Canva1 2024 08 08t095040.845

Tweelingzussen Dagmar en Ingeborg kregen een kind van dezelfde donor

Eeneiige tweelingzussen Dagmar en Ingeborg (45) werden allebei moeder via een donor. Dezelfde donor, waardoor hun zonen Fynn (4) en Senn (4) zowel neefjes zijn als broertjes. “Het was een gouden greep dat we dit zo hebben gedaan.”

Dagmar: “Tweeling zijn we al ons hele leven, we weten niet beter. We hebben geen idee hoe het is om een eenling te zijn. Ingeborg en ik zijn heel hecht. Symbiotisch, kun je wel zeggen. We vinden het fijn om van elkaar te weten hoe het gaat. Dat begint ’s ochtends al. Als we op ons werk aankomen, appen we dat we er zijn. We werken alle twee in de zorg en als we thuiskomen, delen we onze verhalen met elkaar.”
Ingeborg: “We hebben ook een tattoo op dezelfde plek, op onze rechteronderarm. Ja, het is dezelfde tattoo: een teken dat staat voor een nieuw begin. We hebben allebei een gastric bypass en een buikwandcorrectie gehad.”

Donor

Dagmar: “Toen we 38 waren, werd een vriendin van ons zwanger via een donor. Ze voedde haar kindje in haar eentje op. Het was ook onze diepste wens om een kind te krijgen. We hadden altijd voor ons gezien om dat met een partner te doen. Maar die hadden we niet.”
Ingeborg: “We zitten allebei niet zo in elkaar dat we er meteen voor gaan als we iemand tegenkomen. Als het dan misgaat, moet je allebei voor de helft voor een kind zorgen. We hadden het er samen over om net als onze vriendin zwanger te worden van een donor. Toen zijn we allebei het traject in gegaan in het ziekenhuis.”
Dagmar: “We zijn zelf op zoek gegaan naar een donor. Bij een Deense spermabank kon je alleen profielen kiezen, dat leek ons te summier. Een Nederlandse spermabank had een lange wachtlijst. Die tijd hadden we niet.”

Eén donor

Ingeborg: “Uiteindelijk kwamen we uit bij een Nederlandse organisatie die ons aansprak. Via die organisatie hebben we meerdere donoren gesproken.”
Dagmar: “De fertiliteitsarts in het ziekenhuis vroeg of we niet voor één donor wilden gaan. Dat leek ons in het begin heel vreemd. We zouden toch ook niet met één man gaan samenwonen?”
Ingeborg: “Maar het idee dat onze kinderen hierdoor een band voor het leven zouden hebben, trok ons over de streep.”
Dagmar: “Daar kwam bij dat er één donor was die er voor ons uitsprong. We mailden, daarna belden we en nog weer later spraken we met hem af. Het klikte. We spraken naar elkaar uit wat we wilden. Hij stond er open voor om het op deze manier te doen, dus om ons allebei te helpen. Wat doorslaggevend was, was dat hij een limiet had gesteld: hij wilde vier vrouwen helpen. Niet meer, want hij wilde niet dat er straks tig kinderen van hem zouden rondlopen.

Jongetje

Ingeborg en ik raakten vrij snel zwanger en kregen allebei een jongetje. Vijf maanden na de geboorte van mijn zoon Fynn werd Ingeborgs zoontje Senn geboren. Uiteindelijk bleek het een gouden greep dat we samen voor deze donor zijn gegaan.”
Ingeborg: “Hij voelt zich betrokken. Vorige week waren we met z’n allen bij elkaar, we ontmoeten elkaar paar keer per jaar, hij krijgt ook foto’s en filmpjes, dat staat in het contract dat we hebben. We hadden afgesproken in een restaurant. In de glijbaan van de bijbehorende indoor-speeltuin brak Senn zijn arm. Onze donor – hij heeft liever niet dat we zijn naam noemen – vond het heftig, zei hij. Dat Senn zijn arm heeft gebroken, doet hem echt iets. Hij appt nu elke dag om te vragen hoe het met Senn gaat.”

Eén gezin

Dagmar: “We zijn er blij mee dat we dit op deze manier hebben gedaan. We zijn twee gezinnen, maar eigenlijk ook één gezin, want genetisch gezien zijn onze zonen broers van elkaar. Volgens onze arts was het nog nooit eerder in Nederland voorgekomen dat een eeneiige tweeling kinderen kreeg van dezelfde donor. Senn en Fynn hebben voor 99% hetzelfde dna en zijn een quaternaire tweeling. Al zijn ze officieel alleen neefjes.”
Ingeborg: “We zijn eigenlijk altijd samen. We zijn óf in mijn huis, óf in dat van Dagmar. Met z’n vieren dus. We wonen niet samen, maar iets meer dan een kilometer bij elkaar vandaan. “
Dagmar: “Fynn en Senn gaan inmiddels naar school. We hebben er bewust voor gekozen om ze niet naar dezelfde klas te laten gaan. Ingeborg en ik zaten wel bij elkaar in de klas en kunnen nu niet goed zonder elkaar. Het was een goede keuze om het bij onze kinderen anders te doen. Zo krijgen ze ook hun eigen vriendjes en vriendinnetjes. Al gebeuren er dan wel weer dingen. Laatst kreeg Fynn een vriendenboekje mee naar huis. Senn kent dat kindje ook en wilde het ook invullen. Dan moet ik echt zeggen dat dat meisje het wel aan hem vraagt als zij dat wil. Dat is wat Fynn en Senn samen voelen.”
Ingeborg: “Ze zeggen tegen iedereen dat ze elkaars broertjes zijn. Zo voelt het voor hen ook echt.”

Tekst: Ella Mae Wester
Foto: privébeeld

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.