Sita

Sita verloor drie zoontjes voor ze twee dochters kreeg

Sita (34) verloor drie zoontjes voor ze twee dochters kreeg. Pas na de derde veel te vroege bevalling werd ontdekt wat er steeds misging.

Minder vruchtbaar

Sita: “Dat moment toen ik Gerdine op mijn buik kreeg en ze begon te huilen… wat een opluchting. Ze leefde! Ik keek naar dat ieniemini meisje en voelde meteen zo veel liefde voor haar. Onbeschrijflijk. Tegelijkertijd voelde ik verdriet: zo had het ook met onze jongens moeten gaan. Zij werden alledrie te vroeg geboren en kwamen levenloos ter wereld. Als we eerder hadden geweten wat de oorzaak was, had ons jongste zoontje Gaby het misschien nog gered.”

Kinderen waren meteen welkom nadat Sita op haar drieëntwintigste met haar grote liefde Tromp trouwde, maar de zwangerschap bleef uit. Ze was altijd al onregelmatig ongesteld. Na een jaar bleek ze Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) te hebben, een hormonale aandoening waardoor je verminderd vruchtbaar kunt zijn.

De eerste stap van de behandeling: ovulatie-inductie, om een regelmatige cyclus op gang te brengen. “Tabletten moesten ervoor zorgen dat er een eitje rijpt en er een eisprong plaatsvond. Bij de derde cyclus was ik al zwanger. Geweldig! Iedereen in de familie was blij, vooral mijn moeder: mijn broertjes, zusje en ik zijn namelijk geadopteerd. Ze leefde intens mee.”

Perfect mannetje

Het onbezorgde genieten eindigde abrupt door een bloeding in de twaalfde week. Na de schrik leek alles toch goed te gaan. Tot drie weken later… “Ik had de hele dag rugpijn. Vast een blaasontsteking, dacht ik, maar opeens merkte ik dat mijn vliezen waren gebroken. Dat verklaarde die rugpijn: rugweeën. Maar zo vroeg in de zwangerschap denk je daar natuurlijk niet aan.

In het ziekenhuis werd op 16 maart 2011 in het bijzijn van Tromp en mijn moeder ons levenloze jongetje geboren. Heel emotioneel was dat. We waren ouders geworden van een perfect mannetje, maar veel te klein om te leven. We noemden hem Nathanaël, wat ‘door God gegeven’ betekent en hebben hem later op een speciaal plekje begraven. Hij heeft ons ouders gemaakt en zal altijd ons oudste kindje blijven.

Tromp was een enorme steun. Het lukte ons ons verdriet te delen door er veel over te praten. Mede daardoor was ik snel toe aan een nieuwe zwangerschap en begon ik weer met het slikken van tabletten.”

Voorbereiden op het ergste

“Deze keer duurde het een jaar voor het raak was. In het begin van de zwangerschap was ik bang dat het weer mis zou gaan. Eenmaal de vijftien weken voorbij kreeg ik er vertrouwen in, maar anderhalve week later braken mijn vliezen en sloeg de angst weer toe. Ik werd een paar keer kort opgenomen in het ziekenhuis en we bereidden ons al voor op het ergste.” Gelukkig bleken Sita’s vliezen alleen ‘lek’: dan druppelt het vochtwater beetje bij beetje en dat hoeft niet direct ernstig te zijn.

“Met 17,5 weken kreeg ik een bloeding. Foute boel, wist ik meteen. Op de echo bleek inderdaad dat ons kindje overleden was. Weer een flinke klap om te verwerken. De bevalling werd op 17 juni 2012 ingeleid. De vroeggeboorte van Jesse, wat ‘geschenk van God’ betekent, werd geweten aan de natuur. Hij had namelijk een paar aangeboren afwijkingen: klompvoetjes en een buikwanddefect. We hebben hem vlak bij zijn broertje begraven.

Het was heel zwaar twee keer een kindje te verliezen. Veel mensen leefden met ons mee, ze baden voor ons en we kregen een enorme hoeveelheid kaarten en berichtjes. Dat gaf veel troost. Ook in het ziekenhuis werden we goed opgevangen. Via de Stichting Lieve Engeltjes kwamen we in contact met andere ouders die ook een kind hadden verloren. Dat hielp enorm bij het verwerken van ons verdriet.”

Blij en bang tegelijk

“We wachtten bewust een poosje voordat we weer de medische molen in gingen. Eind 2013 was ik opnieuw zwanger. Ik was blij en bang tegelijk: zou deze keer eindelijk onze kinderwens vervuld worden? We dachten zelf dat een bandje om mijn baarmoederhals misschien zou helpen, maar de gynaecoloog achtte dat niet nodig. En als het al nodig was, pas na zestien of zeventien weken.

Mijn zwangerschap verliep goed, tot ik in de zeventiende week de slijmprop verloor. In het ziekenhuis ontdekten ze dat de vruchtzakvliezen zichtbaar en zelfs al gebroken waren. Ze probeerden nog een noodbandje om de baarmoederhals aan te brengen om een vroeggeboorte te voorkomen, maar die poging mislukte.

Omdat er verder niets gebeurde, mocht ik na een paar dagen weer naar huis, met het advies rustig aan te doen. In de achttiende week voelde ik me ’s ochtends niet lekker. Ik had koorts en ’s middags kreeg ik weeën. Later bleek dat ik een infectie had opgelopen vanwege de openstaande verbinding naar de baarmoeder.

Nog dezelfde dag, 15 januari 2014, is Gaby geboren: ‘sterke man van God’. Tromp stond machteloos aan mijn zijde. We waren intens verdrietig toen we beseften dat we ook van dit kindje afscheid moesten nemen. We hebben Gaby bij zijn grote broers begraven. Op hun graf staat een gedenksteen in de vorm van een vlinder.

Vanuit het ziekenhuis kregen we professionele hulp aangeboden. De gesprekken met een psycholoog hielpen goed. Daarnaast praatte ik weer met lotgenoten over ons verlies. En opnieuw kregen we veel steun van familie, vrienden, buren en kennissen.”

Lees ook: Renée verloor haar ongeboren tweeling tijdens een vakantie in Spanje

Hadden we maar…

“Terwijl ik in nog in het ziekenhuis lag, attendeerde mijn schoonzus ons op een bekwame professor in een academisch ziekenhuis. We mochten bij hem komen voor een second opinion en hij ontdekte eindelijk de oorzaak van de vroeggeboortes van onze jongens. Ik had cervixinsufficiëntie: mijn baarmoederhals was te kort en te zwak. Zonder cervicale cerclage, een bandje om de baarmoederhals, kon ik een zwangerschap niet uitdragen.

De professor vergeleek mijn baarmoeder met een knikkerzak met vetersluiting die je ondersteboven houdt. Naarmate de zwangerschap vordert, komt er meer druk op de baarmoederhals en gaat die open. Mijn baarmoederhals opende veel te vroeg in de zwangerschap. Normaal gesproken krijgen zwangeren met een zwakke baarmoederhals bij veertien tot zestien weken een cerclage, bij mij was dat niet gebeurd.

Hadden we dit maar eerder geweten… Ik wil andere ouders met vruchtbaarheidsproblemen dus op het hart drukken om zo snel mogelijk naar een academisch ziekenhuis te gaan.”

Gevaarlijke situatie

“Na de geboorte van Gaby moest ik eerst lichamelijk en geestelijk herstellen voordat ik toe was aan een nieuwe zwangerschap.” Deze keer kreeg Sita injecties in plaats van tabletten. In 2014 was het weer raak. Een spannende zwangerschap volgde.

“Na vijftien weken kreeg ik via de vagina een bandje om de baarmoederhals. Twee weken later ontdekten ze dat er al een opening boven die cerclage zat. Ik kreeg het advies rustig aan te doen. Dat ging goed, tot ik me na de vijfentwintigste week een hele nacht niet lekker voelde. Er ontstond druk op de baarmoederhals. Het was zo’n gevaarlijke situatie, dat ik weer in het ziekenhuis belandde. Daar verwachtten ze de baby diezelfde week, maar gelukkig bleef die zitten.

Tien weken heb ik in het ziekenhuis gelegen, ook tijdens de feestelijke decembermaand. Ik had enorme heimwee, gelukkig kreeg ik veel bezoek. Tromp en mijn moeder kwamen elke dag. De gedachte dat ik het voor de baby deed en dat ik in goede handen was, hielp.”

Pittig dametje

“In de 35ste week braken mijn vliezen. Ze probeerden het bandje door te knippen – normaal gebeurt dat pas na 37 weken – maar dat lukte niet, dus moest het onder narcose gebeuren. Die bevalling doe ik wel eventjes, dacht ik, maar het duurde vierentwintig uur. Heel pittig.

Op 6 februari 2015 kreeg ik mijn eerste dochter, Gerdine. Het moment dat ze begon te huilen, was overweldigend. En na een dag mocht ze al uit de couveuse, ze deed het uitstekend. Ze dronk goed, ademde zelfstandig en hield zichzelf al snel warm. Ze was vanaf het begin een pittig dametje.

Mijn moeder was zo trots als een pauw dat ze oma was, bovendien was Gerdine naar vernoemd. Ze was meteen stapelgek op haar. Alles moest wijken voor haar wekelijkse vaste oppasdag. Ze hadden ook direct een sterke band.

We wilden graag nog een kind, maar besloten daar een jaar mee te wachten. Mijn moeder werd ernstig ziek, een paar maanden later overleed ze. Ik mis haar nog elke dag. Het is zo jammer dat ze niet meer heeft meegekregen dat ik opnieuw zwanger werd.”

Prijs mezelf gelukkig

“Die zwangerschap verliep vrij goed, al moest ik wel direct stoppen met werken. Met veertien weken werd er opnieuw een bandje om mijn baarmoederhals geplaatst, deze keer operatief via mijn buik. Vanaf toen mocht ik niets tillen. Gelukkig was Gerdine met haar vier jaar al aardig zelfstandig, dus ik hoefde niet met haar te sjouwen. Ze vond het geweldig dat ze een broertje of zusje zou krijgen.

Tot vijfendertig weken was ik thuis, maar bij een routinecontrole bleek ik zwangerschapsvergiftiging te hebben en werd ik in het ziekenhuis opgenomen. Weer pendelde Tromp heen en weer, nu met Gerdine. Ruim twee weken later, op 16 december 2019, werd Hermien via een keizersnee geboren. Dolgelukkig waren we, met nog een prachtige dochter erbij.

Nog elke dag prijs ik mezelf gelukkig dat we zulke fantastische meiden hebben. Het is mijn droom om ze later mee te nemen naar mijn geboorteland Sri Lanka. Ik heb geen behoefte om mijn biologische familie te ontmoeten. Omdat ik een fantastische familie in Nederland heb, heb ik die nooit gemist. Maar ik wil wel aan mijn dochters laten zien waar ik geboren ben en waar hun opa en oma mij als baby hebben opgehaald.

Ondanks het verlies van onze drie jongens voel ik me toch rijk gezegend met mijn dochters. Ik voel me moeder van vijf kinderen: drie in mijn hart en twee bij me. De jongens leven voor altijd voort in ons hart en ik denk dat mijn moeder daarboven over ze waakt.”

Lees ook: Merel verloor haar zoon na een zwangerschap van 26 weken