Placeholder

Wende: “Ik wil niet de jaloerse heks zijn”

Wende heeft haar droomman gevonden. Het enige probleem is de hechte band die hij met zijn ex heeft.

Wende heeft haar droomman gevonden. Het enige probleem is de hechte band die hij met zijn ex heeft.

“Rolf is in alle opzichten mijn droomman. Niemand die zo lief is en mij zo goed aanvoelt als hij. Bovendien ziet hij er zo waanzinnig lekker uit dat ik altijd weer trots ben om bij hem te horen. Ik ben blij dat ik na diverse mislukte relaties toch die ene man heb gevonden die helemaal naar mijn smaak is. Er is maar één nadeel. Zijn ex.

Terwijl mijn langste relatie voor Rolf hooguit drie jaar heeft geduurd, is hij zestien jaar bij dezelfde vrouw geweest, waarvan ze twaalf jaar getrouwd waren. Monique en hij hebben twee kinderen, die ongeveer een derde van de tijd bij ons zijn. Daar heb ik geen probleem mee: ik ben echt dol op ze. Zo kan ik vast oefenen voor als ik later zelf kinderen heb, grap ik altijd. Alleen is het zo dat de zorg van Rolf niet ophoudt bij die dagen. Als ze bij zijn ex Monique zijn, is hij nog steeds heel betrokken en belt elke dag wel even, of wipt er voor of na zijn werk aan. Monique en hij hebben namelijk een uitstekende band. Ze hebben samen veel meegemaakt, zoals de onverwachte dood van Rolfs vader en twee miskramen. Hoewel ze als partners hun aantrekkingskracht op elkaar verloren waren en daarom gescheiden zijn, zijn ze als vrienden nog steeds hecht. Héél hecht. Dat benauwt mij. En niet zo’n beetje ook. Het is niet zo dat ik echt jaloers ben of bang dat Rolf toch weer voor haar zal kiezen. Ik weet dat hij stapelgek is op mij, dat merk ik overal aan. Maar ik merk ook aan alles dat zij samen nog iets hebben waar ik niet bij kan. Een magische band, van het elkaar door en door kennen. Dat de een iets zegt en de ander het aanvult. Ze hebben zelfs nog steeds de neiging in de wij-vorm te praten. Zeker Monique doet dat. Voor haar is Rolf nog steeds de belangrijkste man in haar leven.

Ik vind dat ze vreselijk aan hem hangt. Er hoeft maar iets te zijn – een kat die overgeeft, de afvoer die niet goed doorloopt – of ze belt alweer. Rolf staat dan direct voor haar klaar. Kijk, zijn kinderen gun ik een betrokken vader en ik wil niet de jaloerse heks uithangen, dus ik zeg er nooit wat over, maar soms baal ik er wel van. Ik voel me gewoon buitengesloten. Alsof ik nog maar net kom kijken en niet zoveel rechten heb. Terwijl we toch al bijna een jaar samenwonen!

Wanneer we bij familie of vrienden van Rolf op bezoek gaan, gaat Monique vaak ook mee. Mét maar ook zónder de kinderen. Als we dan als twee vrouwen bij Rolf uit de auto stappen voel ik me net zo’n haremvrouw. Ik vind het echt een lastige situatie. Want Monique doet ontzettend hartelijk tegen mij. Het is een leuk mens en ik heb op zich ook niets tegen haar. Het enige dat ik zou willen is dat zij ook een nieuwe partner zou vinden, zodat de verhoudingen duidelijk zijn: dat Rolf nu van mij is en dat zij een ‘wij’ vormt met een andere man."

Tekst: Lydia van der Weide