Placeholder

Renate: ‘Peter verzekerde mij dat hij nergens op uit was’

Voor Renate is haar geflirt met Peter van haar werk totaal onschuldig. Ze heeft er dan ook geen erg in dat hij iets anders in de zin heeft…

Voor Renate is haar geflirt met Peter van haar werk totaal onschuldig. Ze heeft er dan ook geen erg in dat hij iets anders in de zin heeft…

Renate: “Sinds een paar weken zit ik thuis van mijn werk. Zogenaamd omdat ik overspannen ben, maar eigenlijk omdat ik één van mijn collega’s niet meer kan luchten of zien. Ik ben alle kranten aan het doorspitten voor een andere baan en zodra ik die heb, ben ik weg. Ik haat Peter en ik ben doodziek van wat hij me heeft aangedaan. En hij komt er nog mee weg ook. Afschuwelijk. Ik ben zo woedend op mezelf. Was ik maar niet zo stom geweest!

De eerste twee jaar dat ik bij dit bedrijf werkte, viel Peter me amper op. Dat veranderde toen we samen op een project werden gezet. Plotseling moesten we nauw samenwerken en onderhielden we veel mailcontact. Peter kon leuk schrijven en stopte altijd wel een grapje in zijn berichtjes. Ik ging daarop in, en in de loop van de weken werd ons contact, in het echt en digitaal, steeds intiemer. Tot hij me schreef dat hij verliefd op me was. Ik schrok me rot, want een beetje flirten vond ik wel leuk, maar verder wilde ik niet gaan. Ik woon namelijk samen met de liefste man van Nederland. Maar ik moest toegeven dat Peter me niet koud liet. Peter verzekerde mij dat ik er geen big deal van moest maken. Hij was toch ook getrouwd? Hij was nergens op uit, hij wilde alleen dat ik wist hoe dol hij op mij was. We spraken af dat ons contact puur platonisch zou blijven. En dat lukte, alleen in de mail fantaseerden we erop los. Over seks, ja. Spannend, maar ik kon het goed scheiden. Hij ook, dacht ik.

Een halfjaar ging dit goed. Tot dat personeelsfeest. Peter vertelde mij dat zijn vrouw het weekend weg was. Hij wilde mij dolgraag eens rustig spreken, bij hem thuis. Alléén praten, verder niets, dat beloofde hij. Ik aarzelde, maar stemde in. Tegen mijn collega’s zei ik dat ik niet lekker was en naar huis ging; buiten belde ik mijn vriend om te zeggen dat ik met collega’s nog wat zou drinken in de stad. Thuis bij Peter was de sfeer vreemd, dit was voor het eerst dat we écht alleen waren. We dronken wijn en praatten wat. Toen begon hij aan me te zitten. Ik maakte direct duidelijk dat ik daar niet van gediend was, maar hij trok zich er niets van aan. Ik was totaal geshockt. En toen ik doorkreeg dat hij me echt ging verkrachten, ben ik keihard gaan huilen. Ook dat kon hem niets schelen. Binnen een minuut was het al afgelopen, maar wat voelde ik mij vernederd en smerig. Ik ben direct de deur uit gerend en heb eindeloos zitten huilen in de auto. Ik kon amper geloven wat mij was overkomen. Maar ik wist ook dat ik hem niets zou kunnen maken. Wie zou geloven dat ik dit niet had gewild, na al die mailtjes van ons? Hoe zou ik dat kunnen uitleggen aan mijn vriend? Ik ben naar huis gegaan, mijn vriend sliep al. Ik ben het hele weekend in bed gebleven, en heb me maandag ziek gemeld. Nooit ga ik meer terug, nooit wil ik die rotzak nog zien. Mijn vriend snapt er niets van en dat vind ik nog het allerergste. Wat een ellende heb ik mij op mijn hals gehaald, ik voel me zo ellendig…”