vrouw

Suzanne zet met haar podcast de overgang op de kaart

Jarenlang worstelde journalist Suzanne (52) met (mentale) klachten. Niemand – zelfs artsen niet – legde de link met de (beginnende) overgang. Na een lange zoektocht startte Suzanne met bio-identieke hormonen. ‘Wég kort lontje, weg concentratieproblemen’.

Rond mijn veertigste kreeg ik de kolder in mijn kop. Het begon rond mijn 37ste, met steeds zwaarder wordende PMS. In de paar dagen voor mijn menstruatie werd ik extreem prikkelbaar, ik miste overzicht, ik raakte gestresst van situaties waar ik aan gewend was en ik had een heel kort lontje. Niet handig in een gezin met drie jonge kinderen die allemaal voor half negen op school of op de crèche moesten zijn, waarna mijn man en ik doorraceten naar ons werk. Eigenlijk de enige plek waar rust heerste.
In die dagen kwam het steeds vaker voor dat ik tijdens de ochtend- en avondspits stond te gillen van frustratie. Ik klapte soms bijna uit elkaar van woede. Waarom werkte iedereen me tegen? Waarom luisterden de kinderen niet? Waarom kon mijn man niet wat meer meedenken, waarom stond ik overal alleen voor? Ik maakte ruzie in supermarkten, in de auto, thuis, al die plekken waar mijn geduld op de proef werd gesteld. En ik kreeg problemen op mijn werk. Omdat ik me die dagen niet kon inhouden. En giftige mails schreef als antwoord op iets dat me niet zinde.

Gefrustreerd hoofd

De dagen duurden langer, breidden zich uit tot bijna twee weken voor de menstruatie, en kregen zoveel invloed op mijn relatie en beleving van het gezinsleven dat ik ging twijfelen of ik het wel kon, het moederschap. Wat ik wel wist: niet met hém. Ik werd somber, ik sliep steeds slechter omdat ik mijn gefrustreerde hoofd niet uit kon zetten, ik lag te malen en te woelen, kreeg last van rusteloze benen. Vaak viel ik pas tegen vijven in slaap en om half zeven ging de wekker alweer voor de volgende ronde. Ik vond het leven niet meer leuk, mezelf incluis.
Natuurlijk ging ik naar de huisarts. Die zei dat ik het rustiger aan moest doen, ik had ook wel heel veel op mijn bordje. Klopt, maar dat had ik al jaren, en nu leek het ineens of de gekte had toegeslagen. Slaappillen kreeg ik niet, ik moest naar een ontspanningstherapeut, of op yoga. Wel kreeg ik met de regelmaat van de klok antibioticakuren voor de blaasonstekingen die steeds vaker terugkeerden. Ik had ze thuis op voorraad. Niemand legde het verband met mijn hormonen. Zelfs niet toen mijn menstruaties zo heftig werden, dat ik regelmatig als een puber doorlekte.
In de jaren die volgden gingen mijn man en ik uit elkaar. Ik was verliefd geworden op iemand anders, een vlucht uit het drukke gezinsleven dat me nu zo verpletterde. Ik wilde rust. En ik kreeg een paar jaar ‘rust’. Onbedoeld kreeg ik dé behandeling die past bij dalende en piekende geslachtshormonen, zo aan het begin van de overgang, die wel tien jaar voor je laatste menstruatie kan beginnen. Ik ging weer aan de pil. Vanwege mijn nieuwe vriend. Mijn man had een paar jaar eerder een knipje laten zetten, zoals het hoort na drie kinderen, zodat ik met de pil kon stoppen. Het was – achteraf – het moment dat ik de afgrond in dook.

Gebrek aan hormonen

Hoe wij vrouwen ooit aan het idee zijn gekomen dat hormonen slecht voor ons zijn? Ons hele wezen draait erop. Maar als je tegen de veertig loopt en er steeds meer last van krijgt, wil je ervan af. Jouw werk zit erop, je man moet een knippie en je stopt met de pil. Terwijl de klachten voortkomen uit een gebrek aan hormonen, weet ik nu. En pas weer ophouden als je je hormonen bijvult. En de overgang begint niet pas rond je vijftigste, als je je laatste menstruatie hebt, de geslachtshormonen oestrogeen en progesteron nemen al af vanaf je vijfendertigste.Progesteron daalt daarbij het snelst, waardoor er in verhouding die eerste jaren teveel oestrogeen is ten opzichte van progesteron. Als je daar gevoelig voor bent, krijg je in de week voor de menstruatie, als je oestrogeen een dieptepunt bereikt, nu steeds meer last van premenstruele klachten: stemmingswisselingen, buitenproportionele woedeaanvallen, gejaagdheid en sombere gevoelens. Oestrogeen maakt de zintuigen gevoeliger en werkt samen met de neurotransmitters dopamine en serotonine (verantwoordelijk voor je daadkracht, overzicht en geluksgevoel) en is daarmee dus van invloed op hoe je je gedraagt en voelt. Progesteron is het kalmeringshormoon en samen houden ze elkaar in balans.Heb je veel last van stemmingswisselingen dan wordt vaak het doorslikken van de anticonceptiepil aangeraden, dus zonder stopweek. Dit houdt de hormoonspiegel het meest stabiel. Neem dan wel de Zoely, met bio-identiek oestrogeen, die doet het meest voor je stemming. Omdat de problemen eigenlijk voortkomen uit te weinig progesteron, kun je ook alleen dat toevoegen, zeker als je liever niet de pil slikt of geen anticonceptie meer nodig hebt. Ook nu geldt: neem het bio-identieke Utrogestan. Al het andere is synthetisch en past minder goed op de receptoren (ontvangers) in je lichaam. Ben je weer een paar jaar verder en merk je dat de menstruaties elkaar sneller opvolgen en heviger worden, dan is dat het teken dat je oestrogeen nu ook echt afneemt. Dit is het moment dat je oestrogeen toe moet voegen aan de progesteron en dat kan in een hele lichte dosis via de huid. Door een gel, een spray of een pleister.

Achterhaald onderzoek

“Oh nee hoor”, zeggen vriendinnen van rond de vijftig met een waaier van klachten die ik inmiddels als behorend bij de overgang herken, als ik ze wijs op de voordelen van hormoonsuppletie. “Voor mij geen hormonen meer. Bovendien, daar krijg je borstkanker van.”De angst voor borstkanker zit er goed in, niet alleen bij vrouwen, maar ook bij huisartsen. Een oud en inmiddels totaal achterhaald onderzoek is de reden. Het draait om een Women’s Health Initiative-onderzoek naar de preventieve werking van hormoonsuppletie op hart- en vaatziekten, toen hormoonsuppletie in de jaren negentig steeds populairder werd en gezien werd als hét middel om gezond en vitaal ouder te worden. Wat zou er gebeuren als het getest werd op écht oudere vrouwen, vaak al voorbij de overgang? De meeste vrouwen waren tussen de zestig en tachtig, rookten, dronken alcohol, bewogen nauwelijks, waren te dik. Allemaal grotere risicofactoren voor ouderdomsziekten. Er was een heel lichte toename in het aantal borstkankergevallen, statistisch niet eens relevant. Een journalist interpreteerde de cijfers verkeerd en the word was out, met chocoladeletters stond het in de krant: hormoontherapie veroorzaakt borstkanker.
Het aantal vrouwen in Amerika dat hormoonsuppletie gebruikte daalde van veertig procent naar vier procent, de rest van de wereld volgde, en het onderwerp werd de twintig jaar erop geweerd uit de curricula van studies geneeskunde, potjes onderzoeksgeld werden gesloten. En dat terwijl later bleek dat degenen die hormoonsuppletie hadden gebruikt juist minder kans hadden op borstkanker, minder kans op hart- en vaatziekten, minder kans op een hartaanval én minder kans op osteoporose: botontkalking. Het vrouwelijk hormoon oestrogeen is van levensbelang voor sterke botten, soepele aderen en een actief brein. En de bio-identieke hormoonsuppletie van nu is niet te vergelijken met de hoog gedoseerde synthetische pillen van toen.

Psychische rust

Vier jaar lang had ik, afgezien van de ellende die een scheiding met zich meebrengt, psychische rust. Toen ging die nieuwe relatie uit, ik stopte met de pil – en weer dook ik de afgrond in. Nachtzweten, zó erg dat ik iedere ochtend doorweekte T-shirts naast mijn bed vond. Iemand opperde dat het de beginnende overgang kon zijn. Ik informeerde bij de dokter, had iets gehoord over het overgangsmedicijn Femoston. “Nee hoor”, zei de huisarts, “daar krijg je borstkanker van. Je lichaam ontdoet zich gewoon van stress.” Toegegeven, dat kan natuurlijk ook. En dat is waarom de overgang ook zo lastig te diagnosticeren is voor huisartsen. Toen ik na acht maanden nog niet opknapte, kreeg ik via een bevriend psychiater (de huisarts vond het nog steeds niet nodig) een antidepressivum voorgeschreven, Venlafaxine, dat goed hielp en mijn overspannen zenuwen stil legde. Het helpt ook tegen opvliegers en nachtzweten, al legde ik toen dat verband nog niet. En eindelijk brak een nieuwe periode aan van rust. Ik herstelde de band met mijn kinderen en vond een nieuwe liefde met wie ik inmiddels getrouwd ben. Aan de pil ging ik niet meer, ik nam een Mirena-spiraal. En dat was de volgende fout, want die beschermt weliswaar tegen zwangerschap, maar er zit geen oestrogeen in, alleen een synthetisch progestageen die weliswaar het baarmoederslijmvlies dun houdt, maar verder niks voor je doet. En dit waren de jaren voor mijn vijftigste, de menopauze, het moment dat de eicellen op raken en steeds minder oestrogeen en progesteron produceren. Waar ik door de Venlafaxine niet veel van merkte.

Improductiviteit

Drie jaar geleden kreeg ik steeds meer moeite me te concentreren. Vroeger kon ik me úren achter elkaar focussen, nu nog geen vijf minuten. Als freelance journalist is dat niet handig. Ik werd er lethargisch van. Misschien is het de leeftijd, dacht ik, hoeft het gewoon niet meer zo. Ik zou perfect gelukkig zijn als ik de hele dag kon lezen, met ’s avonds wat vrienden op bezoek om me aan te laven. De realiteit was dat ik nog zeventien jaar moest werken en we bovendien een vrij hoge hypotheek hebben. Mijn man begon zich te storen aan mijn improductiviteit. Ik werd weer somber, het nachtzweten kwam terug, net als de slapeloosheid.
Vorig jaar maart werd het H3-netwerk opgericht (Hoofd, Hart en Hormonen) door psychiater Sandra Kooij, cardioloog Janneke Wittekoek en gynaecoloog Dorenda van Dijken toen uit hun gezamenlijk onderzoek bleek dat vrouwen met een psychische kwetsbaarheid zoals ADHD (maar waarschijnlijk ook autisme, bipolariteit en depressie), sterker reageren op hormoonschommelingen waardoor zij twee tot drie keer zoveel last hebben van PMDD (ernstige PMS), postnatale depressie en overgangsklachten. Door de chronische stress die zij ervaren, de slapeloosheid die hier vaak mee gepaard gaat en minder gezonde leefstijlkeuzes, hebben zij ook een grotere kans op hart- en vaatziekten. Zo ging het balletje voor mij rollen. Ik heb drie kinderen met ADD en/of autisme en alhoewel ik zelf die diagnoses niet heb, herken ik zeker bepaalde trekken. Een vriendin van mij met ADHD moest in de overgang haar ADHD-medicatie verhogen omdat die minder goed werkte door het wegvallen van oestrogeen.Lang verhaal kort: ik probeerde haar ADHD-medicatie en het was alsof ik ineens weer aanstond. Wat een daadkracht en een energie! Mijn hersenen werkten weer net zo snel en makkelijk als toen ik 35 was. Nu we toch bezig waren ging ik ook aan de hormoontherapie (ik was inmiddels verhuisd en had een andere huisarts, die in eerste instantie Femoston voorschreef, maar dat later bijstelde toen ik erachter kwam wat ik beter kon nemen) en afgezien van die eerste dagen beginvererging die me de ogen openden over waar ik al die jaren tegenaan was gelopen, voelde ik me al vrij snel weer de oude. Het nachtzweten hield op waardoor ik niet meer wakker werd ’s nachts, mijn nagels werden keihard en mijn gewrichten waren weer soepel.

Holistisch verhaal

Dit moeten de mensen weten, dacht ik, en ik begon de podcastserie ‘We zijn toch niet gek?’ samen met de deskundigen van het H3-netwerk, over overgangsklachten die niet als zodanig herkend worden, misdiagnoses met soms verstrekkende gevolgen (vrouwen krijgen onnodig slaapmiddelen voorgeschreven, angstremmers en antidepressiva en worden burn-out verklaard) en mogelijke oplossingen. Zoals bio-identieke hormoonsuppletie, maar ik richt me ook op leefstijl, het belang van gezonde voeding, beweging en stressreductie. Want het is een holistisch verhaal, de overgang. Dat het verdient nóg meer uitgediept te worden. De podcast werd een instant succes. Zo veel vrouwen die zich herkenden en dachten:  maar dit is er dus met me aan de hand! Dus ik ga door met de podcast. Íedere vrouw moet dit weten.

Meer over bio-identieke hormoonsuppletie

Bio-identieke hormoonsuppletie komt net als synthetische uit de fabriek. Het wordt van yams gemaakt, een plantje en heeft dezelfde structuur als je eigen hormonen. Lichaamseigen zou dus een betere naam zijn. Omdat het dezelfde structuur heeft, herkent je lichaam het ook als lichaamseigen, de hormonen passen naadloos op de oestrogeen- en progesteronreceptoren (ontvangers op de cellen) die overal in je lichaam zitten en kunnen zo hun  werk doen.

Waar moet je heen?

Overgangszorg hoort bij de huisarts thuis. Anderhalf jaar geleden is er een nieuwe huisartsenrichtlijn gekomen, waarin in ieder geval erkend wordt dat overgangsklachten hinderlijk kunnen zijn. Inmiddels zijn huisartsen zich in rap tempo aan het bijscholen, al zijn er nog steeds veel die denken dat je nog niet in de overgang kunt zijn als je nog een cyclus hebt, want zo hebben zij dat geleerd, en antidepressiva voorschrijven. Informeer jezelf in elk geval goed door de podcast ‘We zijn toch niet gek?’ te luisteren, je aan te sluiten bij de bijbehorende Fb-groep of de Fb-groep van Ellen Broks: Menopauze, overgang en Bio-identieke hormonen of een kijkje te nemen op de site van het H3-netwerk. Eventueel kun je ook googelen op Praktische Handleiding Hormoonsuppletie, deze uitprinten en meenemen naar je huisarts. Dit is de richtlijn voor gynaecologen en bio-identieke hormonen zijn hier beter vertegenwoordigd. Vind je bij je huisarts geen gehoor, ga dan langs bij een overgangsconsulent van de VVOC of vraag een verwijzing naar een in hormoonsuppletie gespecialiseerde gynaecoloog.

Tip van Vriendin

In De overgang ‘het no-nonsense handboek’ vind je alle antwoorden op alle vragen die een vrouw zichzelf stelt – of zou moeten stellen – wanneer zij rond haar 45ste (en soms ook eerder) deze onvermijdelijke fase in haar leven bereikt. Voor meer informatie klik op onderstaande button.

Tekst: Suzanne Rethans
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

José Rozenbroek, Jos Teunis