vrouw

Wieneke: ‘De as van mijn zus moeten we nog uitstrooien, maar haar man heeft al een nieuwe vriendin’

Als Wieneke (44) nog volop rouwt om het verlies van haar zus Carin, komt haar zwager Jan al op de proppen met een nieuwe vriendin. En daar kan Wieneke maar moeilijk mee dealen. “Het lijkt alsof hij die vijftien jaar met mijn zus in een mum van tijd wegpoetst.”

Wieneke: “Afgelopen zondag vierden we de vijfde verjaardag van mijn neefje Yannick. Ik zat in de woonkamer waar alles nog mijn zus Carins aanwezigheid ademde: de rozerode gordijnen, de kussentjes op de bank, de vrolijke Blond-koffiekopjes en matching gebaksbordjes. Maar tegelijkertijd was ze verder weg dan ooit, doordat er een andere vrouw naast mijn zwager Jan op de bank zat. Ik kon alleen maar kijken naar zijn hand op haar knie. Zijn rechter; de hand die na zeventien jaar ineens geen trouwring meer droeg. Die bleek hij op verzoek van zijn nieuwe vriendin naar zijn linker ringvinger geschoven. Dat vond ze minder confronterend, had ze gezegd en dat begreep hij. Met een blij en trots hoofd keek Jan de kamer rond, maar ik moest moeite doen het niet uit te schreeuwen. Wat een hel om hier te zitten zonder mijn zus. Niet alleen miste ik haar erg, ik vond het vreselijk voor ons, haar familie en vooral mijn neefje dat haar plaats al na amper een half jaar volledig leek te zijn ingenomen door deze andere vrouw.”

Desastreuze uitslag

“Mijn zus Carin en ik scheelden elf maanden. We groeiden bijna op als tweelingzussen en ze voelde heel close. We hebben als kind weleens ruzie gehad, maar ik kan me niks groots herinneren en naarmate we ouder werden, waren we beste vriendinnen. Ik kreeg veel eerder een relatie en kinderen dan zij, maar dat maakte het juist leuk. We leefden erg met elkaar mee. Zij was voor mijn zoons, die inmiddels zeventien en negentien zijn, een echte suikertante en ik pas sinds zijn geboorte een dag in de week op haar zoon Yannick. Onze mannen konden ook het goed met elkaar vinden en we zijn regelmatig met elkaar op vakantie geweest. Kortom, alles was lange tijd mooi en fijn.
Totdat Carin begin vorig jaar ineens veel gewicht verloor en vage buikpijnklachten kreeg. Op mijn dringende verzoek bezocht ze de huisarts. Hij vertrouwde het niet, liet bloed afnemen en stuurde haar door naar het ziekenhuis. Niet veel later kreeg ze de desastreuze uitslag: alvleesklierkanker. Met daarbij een levensverwachting van hooguit vijf maanden. Dat heeft ze nét gehaald.
Haar, maar ook mijn wereld, stortte volkomen in. We hebben dagenlang zitten huilen bij elkaar. Ook Jan was er kapot van. Hij kon zich een leven zonder mijn zus niet voorstellen. Was diepbedroefd en maakte zich zorgen om mijn neefje die toen pas vier was. Ik beloofde hem en Carin er altijd voor Yannick te zullen zijn. Ik zou mijn vaste dag blijven oppassen en over hem waken.
In de laatste weken voor haar overlijden was Carin superkrachtig. Ze schreef allerlei verjaardagskaarten voor Yannick tot aan zijn achttiende, een brief met daarin al haar wensen voor hem en ook nuchter een plan van aanpak voor de komende weken. Welke dagen hij waarheen moest en wie hem dan zou kunnen brengen. Zoals zwemles en sportclubjes. Ze vond dat ze dat doen moest, omdat ze dacht dat haar echtgenoot zo in de war zou zijn, dat hij maar weinig zou kunnen uitvoeren. Ze vond het belangrijk dat Yannicks leven zo soepel mogelijk door zou gaan en vroeg mij dus haar man en kind bij te staan.
Hoe moeilijk ik het ook zelf had met mijn verdriet, ik wilde er alles aan doen om mijn zus rustig te laten sterven. Dus beloofde ik haar alles wat ze maar wenste:  van opvang van haar kind tot het steunen van haar man. Met die gelofte heb ik het nu erg lastig. Eigenlijk zou ik namelijk helemaal niet meer wekelijks bij mijn zwager over de vloer willen komen. Niet om Yannick, ik ben uiteraard nog steeds stapel op mijn neefje. Ik haal hem met alle liefde op uit school om dan met hem samen te spelen, maar vanwege de aanwezigheid van de nieuwe vriendin van mijn zwager.”

Goed nieuws?!

“Amper twee maanden na de uitvaart van Carin belde Jan me op een zondag op. Hij wilde langskomen, hij had mij en mijn man iets te vertellen. En nee, het kon niet wachten tot woensdag, mijn vaste oppasdag. Op dat moment kreeg ik al buikpijn. Ik voelde al een tijdje dat er iets anders was aan Jan, maar kon mijn vinger er niet op leggen.
Die middag kwam hij langs. Met een opgetogen, blij hoofd: er was iets héél, héél moois gebeurd. Hij vertelde dat hij verliefd was geworden, op een oude studievriendin van mijn zus. Vlak na de uitvaart had hij in Carins telefoon zitten scrollen en vond in haar WhatsApp-geschiedenis chats terug tussen haar en ene Loes. Deze vrouw was een oud-studiegenoot van Carin en had een half jaar ervoor haar man verloren. Ze had dat met mijn zus gedeeld en er waren nog wat berichtjes over en weer gegaan. Daarna was het contact weer verwaterd. Loes was ook niet op de crematie geweest, niemand had aan haar gedacht bij het versturen van de uitnodigingen. Ik hoorde mijn zus nooit over haar praten en mijn zwager kende haar ook alleen van naam.
Maar op een avond had hij alle berichtjes tussen hen teruggelezen – wat ik al vrij gek vond, je gaat toch niet zomaar in iemands telefoon gluren, ook al is die overleden? Maar niet alleen had hij rondgesnuffeld, hij had ook naar Loes geappt vanuit Carins telefoon om te vertellen dat Carin was overleden. Daarna was hij met Loes verder gaan appen. Blijkbaar was er een soort band tussen hen ontstaan en daaruit een verliefdheid.
In mijn ogen een krankzinnig verhaal en een steek in de rug van mijn zus. Maar Jan zag dat anders. Het was het lot. Volgens hem had Carin Loes in zijn leven gestúúrd. Loes kon hem helpen in zijn rouwproces. Hij kon bij haar zijn verhaal extra goed kwijt, vertelde hij. Zij begreep het gemis en het verdriet als geen ander en bovendien was er een link met Carin.”

Indringer

“Ik vond en vind dat lastig te geloven en accepteren. Niet alleen omdat mijn zus onvervangbaar is en deze Loes echt geen hartsvriendin was, maar vooral omdat hij al zo snel een andere liefde toeliet. Daardoor lijkt het alsof hij die vijftien jaar met mijn zus in een mum van tijd wegpoetst om een nieuwe start te maken.
Jan wilde het liefst de dag erna weer langskomen en dit keer met Loes, zodat we haar ook konden leren kennen. In ieder geval voordat ik haar anders tegen zou komen als ik op Yannick paste, want ze kwam al regelmatig op bezoek. Het leek hem goed voor Yannick als er snel weer een vrouwenfiguur in zijn leven was. Het kind snakte naar een mama, zei hij als excuus. Ik kon wel janken toen hij dat zei. Mijn neefje snakte niet naar ‘een’ mama, maar naar zijn eigen moeder. En die kwam nooit meer terug. Dat moest hij nu rustig verwerken en op alle gemak een plekje gaan geven. Tot die tijd had hij genoeg aan zijn familie en tante om zich heen. Daar hoefde geen indringer bij in de vorm van een scharrel van zijn vader.
Maar dat zei ik niet. Ik slikte en hield mijn woede in. Ik zag vreselijk tegen de ontmoeting op en werd al misselijk bij het idee dat deze vrouw zich als een soort surrogaatmoeder zou ontpoppen van Yannick. Matthijs, mijn man was milder. Hij vond ook dat Jan wel erg snel het datepad was opgegaan, maar vond dat hij recht had op nieuw geluk. Hij zag het ook nog als een voordeel: we hoefden ons minder zorgen om hem te maken, hij had nu iemand bij wie hij troost kon zoeken. En al betwijfel ik dat zeer, volgens Matthijs zou mijn zus daar happy mee zijn geweest.”

Haar geur

“We zijn nu een half jaar verder en aan mijn gevoel is niks veranderd. Ik heb nog steeds veel moeite met de keuze van mijn zwager. Op zich is Loes een aardige vrouw, maar ik vind dat ze veel te hard gaan. Officieel wonen ze niet samen, maar ze is er vaker wel dan niet. Op de woensdagmiddag dat ik op Yannick pas, blijft ze meestal weg. Alsof ze voelt dat het beter is als we elkaar niet te vaak zien. Maar dan zie ik wel haar jas aan de kapstok van mijn zus hangen, haar crocs uitgeschopt in de bijkeuken en vind ik overal zwarte haren van haar. Ook ruik ik haar parfum. Een zware, haast overheersende patchoeligeur, terwijl mijn zus meer van zoete, bloemige luchtjes hield.
Ik geloof best dat ze lief is voor mijn neefje, zoals Jan altijd zegt en dat ze het goed met hem meent. Maar ze heeft zelf geen kinderen en ik vind dat ze weinig verstand heeft van opvoeden. Van Yannick hoor ik af en toe dingen over haar die me ook niet bevallen. Dat hij van haar altijd zijn bord moet leegeten, ook als hij geen trek meer heeft. Dat hoefde van mijn zus niet, die wilde dat hij zou leren luisteren naar zijn eigen lichaam en zijn grenzen zou aangeven als hij iets niet wilde. Ook mag hij zijn kleren niet vies maken. Loes wordt boos als hij een vlek heeft op zijn broek, terwijl mijn zus was van: spring maar lekker door de plassen en wordt maar vies. Daar is hij toch kind voor? Ik wil Yannick niet te veel uithoren, maar het doet me vreselijk veel pijn dat ze zo streng tegen hem is en überhaupt zo’n grote rol in zijn leven speelt.”

As uitstrooien

“Het is natuurlijk allemaal nog vers. We moeten de as van Carin nog uitstrooien. Ze wilde dat we dat op Schiermonnikoog zouden doen, waar we in onze jeugd op vakantie gingen en ze zelf graag kwam. Daarvoor moeten we nog steeds een geschikt moment vinden. Tot die tijd staat de urn van mijn zus bij mij in de kast. Ik vertrouw het niet als die in huis is bij mijn zwager. Klinkt misschien vals , maar ik zie Loes ertoe in staat om die per ongeluk om te stoten bij het stofzuigen of er iets geks mee te doen.
Ik vind het vreselijk om haar te zien in de woning van mijn zus, zoals dus laatst op de verjaardag van Yannick. Het voelt zo raar, zo verkeerd. Vooral ook omdat ze dan graag de rol van de vrouw des huizes speelt, zonder na te denken over hoe dat voor ons, de familie van mijn zus voelt. Het zou Loes sieren als ze zich wat meer bescheiden zou opstellen, in plaats van te eisen dat mijn zwager zijn trouwring aan de ‘verkeerde’ hand draagt of erger. Ik denk dat het niet lang duurt voordat ze gaat vragen of hij ‘m helemaal wil afdoen. Ze grapte zondag al, toen mijn zwager op zijn knieën ging om een slagroomvlek uit het tapijt te boenen, dat hij binnenkort maar voor haar op één knie moest gaan. Op dat moment kreeg ik even geen adem meer. Als lolletje bedoeld of niet, ik kon er absoluut niet om lachen. Snappen deze mensen nou helemaal niets van kalm aandoen en rekening houden met het rouwproces van anderen?”

Tip van de redactie

Zinvol rouwen is een totaal nieuw en hoopgevend perspectief op rouw. Het verhaal is een levensechte getuigenis van een eigentijdse manier van rouwen waarin een groot zelfonderzoek centraal staat. Een totaal nieuw, hoopgevend perspectief op rouw. Voor meer info klik op onderstaande button.

Tekst: Joan Makenbach. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​​
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.