Marjolein: “Ik heb er dagen van getinteld”
17 mei 2013
Marjolein heeft een wel heel bijzondere Mister X. Maar wie?
Marjolein heeft een wel heel bijzondere Mister X. Maar wie?
“Er zijn maar twee vriendinnen die weten wie hij is. Tegen anderen noem ik hem altijd Mister X. Het voelt best stoer om te vertellen dat ik iets heb met een bekende Nederlander. Maar om eerlijk te zijn, maakt het me vaak niet zo blij meer. Na afloop van een ontmoeting voel ik me leeg en somber. Vaak denk ik zelfs: ik laat me gewoon gebruiken. Maar als ik dan weer een sexy, nachtelijk sms’je van hem krijg of ik à la minute met de taxi naar zijn hotel kom om met hem in bad te zitten, kan ik toch geen nee zeggen. Het is waanzinnig om in zo’n luxe wereld te vertoeven. Voor mij, als simpele meid in loondienst, is dat totaal nieuw. Voor Mister X niet. Die verdient bakken met geld in de muziekwereld. Hij treedt op in Nederland en reist daarnaast heel Europa rond.
Ik ontmoette hem in trendy club. Mijn beste vriendin wees me erop dat er steeds een man naar mij aan het kijken was. Zij herkende hem niet, ik wel. Ik vond hem altijd al leuk en was vreselijk gevleid door zijn aandacht. We dansten een tijdje en dronken wat aan de bar. Toen vroeg hij mijn nummer. Direct daarna verdween hij. Eigenlijk dacht ik dat ik nooit meer iets zou horen, maar om vijf uur die nacht belde hij. ‘Waar woon je, dan stuur ik een taxi naar je toe,’ was het enige wat hij zei. Ik hou van zelfverzekerde mannen en dit was de grootste kick ever. Ik heb mijn werk gemaild dat ik de hele nacht had overgegeven en nu met een slaappil onder zeil ging, kleedde me aan en ging. Hij ontving me in een hotel en daar hadden we adembenemende seks. Ik heb er dagen van getinteld. Dat ik vervolgens weken niets hoorde, vond ik niet erg: dit vond ik al bijzonder genoeg. Het was beter geweest als het daarmee afgelopen was, maar na een maand belde hij. Weer ’s nachts. En opnieuw liet ik me verleiden. Die keer praatten we wat meer. Hij zei dat hij vaak aan me gedacht had, ik heb iets heel speciaals volgens hem. Hij wilde me zéker weer zien. Maar iets serieus kon het tussen ons niet worden, hij heeft een vaste vriendin. Maar hij was niet gemaakt voor één vrouw alleen, dat snapte ik toch wel? Zíj niet. Dus ik moest wel mijn mond houden. Ik voelde me zo gestreeld door zijn aandacht dat ik hem alles wel wilde beloven.
Nu neem ik al maanden genoegen met een incidentele nacht samen. Hij bepaalt altijd wanneer, ik heb niet eens een nummer van hem. Soms hoor ik zolang niets dat ik denk dat hij me vergeten is. Tot hij dan weer opduikt. Het zou niet zo erg zijn als ik er luchtig tegenaan kon kijken. Maar ik voel me verliefd, denk continu aan hem. Ik volg tegenwoordig alles over hem wat er te vinden is. Ik vind wel eens foto’s van hem, omringd door prachtige vrouwen. Doodziek voel ik me dan. Maar in zijn armen kan ik iedereen even vergeten: dan voel ik me oppermachtig. Om daarna weer in de put te zitten. Ik zou een ander nummer moeten nemen. Zodat hij mij nooit meer kan bellen…”
Tekst: Lydia van der Weide