bij bijna-verdrinkingen, hoor ik later. Ik voel me happy dat ik de meisjes uit het water heb kunnen halen, een van hen heb kunnen reanimeren en dat ze weer ademt.”

Twee weken later

“Van de politie krijg ik de dag na de reanimatie een bos bloemen. Ze kunnen niets over de meisjes vertellen. Dat mag blijkbaar niet, uit privacy-overwegingen. Dat woord privacy zou ik wel de wereld wel uit willen helpen. Ik doe mond-op-mond-beademing bij zo’n meisje, en dan mag ik niet weten hoe het met haar is? Ik zou heel graag een foto van de drie meisjes willen hebben, als herinnering van wat ik heb gedaan. De burgemeester is op het moment dat het gebeurt nog op vakantie. Als hij terug is, komt hij bij mij en mijn vrouw langs, ook met een mooie bos bloemen. Ik ben benieuwd of hij iets over de meisjes te weten kan komen. Misschien willen ze tegen hem als burgemeester wel iets vertellen. Dat is inderdaad zo. Met de meisjes gaat het gelukkig goed, vertelt hij een paar dagen later. Ook met het meisje dat ik heb gereanimeerd. Ze heeft misschien ook maar hooguit vijf minuten in het water gelegen. Ik lag gelukkig aan de Nederlandse kant met mijn veerpont. Vanaf de Belgische kant heb je weinig zicht op het eilandje en had ik ze niet gezien. En dan nog: de afstand tussen de Nederlandse en de Belgische over is 275 meter. Dan was ik er waarschijnlijk niet snel genoeg bij geweest. De meisjes komen uit het buitenland, hoor ik van de burgemeester. Vandaar waarschijnlijk dat ze niet konden zwemmen. Waar ze precies vandaar kwamen, weet ik helaas nog steeds niet.”

Nu

“Dit was niet de eerste keer dat ik iemand heb gered. In Amsterdam heb ik een keer een jongen uit de gracht gehaald, daar ben ik in gesprongen. Zijn vader was verbaasd dat zijn zoon gered moest worden. Dat jongetje had twee zwemdiploma’s, zei hij. Maar ja, zo’n diploma haal je in een zwembad met helder water en twee badmeesters op de kant. Die jongen was aardig bezig om de gracht leeg te drinken. Zelf heb ik ook een slok water binnengekregen toen ik de gracht in sprong. Daar ben ik nog een paar dagen ziek van geweest. Maar ja, dat hoort erbij. Toen ik nog op de vaart zat, heb ik een matroos gered die in het water was gevallen. Hij had iets te veel gedronken, zullen we maar zeggen. Ik zat denk ik vol adrenaline, anders was het me niet gelukt om een volwassen man weer op het dek te krijgen. Of ik een held ben? Welnee, joh. Je doet gewoon wat je moet doen. Als er een ongeluk gebeurt, helpt niemand meer, maar staan veel mensen foto’s en filmpjes te maken met hun telefoon. Je zou ze een schop onder hun kont moeten geven. Ik vind dat veel meer mensen moeten leren om te reanimeren. Dat is levensreddend. Voordat de hulpdiensten komen, moet je zelf aan de slag. Elke seconde telt.”
Tekst: Ella Mae Wester
Foto: privébezit

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.