Claudia: “Ik nam wraak op mijn rivale”
4 oktober 2015
Na de eerste ontmoeting was Claudia stapelverliefd op Marcel. Maar wanneer hij haar vertelt dat hij verliefd is geworden op een ander, wil Claudia maar een ding: wraak op haar rivale.
Na de eerste ontmoeting was Claudia stapelverliefd op Marcel. Maar wanneer hij haar vertelt dat hij verliefd is geworden op een ander, wil Claudia maar een ding: wraak op haar rivale.
Claudia (23): ‘Ik heb onlangs iets heel gemeens gedaan. Ik besef dat het een rotstreek was en dat ik nooit zo laag had mogen zinken. Toch geeft het stiekem een goed gevoel. Ik slaap eindelijk weer lekker in plaats van me druk te maken om Marcel en háár.
Ik ontmoette Marcel 4 maanden geleden, via mijn opleiding. Ik was op slag verliefd. Mooie ogen, speelse krullen en lippen om direct te zoenen. Er ontwikkelde zich een vriendschap tussen ons. Waarbij ik maar één doel had: ik wilde hem in bed. En niet voor één keer, ik wilde hem ‘voor altijd.’
Op een avond waren we samen uit. We werden behoorlijk dronken en eindigden zwaar zoenend bij de tramhalte. Ik hoopte zó dat hij me mee naar huis zou vragen maar helaas: toen de tram kwam namen we afscheid. Wel met het plan dit snel over te doen. De afspraak én het zoenen, hoopte ik. 3 weken heb ik kunnen dromen. 3 weken waarin we veel whatsapp’ten, een paar keer gingen stappen en telkens weer zalig zoenden.
Tot ik hem bij mij thuis te eten vroeg. Marcel kwam maar ik merkte meteen dat hij afstandelijker deed dan de keren ervoor. Hij dronk ook minder, alsof hij bang was de controle te verliezen. En toen ik hem probeerde te verleiden, zei hij dat hij me iets moest vertellen. Hij vond me een geweldige meid, maar er was nóg iemand met wie hij de afgelopen tijd had gedate. En hij had ontdekt dat hij toch meer voor háár voelde dan voor mij. Hij had nu iets dat meisje. Wij konden wel vrienden blijven natuurlijk… Ik wist me goed en koel te houden maar inwendig kon ik wel huilen. Daar ging mijn droomman, ik had de strijd verloren, terwijl ik niet eens had geweten dat er een ander was.
Mijn vriendinnen waren boos op hém, ze vonden het stijlloos dat hij zo met mij gespeeld had. Ik was vooral boos op haar. Melanie. Als zíj niet had bestaan, dan was Marcel van mij geweest. Marcel hield woord wat de vriendschap betreft: hij liet nog geregeld wat horen en dan gingen we iets drinken. Eerlijk gezegd deed ik dat alleen maar in de hoop dat ik zou horen dat het uit zou zijn met Melanie. Maar hij was helemaal happy met haar. Ik vind het onuitstaanbaar. Het kon niet uitblijven: ik zou haar een keer ontmoeten.
Een paar weken geleden nodigde Marcel mij uit om met hem, Melanie, en nog een paar vrienden en vriendinnen met een bootje te gaan varen. Wijn en picknickspullen mee… Waarom ik ja zei, ik weet het eigenlijk niet. Vanaf de eerste minuut had ik spijt. Marcel en Melanie gedroegen zich heel verliefd, afschuwelijk om te zien. Ze hadden mij duidelijk meegevraagd om me te koppelen aan een vriend van Marcel. Ik smoesde dat ik hoofdpijn had en dacht maar één ding: ik wil naar huis.
Onverwacht kwamen we met een ander bootje. Dat was een hectisch moment, iedereen sprong in paniek op. Alleen ik bleef zitten. En in mijn ooghoek ontdekte ik de handtas van Melanie. Ik nam de beslissing in een halve seconde, toen was het gebeurd: ik greep de tas en liet hem in het water zakken. Hierna duurde het nog wel een halfuur voordat Melanie in de gaten had dat haar tas weg was. Iedereen zocht mee maar het was al snel duidelijk: op ons kleine bootje was haar tas absoluut niet meer. Hoe was het mogelijk? Was hij van boord gevallen bij die aanvaring? Of was hij op dat moment gestolen?
Melanie moest vreselijk huilen. Haar smartphone zat erin, die had ze nog maar een maand, haar sleutels, haar portemonnee met allemaal pasjes, haar dure make up…. Ik moet zeggen: ik voelde me toen wel even heel schuldig. Ik weet hoe erg het is om je tas kwijt te raken, het is mij ook een keer overkomen. Tegelijkertijd voelde het als ultieme wraak. Want ondanks alles mocht zij niet zeuren, vond ik: zij had Marcel immers… De tas is, natuurlijk, niet teruggevonden en de avond was verpest. We zijn teruggevaren en allemaal naar huis gegaan. Ik voelde me opgelucht en voldaan. Ik wéét het, het was ontzettend vals. En toch heb ik geen moment spijt gehad."
Tekst: Lydia van der Weide