Canva1 2024 05 01t094447.077

Stephanie vond haar grote liefde in Egypte

Stephanie (55) besloot te emigreren naar haar droomland Egypte en ontmoette daar de liefde van haar leven. Dat Mustafa (35) twintig jaar jonger is en een compleet andere achtergrond heeft, is voor hen geen issue, maar: “Dat ik geen kinderen meer kan krijgen, is voor zijn familie wel een ding.”

Stephanie: “Dat ik ooit in de woestijn zou gaan wonen met een man die slechts een paar jaar ouder is dan mijn oudste kind, had ik nooit kunnen bedenken. Ik heb drie kinderen van 31, 28 en 26, mijn ex en ik zijn gescheiden toen zij nog klein waren. We hadden co-ouderschap. De ene week waren ze bij mij, de andere week bij hem. Ik had een goede baan, vond weer een nieuwe liefde, maar toen dat na tien jaar ook voorbijging, vond ik het wel prima alleen.
Ik reisde veel naar Egypte, ik was verliefd geworden op dat land. De kou en regen in Nederland stonden me altijd al tegen. Ik wil niet zeggen dat ik winterdepressies had, maar vrolijk werd ik ook niet van de herfst- en wintermaanden. Zodra de deuren van het vliegtuig opengingen en ik de Egyptische warmte in mijn gezicht voelde, was ik thuis. Ik had mijn duik­brevet gehaald en was veel in de Rode Zee te vinden, dat is net een aquarium. De ene keer ging ik alleen, de andere keer nam ik mijn dochter mee. De vriendelijkheid van de mensen vond ik geweldig. In Nederland moet je agenda’s trekken om een afspraak te maken. En met een beetje geluk vind je dan met elkaar over een paar weken een geschikte datum. In Egypte kun je gewoon bij elkaar aanwaaien en wordt er een bord bijgezet. Ik had er in de loop der jaren vrienden gemaakt en steeds vaker speelde ik met de gedachte er te gaan wonen.”

Open sollicitatie

“Zes jaar geleden kwam ik thuis van mijn werk, trok zoals altijd mijn joggingpak aan en ging op de bank liggen. ‘Zo, is dat je positie voor het weekend?’ vroeg mijn zoon lachend. Voor mij was dat een eerste eyeopener. Ik had leuk werk en leuke collega’s, maar was niet gelukkig. Ik vond het leven in Nederland saai. Er was zoveel gezeur om niets.
En toen kreeg ik een tweede wake-upcall. Een collega van 35, met wie ik nauw samenwerkte, kreeg leukemie. Hij was net vader geworden en overleed kort voor zijn dochtertje één jaar werd. Ineens realiseerde ik me dat het leven echt ieder moment afgelopen kon zijn. Zou ik er dan alles hebben uitgehaald wat ik wilde? Was dit hoe ik mijn verdere leven wilde invullen?
Ik besloot een open sollicitatie naar een reisorganisatie te schrijven. Ik wilde wel voor ze in Egypte werken. Ze belden me op en vroegen waarom ze mij moesten aannemen. ‘Omdat ik de beste ben’, zei ik vastberaden. Ik kwam nu al zo lang in het land, ik kende de lokale mensen, de gebruiken, de mooiste plekken en ik wist er de weg. ‘Zo iemand zoeken we’, kreeg ik als reactie. En zo begon ik op 1 april 2018 aan mijn nieuwe leven, in Marsa Alam in Egypte. Ik verkocht mijn huis en alles ik wat had. Het enige wat nog van mij in Nederland staat, is een tas met fotoboeken.”

Nieuw avontuur

De kinderen van Stephanie woonden al niet meer thuis. “Ze vonden het wel stoer dat ik dit ging doen, ze kenden mijn wens al langer. Ik zou dat jaar vijftig worden en al een tijdje dreigden ze zo’n enorme Sarah voor mijn deur te zetten. ‘Let maar op, ik ben weg voor mijn vijftigste’, zei ik dan stellig. Dat gebeurde dus ook…
Van een vriend hoorde ik later dat ze het allemaal echt wel even moeilijk vonden dat ik ging, maar dat lieten ze niet aan mij merken. Ze gunden mij dit avontuur, waardoor ik het niet als zwaar heb ervaren dat zij het even moeilijk vonden. Het leuke is dat ik nu bijna meer over ze weet dan toen ik nog in Nederland woonde. We hebben veel contact met elkaar via Whatsapp en we bellen ook vaak. Ze zijn allemaal al langs geweest en ik vlieg zo nu en dan naar hen toe.”

In de woestijn

“Het werken en wonen in Egypte beviel vanaf het begin enorm. Eerst huurde ik, maar al vrij snel kocht ik voor 18.000 euro een appartementje. Ik woon in de stad en ons appartement heeft zelfs een gezamenlijk zwembad. Vier jaar geleden was ik op mijn vrije dag bij de duikschool, toen een vriend vroeg of hij even mijn telefoon mocht lenen. In Egypte hebben ze geen abonnementen, zijn tegoed was op en hij wilde het gesprek met zijn vriend afmaken. Ik gaf hem mijn telefoon en kreeg ’m niet veel later terug. Zo’n twee, drie maanden later kreeg ik ineens een appje van een onbekend nummer, in het Arabisch. ‘Ik weet niet wie je bent en wat je wil, maar ik spreek geen Arabisch’, stuurde ik terug. Hij reageerde in het Engels en maakte zich bekend als Mustafa, de vriend die destijds met mijn telefoon was teruggebeld.
We raakten aan het appen. Hij woonde in de woestijn, op een plek waar de mensen die een quadsafari doen, thee komen
drinken. ‘Laat maar weten als je eens in de buurt bent. Dan nodig ik je uit voor een lunch’, schreef hij. Ik wist niet zo goed wat ik ermee moest. Toen ik een tijdje later in de buurt was, appte hij mij opnieuw. ‘Waar ben je?’ wilde hij weten. Ik schreef dat ik in Hurghada was. ‘Je zou me dan bellen!’ reageerde hij. Ik had er helemaal niet meer aan gedacht. De dag erna stond Mustafa erop dat hij mij dan op zou halen, hij kwam vijf kilometer de woestijn uit lopen, naar de weg waar ik met mijn auto stond. En zo zag ik hem voor het eerst: een man met een doek op zijn kop en een jurk aan. Wat heb ik nou weer gedaan, dacht ik. Waarom ik op zijn uitnodiging inging, weet ik niet. Het voelde gewoon goed, denk ik.”

Familieoudste

“Hij stapte bij mij in de auto en we reden de woestijn in naar hun woonplek. Daar werd een lunch gemaakt. Ik ben geen seconde bang geweest. We aten wat, kletsten en na een tijdje bracht ik hem terug. Het was gezellig geweest. Of ik nog eens terugkwam, wilde hij weten. Dan zouden we verder de woestijn in kunnen en zou ik zijn familie kunnen ontmoeten. Dat gebeurde een maand later. Het was in februari, en dan is het hier al om half vijf donker. ‘Blijf slapen’, zei Mustafa. Dat deed ik. Ik vond het totaal niet spannend, het was gewoon net alsof het zo hoorde. De dag erna zoenden we voor het eerst. Ik was verliefd aan het worden. Natuurlijk dacht ik ook wel dat ik zijn moeder kon zijn. Toen ik dat hardop zei, wuifde Mustafa dat weg. ‘Age is just a number.’
We hadden veel contact via Whatsapp en Mustafa bleef ook weleens bij mij in het appartement slapen. En toen kwam corona. Mijn werk kwam stil te liggen, maar ik kon wel op kantoor als customer support medewerker werken. Op mijn vrije dagen was ik bij Mustafa in de woestijn en uiteindelijk ging ik van daaruit werken. Zat ik daar, op een heuvel met mijn laptop en een zonnepaneel. Mustafa had een afdakje voor me gemaakt, zodat ik geen last had van de zon. ’s Avonds was er geen elektra, geen stromend water, niks. Toch was ik er heel gelukkig. Ik genoot van Mustafa’s instelling: hij heeft nooit haast, is altijd relaxed. Mustafa is de familieoudste, behoort tot een bedoeïenenstam. Als er problemen zijn tussen twee stammen, gaat Mustafa namens zijn familie het gesprek aan. Dat kan zomaar twee dagen duren. Ooit had een familielid van Mustafa zijn vrouw mishandeld. Ze zijn toen met elkaar tot een straf gekomen: de man moest door de straten van haar dorp lopen en haar familie mocht hem slaan. Het gaat er daar echt héél anders aan toe dan in Nederland. Wie ben ik om daar iets van te vinden?”

Vier vrouwen

“Mustafa en ik zijn nu vier jaar samen en nog steeds hartstikke verliefd. Zelfs ruzie maken met hem is leuk, hoewel dat niet heel veel gebeurt. We discussiëren heel wat af over politiek en religie. We denken over veel dingen compleet verschillend, maar we nemen elkaar zoals we zijn. Dat ik niet geloof, snapt hij niet, maar hij accepteert het wel. We hebben een contract afgesloten, zonder dat document mag je in Egypte niet samen zijn. Ik wist vanaf het begin dat hij twintig jaar jonger is. Je kan mijn zoon zijn, dacht ik toen nog. Ik merk er nu weinig meer van. Egyptische vrouwen van mijn leeftijd zien er heelanders uit. Het zijn meer oma’s. Hij vindt het geen enkel probleem dat ik zoveel ouder ben.
Dat ik geen kinderen meer kan krijgen, is voor zijn familie wel een ding. Zij hebben best wel moeite met onze relatie gehad. Ze vinden mij als persoon heel leuk, maar hadden liever gehad dat Mustafa met een vrouw thuis zou komen met wie hij ook nog een gezin zou stichten. ‘Hier mogen mannen gelukkig met vier vrouwen trouwen’, zegt zijn moeder regelmatig. Ik sluit niet uit dat ik dat over een jaar of tien oké zou vinden. Dan ben ik zelf 65 jaar en kan ik misschien wel wat hulp gebruiken. Als Mustafa dan een Egyptische jongere vrouw trouwt met wie hij kinderen kan krijgen, kan zij mij misschien helpen in het huishouden. Liefde is in de meeste gearrangeerde huwelijken toch niet aan de orde. Maar ook hiervoor geldt weer: waarom zou ik het veroordelen? Dit is hun cultuur.
Mustafa behandelt mij als een koningin. Als ik in de Jeep wil rijden, vraagt hij: ‘Stephanie, Queen Elizabeth, heb je die ooit zelf zien rijden?’ En dan moet ik naast hem gaan zitten. Als ik erop sta, mag ik overigens wel achter het stuur plaatsnemen. We hebben het echt fijn samen. Mijn werk voor de reisorganisatie is eind vorig jaar gestopt, ik werk nu in een hotel. Mustafa geeft privé-excursies in de woestijn, waar hij toeristen het echte bedoeïenenleven wil laten zien. In de woestijn hebben we twee kamelen, paarden, schapen en honden. Toch zijn we ook veel in mijn appartement te vinden.”

tekst: Hester Zitvast
Foto: privébezit

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.