vrouw

Ellen: ‘Mijn man heeft ons verlaten vanwege zijn midlifecrisis’

Ellens partner Joost (45) woont sinds vijf weken niet meer thuis. Hij houdt nog steeds van haar en hun twee kinderen Rosalie (6) en Daan (4), maar hij wil niet meer gebonden zijn. Joost wil meer tijd voor zichzelf. Een midlifecrisis, volgens Ellen (40). “Ik hoop zó dat het overgaat. Hij wil zelfs, heel cliché, een sportwagen kopen.”

Ellen: “Er gaat bijna geen dag voorbij zonder dat Rosalie, onze oudste dochter van ruim zes, informeert naar haar vader: ‘Komt papa vanavond bij ons eten, mama?’ En of hij die avond dan ook blijft slapen. Voor haar is het een normale vraag geworden. Zoals ze het ook normaal lijkt te vinden dat mijn man Joost sinds vijf weken niet meer permanent bij ons gezin woont. Daan van vier heeft er veel meer last van dan zijn zus. Hij was helemaal zindelijk, maar plast nu weer in bed, heeft nacht merries en komt midden in de nacht huilend naar mijn slaapkamer om te kijken of ik er nog wel ben. Zijn gevoel van veiligheid is weg nu zijn vader er bijna nooit is. Mijn hart breekt als ik zijn tranen droog. Maar als ik Joost vertel dat Daantje zo’n verdriet heeft, haalt hij slechts zijn schouders op. ‘Dat komt heus wel weer goed, hoor’, schampert hij dan.”

Vrij en ongebonden

“Joost is op dit moment echt niet voor rede vatbaar. Hij heeft het veel te druk met zichzelf en zijn midlifecrisis. Zijn veertigerssyndroom, om het zo maar te noemen, zag ik een half jaar geleden niet aankomen. We lagen die zaterdagavond heerlijk onderuit op de bank met een wijntje het tweede seizoen van Dexter te kijken. Ik reageerde in eerste instantie ook ietwat geïrriteerd toen Joost tijdens een plaspauze ineens wilde praten. Kon dit niet even wachten? Maar Joost was heel stellig, hij wilde nú praten. Hij zei compleet in de war te zijn. Hij hield nog steeds heel veel van mij en de kinderen, maar wilde even niet meer in het stramien van een gezin leven. Hij wilde eigenlijk vrij en ongebonden zijn en zich niet druk hoeven maken over etenstijden of over wanneer de vuilnisbak naar buiten moest. Ook vroeg hij zich af of zijn baan als boekhouder nog wel bij hem paste. Sinds hij onlangs 45 was geworden, had hij het gevoel dat zijn leven aan hem voorbij flitste. Nu hij nog relatief jong was, kon hij nog een switch maken. Straks was het te laat. Ik schrok me rot. Tot dat moment was ik zelf volkomen gelukkig met ons leven. Natuurlijk kende onze relatie de nodige ups en downs en liepen we ook niet meer dagelijks de polonaise, maar als ik ons vergeleek met andere stellen, waren wij in ieder geval nog verliefd. Joost droeg me op handen, vertelde elke dag hoeveel hij van me hield en we vreeën minstens twee keer per week.”

Bindingsangst

“Maar als ik eerlijk ben, ben ik stiekem wel altijd bang geweest dat een relatie Joost zou benauwen. Ergens is er altijd een stemmetje in mijn hoofd geweest dat me waarschuwde te blijven opletten. Toen Joost en ik elkaar acht jaar geleden leerden kennen, was hij 37. Hij had nog nooit een lange relatie gehad en dus ook nog nooit samengewoond. Ik was al eens getrouwd geweest en had zelfs twee keer met een man een huis gekocht. Maar op Joosts relatie-cv stond slechts twee keer een paar maanden verkering en één keer een jaar. Zodra vrouwen over trouwen begonnen, maakte hij het uit. Hij noemde zichzelf ook de ‘typische eeuwige vrij gezel met bindingsangst’. Pas toen hij mij ontmoette en smoorverliefd werd, wilde hij opeens samen in één huis wonen. En hij wilde zelfs kinderen. Tot een huwelijk heb ik hem nooit kunnen verleiden, maar dat hoefde voor mij ook niet. De band die je deelt als je samen kinderen hebt, vind ik veel hechter. Hoe langer we samen waren, hoe meer zijn bindingsangst naar de achtergrond verdween. Misschien tegen beter weten in, maar ik dacht dat ik Joost had omgeturnd tot een echte familieman. De avond waarop Joost opbiechtte ‘het niet meer te weten’, spraken we tot diep in de nacht over zijn gevoelens. Ik was doodsbang hem te verliezen, maar wilde hem ook proberen te begrijpen. Misschien waren we te hard van stapel gelopen? Na één poging was ik al zwanger van Rosalie, waardoor onze verkeringstijd relatief kort duurde en we snel terechtkwamen in het huisje-boompje-beestjepatroon. Op dat moment zagen we dat trouwens niet als een probleem. Integendeel, Joost was een supervader: lief, zorgzaam en betrokken. En dus durfden we een tweede aan. We konden ons geluk niet op toen dat een jongen bleek te zijn. Maar van een leven als verstokte vrijgezel met af en toe een scharrel, was Joost in vier jaar tijd veranderd in een burgerman met twee kinderen. Wat hij vooral zei te missen, was tijd voor zichzelf. Zijn motor stond te verroesten in onze schuur, want achter op een motor past nou eenmaal geen kinderzitje. En zijn hardrockmaten gingen al jaren zonder hem naar de kroeg en naar concerten.”

Lees ook: Janine: ‘Sinds mijn midlifecrisis ken ik mezelf beter’

Gevoel van onvrede

“De eerste weken moedigde ik hem dus vooral aan weer wat te gaan uitwaaien. ‘Ga maar lekker een rondje motorrijden’, riep ik op zondagochtend. Dat ik vervolgens de hele dag alleen met twee stuiterende kinderen opgescheept zat, vond ik minder fijn. Maar goed, ik was dolblij toen hij om een uur of zes vrolijk en met rode konen thuiskwam. Ook stimuleerde ik hem zijn oude maten weer op te zoeken en op vrijdagavond met hen de kroeg in te duiken. Beetje bij beetje ging hij het leven van een vrijgezel leiden. Onze gezamenlijke weekenden waren niet echt gezellig meer: Joost was op vrijdagavond weg, op zaterdagochtend sliep hij zijn roes uit en op zaterdagmiddag was ik in het zwembad bij Rosalie en deed ik daarna snel boodschappen. Zaterdagavond hadden we dan een verjaardag of een avondje samen op de bank, maar op zondag was hij weer op de motor aan het toeren of naar een rockfestival. Maar goed, ik hoopte dat zijn gevoel van onvrede hierdoor zou verdwijnen en dat hij weer terug zou komen bij mij en de kinderen. Natuurlijk kwam hij niet terug. Door mijn toestemming om ‘even buiten te gaan spelen’, dreef Joost juist verder van ons weg. Het stappen, motorrijden en helemaal zijn eigen gang gaan, beviel hem erg goed. Te goed. Doordeweeks draaide hij nog wel enigszins mee in ons gezin, maar zijn weekend startte al op donderdag. Hij meldde zich vaak ziek op vrijdag, als hij een kater had van de vorige avond. Hij werd ook steeds onverschilliger. Viel zijn hardrockconcert samen met de verjaardag van mijn lievelingsoom? Tja, jammer, maar dan moesten wij maar zonder hem gaan. En had ik toevallig een personeelsuitje op vrijdagavond, dan diende ik oppas te regelen, want hij bleef echt niet thuis. Die babysitter inhuren was overigens mijn taak, net als smoesjes verzinnen voor mijn familie om zijn afwezigheid op feestjes te vergoelijken. Joost vond dat hij zo veel mogelijk ontzien moest worden, hij was immers ‘patiënt’.”

Stapelgek op mij

“Ik werd heel onzeker van zijn gedrag. Ik huilde mezelf vaak in slaap, als hij weer eens een nacht doorhaalde, of ik lag piekerend de hele nacht wakker: zou er een ander zijn? Als hij sliep, ging ik zijn telefoon controleren en checkte ik zijn broekzakken, maar ik vond niets wat leek op mogelijke ontrouw. De enige sms’jes in zijn telefoon waren korte berichten van zijn maten over concertkaartjes of over hoe laat ze zouden gaan rijden. Gelukkig reageerde Joost wel heel lief als ik hem confronteerde met mijn angst. Dat was het laatste waar ik bang voor hoefde te zijn, zei hij. Hij was stapelgek op mij en waarom zou hij zich aan een andere vrouw binden, terwijl hij juist niets liever wilde dan vrij zijn? Op zulke momenten nam hij me in zijn armen en knuffelde hij me net zolang tot ik voldoende was gerustgesteld. Dit had niets met zijn liefde voor mij te maken, of met een afgenomen aantrekkingskracht, maar alles met zijn eigen mentale onrust, verzekerde hij me.”

Intens verdrietig

“Sinds vijf weken woont Joost in een vakantiewoninkje. Ik hoop echt dat hij niet van plan is zo lang daar te blijven, maar aan de andere kant was de situatie thuis ook onhoudbaar geworden. Joost was wel lijfelijk aanwezig, maar zat met zijn hoofd ergens anders. Hij snauwde Rosalie en Daan af, had nog amper zin om iets met de kinderen te ondernemen en gebruikte ons huis als wasserette annex restaurant. Hij stapte in een gespreid bedje, maar steeds later, en dat irriteerde mij enorm. We maakten steeds meer ruzie en de kinderen werden daar de dupe van. Joost stelde zelf voor tijdelijk uit huis te gaan. Dat gaf hem tijd en ruimte om na te denken en dan zouden wij ons normale leven kunnen leiden. Ik vind het afschuwelijk dat hij weg is en dat onze zoon daarom zo intens verdrietig is, maar het is misschien wel het beste. Voorlopig geeft het rust. Bovendien komt hij nog gewoon bij ons, maar meer ‘op visite’. We maken afspraken per sms: ‘Zin om dinsdag pasta te komen eten?’ Of ‘Kun je woensdag mee naar het tienminutengesprek op school?’ Soms nodigt hij me een zaterdagavond uit om bij hem te komen eten, eigenlijk net als in onze verkeringstijd. Joost blijft twee keer per week hier slapen en dan hebben we ook seks. De rest van de week zit hij in zijn huisje.”

Lees ook: Jannie: ‘Ik dacht dat een kind onze relatie zou redden’

Doodeng

“Hij gaat veel minder uit met zijn vrienden, gebruikt de tijd echt om de dingen voor zichzelf op een rij te zetten. Want behalve in ons gezin, voelt hij zich ook gevangen in zijn baan. Het liefst zou hij iets voor zichzelf beginnen. Een administratiekantoor of adviesbureau, desnoods een snackbar. Ik hoor hem aan, denk met hem mee, maar stiekem denk ik: schat, je zit gewoon midden in je midlifecrisis. Volgens mij is hij een klassiek geval van een man met het veertigerssyndroom. Hij voldoet aan alle symptomen van dat cliché: hij is opeens erg met zijn uiterlijk bezig, laat een baardje staan en vertelde laatst zelfs dat hij erover dacht om onze Opel Zafira in te ruilen voor een sportwagen met open dak. Ja hoor, prachtig. Heel handig ook dat er maar twee mensen in passen. Waar laten we onze kinderen? Maar dat zeg ik niet. Voorlopig stem ik maar in met alles wat hij zegt. Ik hoop dat dat het beste werkt en dat hij snel bij zinnen komt en inziet dat hij het nog niet zo slecht heeft getroffen met een vrouw als ik. Maar ik vind het doodeng. Ik durf niet te zeggen dat Joost en ik over twee jaar nog samen zijn, maar ik zal er zelf alles aan doen om te zorgen dat dit een fase in zijn en ons leven is waar we gewoon even doorheen moeten. Ik hoop dat we later, op ons tachtigste, op het bankje voor ons huis zitten en samen hartelijk kunnen lachen om zijn grillen van nu.”

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.