Placeholder

6 handige opruimtips

Soms heb je van die dagen: overal in huis ligt troep. De kinderen gaan weer naar school en jij mag alle chaos herstellen, terwijl je zelf ook moet werken. Overal liggen schoenen, schooltassen en kleding. Kun je wat hulp gebruiken? Lees dan deze 6 handige tips.

Soms heb je van die dagen: overal in huis ligt troep. De kinderen gaan weer naar school en jij mag alle chaos herstellen, terwijl je zelf ook moet werken. Overal liggen schoenen, schooltassen en kleding. Kun je wat hulp gebruiken? Lees dan deze 6 handige tips.

1. Maak een schema
Hoe graag je het ook wilt, als het huis een grote puinhoop is, lukt het je waarschijnlijk niet om alles binnen één middag op te ruimen. Maak een schema en verspreid taken over de week. Pak elke dag bijvoorbeeld een (kinder)kamer aan. Als de badkamer een troep is, weet je in ieder geval dat die overmorgen wel aan de beurt komt. Dat geeft rust in je hoofd. Extra tip: begin met opruimen in de kamers die het meest worden gebruikt. Dus bijvoorbeeld de woonkamer en keuken.

2. Weggooien of niet?
Gooi alle ‘troepjes’ in een grote zak en zet deze apart. Zo maak je ruimte om een stofzuiger of stofdoek door de woonkamer te halen. De zak met spullen kun je daarna gaan sorteren. Wat wil je houden en wat kan weg? Leg de spullen die je wilt houden in aparte ‘groepen’. Bijvoorbeeld: administratie, speelgoed en foto’s. De spullen die je wilt weggooien doe je in een vuilniszak en gooi je na het opruimen meteen weg.

3. Spullen een vaste plek geven
De spullen die je wilt bewaren heb je nu in groepen gelegd. Laat deze spullen niet een paar dagen liggen, maar geef ze op dezelfde dag nog een vaste plek. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld opbergboxen. 

4. Twijfel box
Zijn er spullen waarover je twijfelt? Je wilt ze weggooien, maar aan de andere kant denk je dat je het ooit nog nodig zult hebben. Bedenk je op zo’n moment goed waarom je het item niet kunt weggooien. Bedenk je smoesjes of is het nog echt waardevol? Stop deze spullen in een ‘twijfel box’ en open deze na een paar dagen weer. De belangrijkste vraag die je jezelf dan moet stellen is: ga ik het nog écht gebruiken? Als dit niet het geval is, kun je het beter wegdoen.

5. Zet iedereen aan het werk
Laten je kinderen overal spullen slingeren? Geef hen vaste opruimtaken die zij elke dag moeten herhalen. Denk aan: schoenen in de kast zetten, jas aan de kapstok hangen en een vieze broodtrommel op het aanrecht zetten. Dat scheelt al een hele hoop. Herinner je kinderen nog een keer aan deze taken als ze het zijn vergeten. Zo komt het sneller in hun ‘systeem.’

6. Belonen
Beloof jezelf een beloning voor het opruimen. Dan heb je iets om naar uit te kijken. Spreek bijvoorbeeld met jezelf af dat je om 8 uur stopt met opruimen en een serie gaat kijken.