Canva1 2021 06 24t110854.609

Tineke’s 17-jarige dochter werd vermoord door haar ex-vriend

Bij vrouwenmoord is de dader vaak de (ex-)partner. Ook de 17-jarige dochter van Tineke (63) werd vermoord door haar ex-vriend. Tineke vertelt over de dag in 2013 die haar leven verwoestte. “Het verdriet blijft altijd bij me horen.

Een meisje dat op haar lijkt, een meisje dat met een hondje loopt, een meisje dat naar het voetbalveld fietst. Elke dag ziet Tineke wel iemand die haar met Annemieke verbindt. En altijd is er dan het besef: ‘Ik heb geen dochter meer.’ “Steeds weer doet het pijn”, vertelt ze. “Natuurlijk zijn er extra pijnlijke momenten: de verjaardagen, háár verjaardag, haar sterfdag, kerst en oud en nieuw. Dat is een pijn waarop je bent voorbereid. Die gaat gepaard met een soort berusting, misschien zelfs met gewenning. De ergste pijn zit ‘m in de onverwachte momenten. Een opmerking van iemand die het niet weet en die me naar adem doet snakken. Of van iemand die het wel weet, maar net iets te lang over haar eigen dochter blijft praten. Iemand die iets ondoordachts zegt als: ‘Je hebt Rik toch nog, je zoon?’ Misschien denken ze dat het scherpe er nu wel van af is. Dat is niet zo. Het gemis wordt alleen maar groter. Het enige dat ik heb leren accepteren is dat mijn leven nooit meer hetzelfde wordt.”

Niets verteld

2 juli 2013 is de zwartste dag in Tinekes bestaan en zal dat altijd blijven. Haar dochter Annemieke, op dat moment 17 jaar, wordt die zomerdag thuis door haar ex-vriend Jacco om het leven gebracht. Hij kan niet verkroppen dat zij hun relatie heeft uitgemaakt.
Boven de schouw in Tinekes woonkamer hangt een levensgrote foto van Annemieke. Hij is kort voordat ze stierf door de schoolfotograaf gemaakt. Een mooie meid. Lang haar, blauwgrijze ogen, brede lach. “Zoals de meeste meisjes op die leeftijd vond ze de foto zelf niet mooi. De schoolleiding was het niet met haar eens en heeft ons de foto vergroot cadeau gedaan. Bij de bijeenkomst op school en de afscheidsplechtigheid stond ‘ie centraal opgesteld, zodat Annemieke ook zichtbaar aanwezig was.”
Het laatste half jaar voor haar dood heeft Annemieke het moeilijk. Tineke weet dat er iets niet lekker loopt. “Pas later hoorde ik dat ze al vaker een punt achter de relatie met Jacco probeerde te zetten, maar dat lukte niet. Ze vertelde me er niet over. Ik denk dat ze me er niet mee wilde belasten. Als alleenstaande moeder had ik het druk. Ik werkte en moest thuis ook de boel draaiende zien te houden.”

Laatste kus

Annemieke leert Jacco kennen als ze zestien is. Hij is twee jaar ouder en lid van dezelfde voetbalclub. Ze komt hem ook in het uitgaansleven weleens tegen. “Een rustige, bescheiden jongen. Ze vond hem aardig. Hij kocht een geurtje voor haar van zijn eerst verdiende geld. ‘Hij is zo lief, mama’, vertrouwde ze me toe. Ze had ook met hem te doen, omdat hij niet goed in zijn vel zat, het thuis niet lekker liep, hij problemen met vrienden had en het op school slecht ging. Zo was Annemieke: invoelend en begaan met anderen. Een levenslustig, lief kind. Rustig en niet op de voorgrond.
Jacco kwam veel bij ons thuis in Roden. Hij was vrijwel dagelijks bij ons en at mee. Ook mijn zoon Rik, twee jaar jonger dan Annemieke, kon goed met hem overweg. Ze hadden het fijn met z’n drieën. Ik beschouwde Jacco als mijn derde kind.”
Wel heeft Tineke al vrij snel in de gaten dat Jacco niet goed bij haar dochter past. Ze houdt er rekening mee dat de relatie vroeg of laat zal eindigen. “Ik merkte dat Annemieke niet gelukkig met hem was. Ze was kribbig en onredelijk naar mij toe. Later maakte ze het, voordat ze ging slapen, altijd in tranen weer goed. Soms spraken we erover, ook met Jacco erbij. Maar van uit elkaar gaan wilden ze alle twee niks weten. Pas na haar dood hoorde ik van haar vriendinnen dat Jacco soms agressief tegen haar was als ze niet deed wat hij wilde. Ze heeft daar helemaal alleen mee geworsteld. Dat vind ik een verdrietig idee. Anderzijds realiseer ik me dat ik weinig had kunnen doen. Het was een zaak tussen hen tweeën.”

Op 29 juni 2013 hakt Annemieke de knoop toch door en maakt het uit. Jacco lijkt er vrij rustig op te reageren. “Toen hij vertrokken was, viel Annemieke in mijn armen en huilde hartverscheurend. Ze knuffelde niet zo vaak meer met me, maar die keer wel. Het was drie dagen voor haar dood. Ik wist op dat moment niet dat het de laatste kus was die ze mij zou geven. Die kus zal ik nooit vergeten.
Ze was verdrietig, omdat ze het rot vond voor Jacco. Altijd voelde ze met anderen mee, zowel met mensen als met dieren. Opgelucht was ze ook, omdat ze zich al die tijd toch erg beklemd had gevoeld, beknot in haar vrijheid. Later vertelde een lerares me dat het leek alsof er vijftien kilo van haar af was gevallen. Ze bloeide op, was vrolijk, ging uit met vriendinnen. Op haar kamer hing ze eens de spreuk ‘Live well, laugh often, love much’. Dat was hoe ze in het leven stond en zo was ze ook weer toen de relatie gestopt was.”

Plas bloed

Tot die fatale tweede juli. ‘s Morgens in de bus naar haar werk krijgt Tineke een sms’je van Annemieke. “Jacco wilde iets met haar regelen over een boek. Ze vroeg me wat ze daarmee aan moest. Ik antwoordde dat hij dan maar contact met mij moest opnemen. Dat heeft hij nooit gedaan. Wel zag ik later in haar appjes dat hij haar die dag steeds is gevolgd, op zoek naar het juiste moment om toe te slaan.”
Jacco lijkt rustig en normaal als hij met een smoes toch bij Annemieke langs weet te komen. Hij wil met haar naar boven; ze moet iets voor hem uitprinten. Annemieke vertrouwt hem. Haar broer Rik, die ook thuis is, ziet hem niet. Eenmaal boven steekt Jacco 27 keer op Annemieke in. Zij weert hem af, gilt, schreeuwt zijn naam. Rik hoort het en stuift naar boven. Daar ziet hij zijn zus liggen in een grote plas bloed, terwijl Jacco gehurkt naast haar zit en op haar insteekt. In paniek rent hij de trap af. “Buiten heeft hij eerst 112 gebeld, daarna mij en vervolgens zijn vader. Ook waarschuwde hij de buren dat ze hun kinderen binnen moesten houden. Jacco vluchtte weg. Tien minuten later appte hij Rik: ‘Het spijt me.’”
Jacco wordt even later aangehouden op de voetbalvelden van voetbalvereniging Roden. Daar vindt de politie ook het moordwapen.
Annemieke overlijdt in het ziekenhuis aan de gevolgen van extreem bloedverlies. Tineke mag niet bij haar, omdat haar lichaam in beslag wordt genomen voor forensisch onderzoek. “Mijn dode kind liet ik achter in dat kille ziekenhuis. Helemaal alleen heeft zij deze strijd moeten leveren en verliezen, en dan moest ik haar ook nog alleen achterlaten. Het was ondragelijk.”
Ook naar hun eigen huis kunnen Tineke en Rik niet, want daar is de politie bezig met het onderzoek. Ze logeren in Tinekes ouderlijk huis bij haar broer en schoonzus in Grijpskerk. “Die nacht heb ik alle torenslagen gehoord, de hele en de halve uren. Wat een hel, wat een pijn, wat een mokerslag. De gedachte voortaan zonder haar verder te moeten. Mijn liefste meisje, wat had ze misdaan? Wat moet ze bang zijn geweest, zich alleen hebben gevoeld. Niemand verdient dit lot, maar zij zeker niet!”

Onbegrip

“Na Annemiekes dood werd ik geleefd. De rechtszaken, voorbereiden op het spreekrecht, de zaken die we moesten regelen. Ik ging maar door, maar besefte niet goed wat er was gebeurd. Pas jaren later druppelde het binnen. Heel lang heb ik het niet onder ogen durven of kunnen zien: Annemieke is niet meer hier. Zij is vermoord. De oude werd ik niet meer. Ik had geen energie, was voortdurend moe, mijn dag- en nachtritme was verstoord, ’s nachts deed ik geen oog meer dicht.”
Op 3 december 2017 wordt de 19-jarige Jacco R. veroordeeld tot acht jaar celstraf en tbs met dwangverpleging. Vorig jaar, op 22 oktober 2020, wordt de tbs met twee jaar verlengd. “Met die straf heb ik me nooit zo beziggehouden. Of hij nu twee, vijf of tien jaar vastzit, Annemieke komt niet meer terug. Het valt voor mij niet te begrijpen dat een mens tot moord in staat kan zijn. Hoewel Jacco me geen geschikte vriend voor Annemieke leek, vond ik hem niet onaardig. Ook een dader heeft een andere kant. Ergens in zijn brein is er iets mis, waardoor hij dit soort vreselijke dingen kan doen. Aan de buitenkant zie je dat niet.
Na zijn daad toonde hij geen emotie, spijt of inlevingsvermogen. Zijn geweten werkt anders dan dat van mij en Rik. In hoeverre kun je hem dat aanrekenen? Ik koester geen wraakgevoelens en voel geen woede tegenover hem. Wat ik wel erg moeilijk vind is dat hij in de gevangenis begon aan een nieuwe relatie, getrouwd is en een dochter op de wereld heeft gezet. Dat is hard voor ons als nabestaanden. Ik vind het kwalijk dat iemand die nog in tbs moet om behandeld te worden voor zijn omgang met en agressie tegen vrouwen toestemming krijgt om te trouwen in de gevangenis. En dat hij daar ook nog alleen is gelaten met een vrouw, terwijl hij tot vreselijke dingen in staat is. Daar begrijp ik niets van.”

Door met leven

Tineke is nu acht jaar verder. Haar leven is nooit meer hetzelfde geworden. “Ik ben in de ziektewet beland en uiteindelijk afgekeurd. Mijn belastbaarheid is laag. In alles ben ik trager. Ik heb veel therapie gehad. Zo leerde ik te accepteren dat het niet meer zo wordt als het was. Ik volg mijn eigen tempo en ben dankbaar dat ik die ruimte krijg. Mijn dag- en nachtritme is nu weer zo goed als normaal. Ik heb gelukkig goede familie, vrienden en vriendinnen om me heen. Daarnaast doe ik aan yoga, wandel, schilder soms, maak weleens muziek, zing en dans zelfs als ik daar zin in heb. Mijn beide kinderen zijn uit huis: Rik studeert in Amerika, waar hij ook voetbalt met rugnummer 6, hetzelfde nummer dat Annemieke droeg bij VV Roden. En Annemieke is in de hemel.”
Troost vindt Tineke een lastig woord. “Is dat niet iets als hier heb je een snoepje en dan is het wel over? Voor deze pijn bestaat geen troost, want hij gaat nooit over. Het verdriet blijft altijd bij je horen. Soms is het even makkelijker als er opeens een dagpauwoogvlinder van mij naar mijn hond Doortje fladdert en uiteindelijk voor de vrijheid kiest. ‘Dag lieve Annemieke’ zeg ik dan. Ik word er blij van, maar is dat troost?
Toen het wintertijd werd, ging de klok vanzelf langzaamaan een uur terug. Ik dacht dat de batterij leeg was, maar aan het einde van de zondag, stond hij precies een uur vroeger dan die ochtend. Een wonder. In gedachten vroeg ik aan Annemieke: “Wat is je boodschap lieverd?” Ik voelde haar antwoord in mijn hart: ‘Je kunt de tijd niet terugdraaien mam. Je moet door, door met je leven!’ Ja, dat is denk ik wel troost.
Haar liedje Waves van Mr. Probz op de radio op precies de juiste momenten. De wetenschap dat zo veel mensen van haar hielden. De regelmatige bezoeken van haar vriendinnen… Annemieke heeft niet voor niets geleefd en wordt nooit vergeten, omdat ze liefde was. En liefde overwint zelfs de dood. De wetenschap ook dat ze van Rik en van mij hield. Dat is zeker troost. Ik ben dankbaar dat ik haar moeder heb mogen zijn.”  

Nieuwsbericht

In 2019 zijn 44 vrouwen om het leven gebracht, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In meer dan de helft van de gevallen was de partner of de ex van de vrouw de (vermoedelijke) dader.
Echtelijke ruzies en jaloezie zijn al jarenlang de meest voorkomende motieven om een vrouw van het leven te beroven. De vrouwelijke slachtoffers worden vaak in hun eigen huis doodgestoken of gewurgd.
In de periode 2015 tot en met 2019 is bij bijna zes op de tien gevallen een partner of ex de dader. Het daadwerkelijke aantal ligt waarschijnlijk hoger, omdat moord op een vrouw die niet getrouwd was of een geregistreerd partnerschap met de dader had buiten de categorie ‘(ex-)partnergeweld’ valt.
Opvallend genoeg dalen de moord- en doodslagcijfers al jaren flink in Nederland, maar is de daling minder sterk bij vrouwelijke slachtoffers. In 2000 werden 153 mannen omgebracht, tegenover 70 vrouwen. In 2019 ging het om 81 gedode mannen tegenover 44 vrouwen.
Bron: Nu.nl