Placeholder

Hester: “Ik fantaseer over seks met mijn beste vriend”

Hester en Thomas zijn al jarenlang beste vrienden. Sinds de pubertijd leek die vriendschap niet kapot te kunnen, maar nu Thomas een bekentenis doet verandert de situatie toch wel enigszins.

Hester en Thomas zijn al jarenlang beste vrienden. Sinds de pubertijd leek die vriendschap niet kapot te kunnen, maar nu Thomas een bekentenis doet verandert de situatie toch wel enigszins.

'De meeste vrouwen hebben een boezemvriendin, maar ik heb al jaren een beste vriend: Thomas. Ooit werkten we samen in de supermarkt, een bijbaantje naast school. Iedereen dacht dat wij een stelletje waren, omdat ze ons altijd samen zagen. Maar nee, we hadden niets. Best gek eigenlijk, want hij ziet er goed uit en ik doe ook zeker niet onder voor de meisjes op wie hij verliefd werd. Maar op de een of andere manier zat het er niet in tussen ons.

Wel konden we ontzettend keten samen. We zijn nu al vijftien jaar beste maatjes. Hij is degene die ik het eerste bel als er iets met mij aan de hand is. Hij is veel praktischer dan mijn vriendinnen, directer ook, en dat vind ik heel prettig. Hij steunt me met alles: van werk tot liefdesrelaties of familieproblemen. Een man uit duizenden, echt. Juist daarom snap ik niet dat ik hem als partner altijd over het hoofd heb gezien.

Sinds kort is dat plotseling veranderd. Op een hopeloos moment: hij wordt vader. De avond dat hij mij vertelde dat hij en de vrouw met wie hij al een paar jaar samenwoont een baby zouden krijgen, zijn we samen vreselijk dronken geworden. Voor hem was die stapavond met mij een uitlaatklep: hoewel hij ook blij was, was de zwangerschap niet gepland en hij vond het doodeng. We hebben ouderwets zitten lachen, praten en drinken en belandden tijdens de late uurtjes in een louche nachtcafé. En daar zei hij het opeens. Dat hij ooit tijdens onze vriendschap een periode verliefd op mij was geweest.

Toen we twintig waren hebben we samen een paar maanden door Azië gereisd. Hij bekende dat hij tijdens die reis gevoelens voor mij had. Hij had vaak op het punt gestaan een toenaderingspoging te doen, maar hij durfde niet, bang dat ik hem af zou wijzen. Bang dat het onze vriendschap zou vernielen. Want helaas was uit niets gebleken dat ik dezelfde gevoelens voor hem had of zou kunnen krijgen, dus hij had het van zich af gezet. Hij wist nog wel hoe beroerd hij was toen ik tijdens die reis kort een relatie had met een Australiër.

Ik was verbijsterd door Thomas’ bekentenis, kon er alleen maar om schaterlachen. Maar de volgende morgen werd ik verward wakker. De woorden van mijn vriend bleven door mijn hoofd spoken. Indertijd had ik nooit iets gemerkt, en nee, ik had zeker niet hetzelfde voor hem gevoeld. Toch vond ik het jammer dat hij het niet verteld had: wie weet had het bij mij iets losgemaakt. Dat deed het nu namelijk wel.

Thomas en ik, ik had er gewoon nooit over nagedacht, het nooit als optie gezien; maar wie weet waren wij wel een heel goed koppel samen. Er is nog nooit een man geweest bij wie ik me zo op mijn gemak heb gevoeld als bij hem… Sindsdien laat het idee me niet los. Ik fantaseer zelfs over seks met Thomas!

Ondertussen bereidt hij zich voor op het vaderschap en weet niets van mijn gedachten. En ik gedraag me als een normale, goede vriendin. Ik kan nu zijn leven echt niet in de war schoppen door te zeggen dat ik het best een kans had willen geven tussen ons…’

Tekst: Lydia van der Weide