Ontwerp Zonder Titel 2024 12 27t142034.274

Sharona stapte uit de Jehova Getuigen

Na 24 jaar besloot Sharona (33) uit de Jehova Getuigen te stappen. Ze verloor daarbij haar familie, vriendinnen en haar o zo vertrouwde leven. Toch heeft ze geen moment spijt gehad en is ze nu, zeven jaar later, gelukkiger dan ooit.

Sharona: “Ik weet nog goed dat ik een paar jaar geleden een ademsessie deed en er zo veel omhoog kwam uit mijn verleden, dat mijn therapeut zich zorgen maakte. ‘Misschien is het goed dat je een vriendin belt zodat je niet alleen bent’, is wat ze zei. ‘Ik kan niemand bellen’, stamelde ik. Waar zij dacht dat ik mij schaamde voor mijn emotionele gemoedstoestand, kon ik écht niemand bellen. Door mijn uitsluiting was ik iedereen kwijt. Mijn familie, vriendinnen, kennissen… ik was helemaal alleen. Als je de keus maakt om uit de Jehova Getuigen te stappen, wordt al het contact rigoureus verbroken. Daar was ik mij van bewust, maar wat de impact daarvan zou zijn, heb ik enorm onderschat.”

Liefdevol gezin

“Ik groeide op in een liefdevol Jehova Getuigen-gezin met mijn ouders en jongere zusje. Er was veel tijd en aandacht voor ons en voor Jehova, zoals God wordt genoemd. We hadden bijeenkomsten, bijbelstudie en gingen ieder weekend langs de deuren. Eerst met mijn ouders, maar later mocht ik ook zelf wat vertellen. Voor ons was het normaal, maar ik was mij er wel van bewust dat dit niet voor iedereen zo was. Ik was vaak bang dat we per ongeluk bij een klasgenootje zouden aanbellen. Die schaamte was er wel. Misschien ook omdat ik al een beetje buiten de boot viel. Zo vierden wij geen Kerstmis, Sinterklaas of verjaardagen. Als er werd getrakteerd in de klas, moest ik overslaan. Meestal deed ik dit braaf en als ik toch een keer stiekem een lolly aannam, werd ik overspoeld met schuldgevoelens. Richting mijn ouders, maar vooral richting Jehova. Ik had het gevoel dat Jehova altijd over mijn schouder meekeek en ik niets verborgen kon houden. Als kind was ik daardoor heel braaf. Nooit heb ik iets gedaan wat niet mocht. Als ik al een keer speelde met de gedachte om naar een schoolfeest te gaan, wat verboden was, durfde ik uiteindelijk toch niet omdat ik wist dat Jehova daar nooit mee zou instemmen.”

Losgeslagen puber

“Rond mijn zestiende veranderde dit toen ik een extreem heftige puberteit terechtkwam. Na jaren van onderdrukking had ik zo’n behoefte om los te breken. Helemaal toen ik voor het eerst een vriendje kreeg. Seks voor het huwelijk is uit den boze en aangezien mijn ouders dachten dat ik door mijn puberale gedrag en gierende hormonen niet meer voor rede vatbaar was, werden de regels aangescherpt. Zo mocht ik hem maar een keer in de maand zien, als ik hem zag moest er altijd een volwassene bij zijn en als we even alleen wilden zijn moest de deur van de slaapkamer altijd open blijven. Dat allemaal was voor mij hét recept om mij af te zetten tegen mijn ouders. Ik ging van een brave tiener die altijd netjes de regels volgde, naar een losgeslagen puber die besloot haar eigen plan te trekken. Met alle gevolgen van dien. Die drang om mijn eigen keuzes te maken was zó sterk dat ik op mijn achttiende besloot om te trouwen met deze jongen die ook Jehova Getuige was. Dat terwijl het geen gezonde relatie was en ik nota bene een paar dagen voor mijn huwelijk aan alles voelde dat ik niet met hem in het huwelijksbootje moest stappen.”

Toxische relatie

“Wat volgde was een relatie van zeven jaar waarin ik fysiek en emotioneel werd mishandeld. Deze jongen was zó jaloers, dat soms het aankijken van een jongen op straat al reden kon zijn om mij naar de keel te vliegen. Ik moest in mijn dagboek bijhouden naast wie ik in de bus had gezeten, ben gestopt met mijn opleiding omdat hij vond dat er te veel jongens in mijn klas zaten en raakte geïsoleerd van mijn vriendinnen. Ik was verre van gelukkig, maar de relatie beëindigen was geen optie. En omdat ik bang voor hem was én omdat scheiden binnen de Jehova Getuigen niet mag. Ik leefde jaren op de automatische piloot, want bewust leven was te pijnlijk. In totaal heb ik ruim zeven jaar gevangen gezeten in deze toxische relatie. Uiteindelijk besloot hij een pauze in te lassen omdat het burgerlijke leven hem, na de koop van ons huis, toch iets te snel ging. Ik trok in bij mijn ouders en hoewel ik ook verdrietig was, sloeg dit al snel om in opluchting. Ik was eruit en ik voelde meteen: ik ga nooit meer terug.”

Eigen weg vinden

“Scheiden had op dat moment geen prioriteit. Ik had vooral behoefte om alleen te zijn en besloot naar Bali te vertrekken. Een énorme stap voor iemand die heel beschermend is opgevoed. De eerste dagen op Bali vond ik verschrikkelijk. Ik durfde mijn hotel niet uit, maar na een paar dagen besloot ik een excursie te boeken waarbij we middenin de nacht vertrokken om in het pikdonker een vulkaan te beklimmen en vanaf daar de zonsopgang te bekijken. Achteraf gezien is dit zo symbolisch geweest voor mijn reis, want na die tocht in het donker hoorde ik op die vulkaan zo’n duidelijke stem: ‘Het is tijd om je eigen weg te bewandelen.’ Dat moment is een keerpunt geweest. Alsof er een knop was omgegaan. Ik besloot bij terugkomst alleen nog maar dingen te doen die ik leuk vond. Ik ging fanatiek sporten, deed mee aan een triatlon en obstacle running. Het geloof verdween intussen een beetje meer naar de achtergrond. Ik ging minder naar bijeenkomsten en er werd zelfs aan mijn jas getrokken omdat ik lange tijd niet meer langs de deuren was geweest. Steeds zei ik dat ik even tijd voor mezelf nodig had en het daarna weer zou oppakken. Dat dacht ik ook echt, totdat ik verliefd werd. Ik leerde hem kennen in de sportschool en aangezien hij geen Jehova Getuige was, mocht daten niet. We zagen elkaar stiekem. Meestal stapten we in de auto en reden we naar een stad ergens in het land zodat niemand ons samen zou zien. Dit hebben we een paar maanden volgehouden. Totdat we met oud en nieuw in Berlijn stonden en ik zó klaar was met het dubbelleven dat ik leidde. Als ik samen met hem wilde zijn, was op korte termijn trouwen de enige mogelijkheid, maar ik voelde – door mijn traumatische relatie – dat ik dat absoluut niet wilde. Dus had ik twee opties: óf uit het geloof stappen óf mijn relatie met hem beëindigen. Ik koos voor de liefde.”

Afscheid nemen

“Een dag later, op één januari, ben ik meteen naar mijn ouders gereden om het ze te vertellen. Dat blijft een van de moeilijkste dingen die ik in mijn leven heb gedaan. Mijn vader, die ik nog nooit had zien huilen, was heel emotioneel en mijn moeder raakte in paniek. Ze vroeg of ik het zeker wist en of ik echt niet wilde blijven. Ik had alle denkbare scenario’s in de afgelopen maanden al zo vaak in mijn hoofd afgespeeld, dat ik echt heel zeker was van mijn besluit. Ik vond het vreselijk dat ik mijn ouders zo teleurstelde, maar verder voelde ik weinig. Ik denk dat ik mijn emoties volledig had uitgeschakeld, omdat ik anders niet in staat was om ze het te vertellen. Nadat ik het mijn ouders had verteld, moest ik het ook melden binnen onze gemeente. ‘Aan het eind van de week wordt er omgeroepen dat je uitgesloten bent, ga maar afscheid nemen van iedereen’, werd mij gezegd. Hoe doe je dat? Afscheid nemen van je vriendinnen, je familie, je leven? Ik kon niet van iedereen persoonlijk afscheid nemen, dus ik moest echt kijken wie ik nog wilde zien. Die momenten met vriendinnen waren emotioneel en heel onwerkelijk. Het ging allemaal zo snel, dat ik niet besefte wat er gebeurde en ergens dacht: ik kom vast ooit weer terug. Voor mijn ouders was het ook intens. Het is niet toegestaan om contact met elkaar te hebben als je bent uitgesloten en dat is er tot op de dag van vandaag minimaal. Dat blijft verdrietig. Het veilige vangnet waar ik altijd op kon terugvallen, ben ik kwijt. Spijt heb ik nooit gehad, want ondanks de heftigheid, voelde het ook als een nieuw begin. Hét begin van mijn nieuwe leven.”

Toekomst

“Het vormgeven van dat nieuwe leven is een proces dat nog steeds in volle gang is. De relatie met mijn toenmalige vriend is helaas gestrand, maar er is wel een nieuwe liefde in mijn leven waar ik heel gelukkig mee ben. Ik heb een goedlopend bedrijf en een club leuke vriendinnen waar ik nu zelfs kerst en mijn verjaardag mee vier. In het begin was dat ongemakkelijk. Een hele dag die om mij draait. Dat was ik totaal niet gewend. ‘Happy Birthday’, kreeg ik ook echt mijn mond niet uit. In mijn hoofd wist ik dat het mocht, maar mijn hele lijf sputterde tegen. Dat is in de afgelopen zeven jaar wel vaker gebeurd. Bij onweer of harde knallen kreeg ik standaard hartkloppingen omdat ons was geleerd dat de aarde vernietigd zou worden en alleen Jehova Getuigen naar het paradijs zouden gaan. En ook heb ik enorm last van verlatingsangst. Al wil ik niet zeggen dat ik wrok voel richting Jehova Getuigen. Totaal niet. Het heeft, net als die toxische relatie, z’n sporen nagelaten, maar daar heb ik met behulp van therapie aan gewerkt. Ik geloof dat alles in het leven met een reden gebeurt en dat dit mijn pad is. Uiteindelijk heeft het mij ook veel gebracht. Het in weer en wind langs huizen gaan, telkens de deksel op je neus krijgen, heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat ik enorm veel doorzettingsvermogen heb en goed kan omgaan met afwijzingen. Het heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben. Ik ben dankbaar dat ik uiteindelijk voor mezelf heb durven kiezen en mijn leven kan vormgeven zoals ik dat wil. Dat ik mijn verjaardag kan vieren, verliefd kan zijn zonder restricties en weer oprecht gelukkig kan en mag zijn.” Tekst: Eline Roerdink

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen