Jennifer: “We gunnen elkaar bepaalde ‘vrij’heden”
24 augustus 2012
Jennifer gelooft niet in seksuele trouw. Ze gelooft wél in de ware. Want ook voor haar is er maar één man van wie ze echt houdt.
Jennifer gelooft niet in seksuele trouw. Ze gelooft wél in de ware. Want ook voor haar is er maar één man van wie ze echt houdt.
"Ik vind trouw een overschat fenomeen. En dan bedoel ik seksuele trouw. Ik geloof niet dat de mens gemaakt is om monogaam te zijn. Als dat zo was, dan had de natuur er toch wel voor gezorgd dat we maar één keer in ons leven verliefd zouden worden en we eeuwig in love zouden blijven? Maar dat gebeurt haast bij niemand, eerlijk is eerlijk.
Mensen die zeggen: ik voel nooit iets voor een ander, geloof ik gewoon niet. Wél als ze zeggen: voor mij is er maar één ware. Want ook voor mij is er maar één persoon van wie ik echt houd. Mijn man Victor. Ik ken hem al sinds mijn negentiende en we zijn de afgelopen twintig jaar zo met elkaar vergroeid geraakt dat ik me geen leven zonder hem kan voorstellen. We kennen elkaars geschiedenis, iedere blik van hem is me zo vertrouwd.
We hebben drie kinderen samen; de mooiste verbintenis die er is. En aantrekkelijk vind ik hem ook nog steeds: als ik hem in de tuin zie werken in de zomer, met zweetdruppeltjes op zijn rug, wil ik hem wel aan zijn haren het bed inslepen. Nee, seksueel is er dus niets mis, en op andere gebieden ook niet. Toch vrij ik ook met anderen. Victor weet dat, al wil hij er geen details over horen.
Toen ik na een paar jaar vaste verkering merkte dat ik ook behoefte aan lichamelijk contact met anderen kreeg, heb ik dat eerlijk met mijn man besproken. Zelf had Victor dat op dat moment nog niet, maar hij begreep me wel. We hebben afgesproken elkaar bepaalde vrijheden te gunnen. Seks met een ander mag, mits we het veilig doen, niet te vaak met dezelfde persoon en een eventuele verliefdheid in een vroeg stadium opbiechten. Alleen zo kun je ervoor zorgen dat het niet gaat woekeren in je relatie. Gelukkig is dit nog nooit voorgekomen. Wanneer ik merk dat ik iets meer voor een man ga voelen, verbreek ik meteen het contact. Ik heb – bij anderen, gelukkig niet bij ons – genoeg ellende gezien om te weten wat er anders van kan komen.
Toen Victor en ik onze vrijheidsafspraak maakten, stelde hij nog een voorwaarde: hij wilde niets weten van wat ik zou uitspoken. Hoewel hij me begreep, deed de gedachte aan vreemde handen op mijn lichaam hem pijn; ik moet het dus voor mezelf houden. Dat doe ik en heb ik al die jaren gedaan.
Of Victor inmiddels gebruik maakt van onze besproken vrijheid, weet ik niet. Hoewel we verder over alles praten, is dit onderwerp tussen ons taboe. Ook anderen weten van niets. Anders zouden ze vast snel een mening over ons vormen, terwijl ze in wezen van niets weten. In de relatie van een ander kun je immers niet kijken. Weten zij veel hoe goed en fijn Victor en ik het hebben?
Overigens maak ik niet vaak gebruik van mijn ‘vrij’heden hoor. Het is nu alweer vier maanden geleden dat ik voor het laatst met een ander heb gevreeën. Maar onlangs heb ik een leuke man ontmoet en ik merk dat het begint te kriebelen. Toch maar eens een visje uitgooien en kijken of de heer in kwestie toehapt…"
Tekst: Lydia van der Weide