Stefanie: ‘Over onze wijk grapte iemand: ‘Daar wonen rare mensen”
2 juli 2021
‘Leuk volksbuurtje,’ merkt een vader op als hij zijn dochter die bij ons gespeeld heeft komt halen. Vast goed bedoeld, maar door ‘volksbuurt’ te verkleinen, krijgt het iets denigrerends.
Privacy en leuke contacten
Over de wijk waarin wij wonen grapte iemand eens: ‘Daar wonen rare mensen.’ ‘Daarom woon ik er ook,´ antwoordde ik. Het is prima vertoeven in deze buurt, middenin de straat. Privacy en leuke contacten zijn goed in balans. We hebben wel eens aan verhuizen gedacht, omdat we veel onderhoud aan het huis moeten plegen. Toch besloten we ons domein de komende jaren op te knappen. Want naast ons wonen de liefste buren die we ons kunnen wensen. Onze dochter is ook gek op hen. Het voelt hier vertrouwd. ‘Ik wil niet verhuizen,’ zei Adriana toen een ander huis eens ter sprake kwam. Dan zou ze de buren gaan missen. En er wonen ook zulke leuke vriendinnetjes vlak bij ons. Links van ons overleed een vriendelijke, bejaarde buurman. Er kwamen nieuwe mensen wonen. Hoewel de kinderen rond dezelfde leeftijd als onze jongste dochter zijn, zocht ons kind weinig contact met hen. Waarschijnlijk zat ze in een periode dat ze niet veel met jongetjes speelde. De jongens spreken mij wel aan. ‘Hoi buurvrouw! ´ roept er vaak één tussen de heg door. ‘Hebben jullie een trampoline gekregen?’ vroeg ik, toen ik zag dat er net als bij ons bij hen ook zo’n groot gevaarte in de tuin was geplaatst.Contact
Met Adriana doe ik een balspel op onze trampoline. Tenminste, zij springt op de trampoline en ik gooi vanaf de grond een bal over het net. Mijn dochter moet er al springend voor zorgen dat de bal niet op de trampoline valt. Als haar tien levens op zijn, ga ik naar binnen. Ik ben ik de keuken bezig. De deur staat open. Af en toe kijk ik naar de sprongen van Adriana. Ik zie haar lachen. Niet naar mij, maar over de heg heen. ‘Hallo!’ roept ze. ‘Hallo!’ klinkt het terug. Adriana en onze buurjongen hebben dikke pret, omdat ze elkaar tijdens het springen boven de hoge heg uit kunnen zien. ‘Kun jij de salto en dan weer staan?’ vraagt Adriana. ‘Nee, maar ik kan wel de backflip,’ antwoordt het buurjongetje al springend. Zo is er ineens contact tussen de kinderen. De bal van de jongen belandt in onze tuin. Adriana snelt er naartoe en gooit hem terug. Ze straalt. Niks mis mee om in zo’n volksbuurtje op te groeien.Lees ook: ‘Ons kind lijkt in haar emoties verstrikt te zitten’