Placeholder

Rosalinde: “En daar zat ik, opgescheept met een wanhopige man”

“Eigenlijk was het voor mij niet meer dan een geintje. Ik hou nu eenmaal van flirten, aandacht en seks. En Rob is een erg mooie man. Ik vond het een uitdaging om mijn baas te versieren…”

“Eigenlijk was het voor mij niet meer dan een geintje. Ik hou nu eenmaal van flirten, aandacht en seks. En Rob is een erg mooie man. Ik vond het een uitdaging om mijn baas te versieren…”

"Zou het me lukken of niet? Rob was immers getrouwd én mijn directe chef. Relaties op het werk zijn bij ons strikt verboden, en dat geldt zeker bij leidinggevenden, dus hij was allesbehalve een makkelijke prooi. Maar als ik ergens mijn zinnen op gezet heb, krijg ik het voor elkaar. Dat klinkt arrogant, maar zo is het gewoon. 

Twee maanden nadat ik in dienst was gekomen, lagen we dan ook samen in bed. Rob was helemaal van de kaart van onze vrijpartij: hij was al jaren getrouwd, vader van twee kinderen, en deed het nog amper met zijn vrouw. Hij wist niet wat hem overkwam! Ook ik was blij verrast. Rob was echt een ongelofelijk lekker snoepje. Daar wilde ik nog wel vaker van proeven.

Zo kwam het dat we een affaire kregen. Maar serieus is het voor mij nooit geweest. Ik zag hem niet als potentiële partner. Niet alleen omdat hij al getrouwd was, maar ook omdat hij twaalf jaar ouder is dan ik en al kinderen heeft. Ik wil zelf ook graag een gezin, ooit, maar eigenlijk niet met iemand met een rugzak vol bagage. 

Tegen Rob heb ik dat niet met zoveel woorden gezegd. Maar hij had het evenmin over de toekomst, we genoten gewoon van het heden, onbekommerd. Tot Robs vrouw zijn overspel ontdekte en hem het huis uitjoeg. Daar stond hij, in tranen. Of hij tijdelijk bij mij kon logeren. We waren zo close geweest dat ik hem niet in de kou wilde laten staan. Dus ik ving hem op. 

Op de een of andere manier lekte dat snel uit op het werk, waarna Rob ontslagen is. En daar zat ik, met een wanhopige man die geen baan en geen thuis meer had. Ik hoopte dat zijn vrouw zou kalmeren en hem zou terugnemen. Maar dat bleek uitgesloten. Iedere toenaderingspoging van Rob werd afgewezen en na een paar weken ontving hij een brief van een advocaat. Het was zijn vrouw menens: ze wilde scheiden.

Ik schrok net zo van de brief als Rob. Dit liep allemaal wel érg uit de hand. Ik voelde me mede schuldig aan de hele toestand, dus ik wilde Rob niet op straat zetten, maar een toekomst met hem zag ik niet zitten. Toen ik hem dat voorzichtig probeerde duidelijk te maken, is hij helemaal ingestort: zijn leven lag aan flarden en nu liet ik hem ook nog vallen? Dat kon ik niet maken. 

Nee, ik vond dat ook te zielig, dus voorlopig woont hij toch bij mij. Ik merk dat hij hoopt dat wij samen verder gaan. Maar dat gaat echt niet gebeuren. Ik wil dat hij een eigen huis zoekt en op eigen benen gaat staan. Wat een ellende hebben we ons op de hals gehaald met ons avontuurtje…”