Placeholder

Romy werd geestelijk mishandeld door haar man

Nadat Romy jarenlang mishandeld is door haar man, worden haar ogen eindelijk geopend. ‘Mijn lichaam was walgelijk, zei hij altijd.’

Nadat Romy jarenlang mishandeld is door haar man, worden haar ogen eindelijk geopend. ‘Mijn lichaam was walgelijk, zei hij altijd.’

Romy (31): “Mijn ex Luuk is iemand met twee gezichten. Vrijwel niemand weet het, maar hij is niet altijd zoals hij zich presenteert. Voor de buitenwereld is hij een sympathieke, grappige man die een luisterend oor heeft voor iedereen. Maar thuis was hij een tiran. Ook ik kwam daar pas achter toen we getrouwd waren. Daarvoor was hij wel eens een keer woest tegen me tekeer gegaan, maar dat was alleen gebeurd met veel drank op. Gelukkig gebruikte hij zelden alcohol. Maar dat hij helemaal niet dronken hoefde te zijn om een driftbui te krijgen, daar kwam ik al in onze huwelijksweek achter. Toen ik rode wijn op zijn broek morste, schold hij me uit voor vuile hoer.

Hierna gebeurde het vaker. Hij schold me uit en bekritiseerde alles wat ik deed. Het ging van kwaad tot erger. Hij heeft me nooit met een vinger aangeraakt, dat niet. Maar geestelijke mishandeling is net zo erg als lichamelijke, daar ben ik van overtuigd. Langzaam verlies je al je zelfvertrouwen. In het begin kon ik het niet geloven wat er gebeurde. Hij was altijd zo lief en zorgzaam geweest. Ik kon het gewoonweg niet rijmen.

Juist toen ik overwoog om bij hem weg te gaan, kwam ik erachter dat ik zwanger was. Ik wilde mijn kind niet zonder vader laten opgroeien, dus tegen beter weten in hoopte ik op beterschap. Het was zinloos. Mijn jaren met Luuk zijn een hel geweest. De vernederingen namen per dag toe. Volgens hem was ik de slechtste moeder die ooit had bestaan. En mijn lichaam was walgelijk na de bevalling, zei hij altijd. Het was een wonder dat hij nog seks met mij wilde; een andere man zou daar nog niet toe bereid zijn, zelfs als hij duizend euro toe zou krijgen. Het erge is dat je het zelf gaat geloven.

Toen ik met Wouter in contact kwam, was mijn zelfbeeld nul. We leerden elkaar kennen via internet en hoewel ik er niet voor openstond, klikte het waanzinnig. Langzaam heb ik hem via de mail en over mezelf verteld. Hij opende mijn ogen: hoe was het mogelijk dat ik Luuk’s gedrag al jarenlang pikte? Wouter gaf me moed om weg te gaan. Ik mocht met mijn zoon tijdelijk bij hem intrekken, en het ging zo goed dat ik er nu, na een halfjaar, nog steeds woon. Het erge is dat niemand uit mijn omgeving mij begrijpt. In ieders ogen ben ik de boosdoener, de grote verraadster. Luuk stookt iedereen op. 

Omdat ik nooit iemand heb verteld over zijn gedrag, geloven ze me nu niet. Zelfs mijn eigen moeder neemt het op voor Luuk en snapt niet dat ik hem zomaar inwissel voor een ander. Ze weigert Wouter te ontmoeten, want hij is zogenaamd de schuld van alles. Hoe ik haar ook vertel over de vreselijk jaren, zij denkt dat ik Luuk zwart maak om mezelf goed te praten. Luuk is nu bezig een co-ouderschap voor onze zoon aan te vragen, maar ik ben doodsbang dat hij hem ook psychisch zal mishandelen. Ik ben ten einde raad, want ik weet niet hoe ik moet aantonen dat Luuk niet is zoals hij zich voordoet. Zal de rechter mij ooit geloven? Gelukkig heb ik veel steun aan Wouter: hij is het beste wat me ooit is overkomen.”